ECLI:NL:OGEAA:2019:305

• Datum uitspraak: 21 mei 2019
• Publicatiedatum: 6 juni 2019
• Zaaknummer: AUA201803692
• Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht
• Procedures: Beschikking
• Rechters: A.H.M. van de Leur
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Ontslag kennelijk onredelijk en bewijslevering in arbeidsgeschil

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. G.L. Griffith, een verzoek ingediend tegen de naamloze vennootschap General Air Services N.V. (GAS) naar aanleiding van een ontslag dat op 4 juni 2018 is gegeven. Verzoeker stelt dat het ontslag kennelijk onredelijk is en vraagt om een vergoeding voor niet in acht genomen opzeggingstermijn, cessantia en een billijkheidsvergoeding. GAS heeft verweer gevoerd en stelt dat verzoeker niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn verzoek. De procedure omvatte een zitting op 9 april 2019, waar beide partijen hun standpunten hebben toegelicht.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat verzoeker niet in staat is om de kosten van de procedure te dragen en verleent hem verlof tot kosteloos procederen. Het ontvankelijkheidsverweer van GAS wordt verworpen. Het Gerecht heeft vastgesteld dat verzoeker op 26 november 1996 in dienst is getreden bij GAS en dat hij op staande voet is ontslagen vanwege vermeende fraude met het inkloksysteem. Verzoeker heeft de ontslagreden gemotiveerd bestreden en stelt dat hij analfabeet is en problemen heeft gehad met het inkloksysteem, waarbij hij hulp heeft gekregen van een collega.

Het Gerecht heeft besloten dat GAS moet bewijzen dat verzoeker gefraudeerd heeft, en verwijst de zaak voor bewijslevering naar een zitting op 19 augustus 2019. Tot die tijd wordt iedere verdere beslissing aangehouden. De beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur en is openbaar uitgesproken op 21 mei 2019.

Uitspraak

Beschikking van 21 mei 2019

Behorend bij E.J. AUA201803692

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

BESCHIKKING

in de zaak van:

[verzoeker] ,

wonende in Aruba,

verzoeker,

hierna ook te noemen: [verzoeker],

gemachtigde: de advocaat mr. G.L. Griffith,

tegen:

de naamloze vennootschap

GENERAL AIR SERVICES N.V.,

gevestigd in Aruba,

verweerster,

hierna ook te noemen: GAS,

procederend bij haar directeur [naam directeur] en de daartoe gevolmachtigde [naam gemachtigde].

1. DE PROCEDURE

1.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het verzoekschrift, met producties;

- het verweerschrift, met producties;

- de (nadere) beslissing van dit Gerecht dat de behandeling van de zaak zal plaatsvinden ter zitting van dinsdag 9 april 2019 om 11:30 uur.

1.2 [

verzoeker] is samen met zijn gemachtigde ter zitting verschenen. GAS is verschenen bij haar directeur en gevolmachtigde voornoemd. [verzoeker] heeft gebruik gemaakt van de aan hem geboden gelegenheid om bij wijze van repliek te reageren op het verweerschrift van GAS. GAS heeft vervolgens gebruik gemaakt van de aan haar geboden gelegenheid om bij wijze van dupliek te reageren op die reactie van [verzoeker].

1.3

Beschikking is bepaald op heden.

2. DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1

Naast verlof tot kosteloos procederen verzoekt [verzoeker] dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking:

a. voor recht verklaart dat het door GAS aan [verzoeker] op 4 juni 2018 gegeven ontslag kennelijk onredelijk is;

b. GAS veroordeelt tot betaling aan [verzoeker] van (1) Afl. 11.093,48 aan niet in acht genomen opzeggingstermijn van 4 maanden, (2) Afl. 16.960,27 aan 26,5 weken cessantia en (3) Afl. 91.521,21 aan billijkheidsvergoeding, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 4 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;

c. te dezen enige ander juist voorkomende beslissing neemt;

d. GAS veroordeelt in de proceskosten.

2.2

GAS voert verweer en concludeert dat [verzoeker] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door hem verzochte, althans tot afwijzing daarvan, kosten rechtens.

2.3

Voor zover van belang voor de beslissing worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3. DE BEOORDELING

3.1

Uit het daartoe overgelegde bevoegdelijk verstrekt bewijs van onvermogen blijkt dat [verzoeker] niet in staat is om de kosten van deze procedure te dragen. Aan [verzoeker] zal daarom verlof worden verleend tot kosteloos procederen.

3.2

Er zijn gronden gesteld noch gebleken waaruit volgt dat [verzoeker] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door hem verzochte. Het ontvankelijkheidsverweer van GAS wordt daarom verworpen.

