In deze zaak gaat het om een verzoek van [naam verzoeker] tegen [naam bedrijf] betreffende de onregelmatigheid van een ontslag op staande voet. [Naam verzoeker] was sinds 22 juli 2010 in dienst bij [naam bedrijf] als Heavy Equipment Operator. Op 16 november 2018 werd hij op staande voet ontslagen na een incident op 9 november 2018, waarbij hij zijn collega [X] fysiek heeft aangevallen. [Naam verzoeker] heeft het ontslag betwist en verzocht om een verklaring dat het ontslag onregelmatig was, evenals een vergoeding voor de gevolgen van het ontslag.
De procedure omvatte een verzoekschrift, een verweerschrift en een mondelinge behandeling. Het gerecht heeft vastgesteld dat er op 9 november 2018 een vechtpartij heeft plaatsgevonden, waarbij [naam verzoeker] in ieder geval één vuistslag heeft uitgedeeld aan [X]. Het gerecht heeft de argumenten van beide partijen overwogen, inclusief de omstandigheden van het incident en de gevolgen voor [naam verzoeker].
Het gerecht oordeelt dat het gedrag van [naam verzoeker] voldoende ernstig was om een ontslag op staande voet te rechtvaardigen. De rechter concludeert dat de door [naam verzoeker] aangevoerde omstandigheden niet opwegen tegen de ernst van zijn gedragingen. Het verzoek van [naam verzoeker] wordt afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de kosten van de procedure.