ECLI:NL:OGEAA:2019:395
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Alimentatiezaak tussen de Voogdijraad en de vader met betrekking tot kinderalimentatie en draagkracht
In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 2 juli 2019, wordt een uitspraak gedaan in een alimentatiezaak tussen de Voogdijraad als verzoeker en de vader als verweerder. De procedure is voortgevloeid uit een eerdere beschikking van 19 februari 2019 en is gebaseerd op een rapport van het laboratorium "Noord Lab Center dba Medlab" van 23 mei 2019, waaruit blijkt dat de vader de biologische vader is van de minderjarige kinderen. De vader heeft verweer gevoerd en aangegeven bereid te zijn Afl. 700,- per maand te betalen aan kinderalimentatie, maar de moeder heeft met dit bedrag niet ingestemd. Het gerecht heeft de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen vastgesteld op gemiddeld Afl. 450,- per maand, met de mogelijkheid tot verhoging bij bijzondere uitgaven.
Het gerecht heeft ook rekening gehouden met de specifieke kosten voor naschoolse opvang en crèche voor de minderjarigen. De draagkracht van zowel de vader als de moeder is beoordeeld, waarbij de vader een netto inkomen van Afl. 2.500,- per maand heeft en de moeder een netto inkomen van Afl. 2.200,- per maand. Na het in aanmerking nemen van hun respectieve lasten, is vastgesteld dat de vader maandelijks Afl. 635,- overhoudt en de moeder Afl. 1.300,-. Gezien de draagkracht van beide ouders en de behoeften van de kinderen, heeft het gerecht besloten dat de vader maandelijks Afl. 235,- per kind moet betalen, met een ingangsdatum van de bijdrage op de datum van de uitspraak. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het verzoek om een hogere bijdrage is afgewezen.