3.3

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.

3.3.1 [

verzoeker] is per 26 november 1996 krachtens een daartoe tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst in loondienst getreden van GAS, en was aldaar laatstelijk werkzaam als monteur tegen betaling van een bruto maandloon van Afl. 2.773,37.

3.3.2

GAS heeft [verzoeker] op 4 juni 2018 op staande voet ontslagen. De als productie 3 bij het verzoekschrift overgelegde door [verzoeker] ontvangen ontslagbrief van GAS vermeldt als redenen daartoe het volgende:

“
(…).

On June 4, 2018 our records showed that you “punched in” at 6:57am; however while reviewing the company camera it was confirmed that you did not punched in at that time, meaning that you allowed a colleague to “punch in” for you; which is totally unacceptable and against company policies and procedures.

We hereby inform you that your services with General Air Services N.V. has been terminated effective Monday June 4, 2018, due to the fact that GenAir has lost its trust in you, as a result of you manipulation of the system and based on the fact that you have violated the Aruban law and the house rules of the company.

(…). ”.

3.3.3 [

verzoeker] heeft berust in het aan hem gegeven ontslag.

3.4 [

verzoeker] heeft de hiervoor onder 3.3.2 uit zijn ontslagbrief geciteerde ontslagreden gemotiveerd bestreden. [verzoeker] stelt daartoe dat hij (1) analfabeet is, (2) wel vaker problemen heeft gehad met het door GAS gehanteerde inkloksysteem en dat hij dan telkens werd geholpen door een collega die dan voor hem inklokte en (3) dat hij op 4 juni 2018 nadat hij om 06:57 uur op zijn werkplek was verschenen weer problemen ondervond met het inklokken in het licht waarvan een collega op verzoek van [verzoeker] voor hem heeft ingeklokt. GAS heeft de onder (1) en (2) vermelde stellingen van [verzoeker] niet bestreden, waardoor die in elk geval vast komen te staan.

3.5

Het onder (3) omschreven verweer van [verzoeker] brengt mee dat GAS zal moeten bewijzen door middel van het doen horen van getuigen (hetgeen zij ook heeft aangeboden)
dat [verzoeker] zichzelf op 4 juni 2018 heeft doen inklokken om 06:57 uur door een collega (te weten [naam collega]) terwijl [verzoeker] toen niet op zijn werkplek aanwezig was of niet op zijn werk was verschenen. Hierbij wordt reeds overwogen dat als vast komt te staan dat [verzoeker] heeft gefraudeerd zoals door GAS gesteld (in welk geval dus ook komt vast te staan dat [verzoeker] zijn werkgever te dezen ernstig verwijtbaar heeft voorgelogen), naar het oordeel van het Gerecht sprake is van een dringende reden voor ontslag. Van GAS kan onder zulke het vertrouwen afbrekende omstandigheden immers in redelijkheid niet worden gevergd het dienstverband met [verzoeker] nog langer te laten voortduren.

3.6

De zaak zal voor bewijslevering worden verwezen naar de in het dictum vermelde terechtzitting, tijdens welke zitting maximaal drie getuigen kunnen worden gehoord. GAS dient uiterlijk drie dagen voor die zitting de personalia van de door haar voor te brengen getuigen schriftelijk kenbaar te maken aan het Gerecht en aan [verzoeker].

3.7

In afwachting van bewijslevering en de daarna door partijen te nemen conclusies na bewijslevering zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.

4. DE UITSPRAAK

Het Gerecht:

-verleent aan [verzoeker] verlof tot kosteloos procederen;

-stelt GAS in de gelegenheid om door middel van het doen horen van getuigen te bewijzen hetgeen zij ingevolge (het onderstreepte in) rechtsoverweging 3.5 dient te bewijzen;

-verwijst de zaak daartoe naar (in verband met vakantie van ondergetekende en het daarop aansluitende reces) de terechtzitting van
maandag 19 augustus 2019 om 09:00 uur te houden in de enquêtezaal van het in Aruba te J.G. Emanstraat 51 gelegen gerechtsgebouw, tijdens welke zitting GAS maximaal drie getuigen kan doen horen;

-bepaalt dat GAS uiterlijk drie dagen voor voormelde zitting de personalia van de door haar voor te brengen getuige(n) schriftelijk kenbaar moet maken aan het Gerecht en aan [verzoeker];

-houdt in afwachting van bewijslevering en de daarna door partijen te nemen conclusies na bewijslevering iedere beslissing aan.

Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is in het openbaar uitgesproken op dinsdag 21 mei 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.