ECLI:NL:OGEAA:2019:420

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 juni 2019
Publicatiedatum
16 juli 2019
Zaaknummer
AUA201900471
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rolbeschikking inzake exceptief verweer in civiele procedure

In de zaak met nummer AUA201900471, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft op 12 juni 2019 een rolbeschikking plaatsgevonden. De eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J. Oerlemans, heeft een verzoekschrift ingediend tegen de gedaagden, een besloten vennootschap en een natuurlijke persoon, die beiden zijn vertegenwoordigd door advocaat mr. D.G. Kock. De gedaagden hebben een exceptief verweer ingediend, maar het Gerecht oordeelt dat deze exceptieve weren niet als een incident in de hoofdzaak kunnen worden beschouwd. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de gedaagden de exceptieve weren eerder hadden moeten opwerpen in hun conclusie van antwoord.

Gezien het financiële belang van de zaak, heeft het Gerecht de gedaagden de gelegenheid geboden om alsnog van antwoord te dienen, maar onder de voorwaarde van ambtshalve peremptoirstelling (P-1). De zaak zal opnieuw worden behandeld op een rolzitting, waar de vraag aan de orde zal komen of er al dan niet gecompareerd zal worden na het indienen van het antwoord. De rolbeschikking is gegeven door rechter mr. A.H.M. van de Leur en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 12 juni 2019.

Uitspraak

Rolbeschikking van 12 juni 2019
Behorend bij A.R. no. AUA201900471
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
ROLBESCHIKKING in de zaak van:
[Naam eiseres],
wonende in Aruba, voor deze zaak gedomicilieerd te [plaats] ([buitenland]) ten kantore van haar in [buitenland] gevestigde hierna genoemde advocaat,
eiseres,
hierna ook te noemen: [naam eiseres],
gemachtigde: de advocaat mr. J. Oerlemans,
tegen:
de besloten vennootschap
[Gedaagde I],
tevens h.o.d.n.
[Naam B.V.],
gevestigd in Aruba,
hierna ook te noemen: [Gedaagde I],
en:
[Gedaagde II],
wonende in Aruba,
hierna ook te noemen: [Gedaagde II],
gedaagden,
hierna gezamenlijk ook te noemen: [gedaagden I en II],
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock.

1.HET PROCESVERLOOP

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
-het verzoekschrift, met producties;
-de door [gedaagden I en II] zogenoemde “
Incidentele conclusie/Exceptief verweer”, met één productie.
1.2
Rolbeschikking is bepaald op heden.

2.DE BEOORDELING

2.1
De door [gedaagden I en II] in hun “
Incidentele conclusie/Exceptief verweer” opgeworpen exceptieve weren brengen naar het oordeel van het Gerecht niet mee dat sprake is van een incident in de lopende hoofdzaak. Bedoelde weren hadden vooropgesteld opgeworpen moeten worden in de door [gedaagden I en II] te nemen conclusie van antwoord teneinde die in die hoofdzaak, in beginsel nadat die is uitgeprocedeerd, als eerste te bespreken.
2.2
Mede gelet op het niet geringe financiële belang dat gemoeid gaat met deze zaak zal het Gerecht [gedaagden I en II] billijkheidshalve in de gelegenheid stellen om alsnog, maar dan wel onder ambtshalve peremptoirstelling (P-1), van antwoord te dienen als na te melden. Daarna komt de zaak weer voor rolbeschikking te staan, ter beantwoording van de vraag of er al dan niet gecompareerd gaat worden na antwoord.
2.3
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-stelt [gedaagden I en II] in de gelegenheid om alsnog van antwoord te dienen, en verwijst de zaak daartoe (in verband met het reces) naar de rolzitting van
woensdag 21 augustus 2019, ambtshalve peremptoir (P-1);
-houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze rolbeschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 12 juni 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.