In deze zaak, die op 16 januari 2019 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, vorderde eiseres, een werknemer, dat de stichting FONDO NACIONAL DI GARANTIA PA VIVIENDA (FNGV) haar loon zou betalen en haar met onmiddellijke ingang zou tewerkstellen. Eiseres stelde dat haar dienstverband niet rechtsgeldig was beëindigd op de pensioendatum van 21 oktober 2018, zoals door FNGV was gesteld. FNGV voerde aan dat er een afspraak was gemaakt dat het dienstverband zou eindigen bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Tijdens de zitting op 20 december 2018 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar advocaten en FNGV door haar gemachtigde. Het Gerecht oordeelde dat het spoedeisend belang van eiseres niet voldoende was onderbouwd en dat er geen grote mate van zekerheid bestond dat haar vorderingen in een bodemprocedure zouden worden toegewezen. De vordering van eiseres werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van FNGV, die op Afl. 1.500,-- werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.