ECLI:NL:OGEAA:2019:391
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek om gezag en voogdij door grootouders vaderszijde afgewezen
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben de grootouders vaderszijde een verzoek ingediend om het gezag over de minderjarigen te verkrijgen en om de moeder te verbieden de woonplaats van de minderjarigen te wijzigen. De grootouders hebben jarenlang samen met de ouders de dagelijkse verzorging en opvoeding van de minderjarigen verzorgd, maar het gerecht oordeelt dat zij zich niet kunnen beroepen op het blokkaderecht, omdat zij niet als pleegouders kunnen worden aangemerkt. De moeder oefent het ouderlijk gezag alleen uit en er is geen bewijs dat zij ongeschikt is om dit gezag uit te oefenen. Het verzoek van de grootouders wordt afgewezen, evenals het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag over de minderjarige die hij niet heeft erkend. Het gerecht concludeert dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat de minderjarigen klem of verloren raken tussen de ouders als zij gezamenlijk gezag zouden uitoefenen. De verzoeken om voogdij en toeziend voogdij door de grootouders worden eveneens afgewezen, en het gerecht benadrukt dat de woonplaats van de minderjarigen bij de moeder moet zijn. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.