ECLI:NL:OGEAA:2019:397

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
2 juli 2019
Publicatiedatum
8 juli 2019
Zaaknummer
AUA201804118
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voogdij over minderjarige in het kader van ouderlijk gezag

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 2 juli 2019 uitspraak gedaan in een verzoek om voogdij over een minderjarige. De verzoeksters, de grootmoeder en de moeder van de minderjarige, hebben een verzoek ingediend op 21 december 2018. Tijdens de mondelinge behandeling op 7 mei 2019 zijn beide verzoeksters verschenen. De minderjarige, geboren in 2011, is niet erkend en staat niet ingeschreven in het bevolkingsregister. De moeder oefent het gezag over de minderjarige alleen uit, maar heeft geen vergunning om in Aruba te verblijven, wat haar in de weg staat om de verblijfstatus van de minderjarige te regelen.

De rechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar artikel 1:295 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat bepaalt dat de rechter een voogd benoemt voor minderjarigen die niet onder ouderlijk gezag staan. De rechter heeft vastgesteld dat de moeder het ouderlijk gezag uitoefent en dat er geen aanwijzingen zijn dat zij daartoe ongeschikt of onmachtig is. De enkele omstandigheid dat de moeder geen verblijfstatus kan regelen voor de minderjarige, is onvoldoende om aan te nemen dat zij het gezag niet kan uitoefenen.

Op basis van deze overwegingen heeft het gerecht besloten het verzoek om voogdij af te wijzen. De beschikking is gegeven in tegenwoordigheid van de griffier, en de uitspraak is openbaar gemaakt op 8 juli 2019.

Uitspraak

Beschikking van 2 juli 2019
Behorend bij EJ nr. AUA201804118
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:

1.[VERZOEKSTER 1],

wonende in Aruba, [adres],
hierna te noemen: de grootmoeder mz,
en
2. [VERZOEKSTER 2],
wonende in Aruba, [adres 1] thans feitelijk te [adres 2],
hierna te noemen: de moeder,
VERZOEKSTERS,
procederend in persoon.
Belanghebbende:
[Naam minderjarige],de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 21 december 2018,
  • de mondelinge behandeling van 7 mei 2019, waaruit blijkt dat zijn verschenen de grootmoeder mz en de moeder in persoon. Namens de Voogdijraad was aanwezig [naam vertegenwoordiger].
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
De minderjarige voornoemd is op [geboortedatum] 2011 in Aruba geboren uit de moeder. De minderjarige is niet erkend. De moeder oefent het gezag over de minderjarige alleen uit.
2.2
De minderjarige staat alhier niet ingeschreven in het bevolkingsregister.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt – naar het gerecht begrijpt - ertoe dat de grootmoeder mz belast wordt met de voogdij over de minderjarige. Ter onderbouwing van het verzoek hebben verzoeksters aangevoerd dat de moeder niet in het bezit is van een vergunning om alhier te mogen verblijven, zodat zij de verblijfstatus van de minderjarige hier te lande niet kan regelen.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ingevolge artikel 1:295 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA) benoemt de rechter een voogd over alle minderjarigen die niet onder ouderlijk gezag staan, en in wier voogdij niet op wettige wijze is voorzien.
4.2
In deze staat vast dat de moeder het ouderlijk gezag over de minderjarige alleen uitoefent. Gesteld noch gebleken is dat de moeder in de onmogelijkheid verkeert het gezag uit te oefenen, dan wel daartoe ongeschikt of onmachtig is. Dat de moeder, vanwege haar eigen verblijfstatus hier te lande, de verblijfstatus van de minderjarige niet kan regelen, is onvoldoende om aan te nemen dat zij het gezag niet kan uitoefenen.
4.3
Gelet hierop en op het verhandelde ter zitting is het gerecht van oordeel dat het verzoek niet voor inwilliging vatbaar is.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 2 juli 2019 door de rechter mr. J.J. Verhoeven in tegenwoordigheid van de griffier.