ECLI:NL:OGEAA:2019:468

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
18 juni 2019
Publicatiedatum
15 augustus 2019
Zaaknummer
AUA201900285
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontkenning vaderschap en vaststelling van biologisch vaderschap in een civiele procedure

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 18 juni 2019 een beschikking gegeven met betrekking tot de ontkenning van het vaderschap. De verzoekers, de moeder en de juridische vader van de minderjarige, hebben verzocht om gegrondverklaring van de ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap van de juridische vader. Tevens werd verzocht om vaststelling van het vaderschap van de overleden [naam overledene] ten aanzien van de minderjarige, met benoeming van mevrouw [naam bijzondere curator] als bijzondere curator.

De procedure begon met een verzoekschrift dat op 30 januari 2019 werd ingediend, gevolgd door een advies van de ambtenaar van de burgerlijke stand op 25 april 2019 en een mondelinge behandeling op 7 mei 2019. Tijdens deze behandeling waren de moeder, de juridische vader en de bijzondere curator aanwezig. De juridische vader is echter niet ter zitting verschenen, wat leidde tot onduidelijkheid over wanneer hij zich bewust werd van het feit dat hij vermoedelijk niet de biologische vader van de minderjarige was.

De rechter oordeelde dat zowel de juridische vader als de moeder niet-ontvankelijk moesten worden verklaard in hun verzoeken, omdat de wettelijke termijnen voor het indienen van de ontkenning van het vaderschap waren overschreden. De bijzondere curator heeft namens de minderjarige het vaderschap van de juridische vader ontkend en verzocht om gegrondverklaring van deze ontkenning. Op basis van DNA-onderzoek, dat een hoge mate van zekerheid bood over de biologische relatie tussen de minderjarige en de overleden [naam overledene], werd geoordeeld dat de juridische vader niet de biologische vader was.

De rechter heeft de verzoekers niet-ontvankelijk verklaard, mevrouw [naam bijzondere curator] benoemd tot bijzondere curator van de minderjarige, en vastgesteld dat [naam overledene] de biologische vader van de minderjarige is. Deze vaststelling heeft terugwerkende kracht tot de geboorte van de minderjarige, met inachtneming van de rechten van derden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Beschikking van 18 juni 2019
Behorend bij EJ nr. AUA201900285
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:

1.[VERZOEKSTER],

2. [VERZOEKER],
wonende in Aruba,
VERZOEKERS, hierna: de moeder en de juridische vader,
gemachtigde: de advocaat mr. M.B. Boyce,
Belanghebbenden:
[MINDERJARIGE],de minderjarige,
DE VOOGDIJRAAD, in zijn hoedanigheid van bijzondere curator.

1.DE PROCEDURE

Het verloop de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, ingediend op 30 januari 2019;
  • het advies van de ambtenaar van de burgerlijke stand, overgelegd op 25 april 2019;
  • de mondelinge behandeling van 7 mei 2019, waaruit blijkt dat zijn verschenen de moeder in persoon en bijgestaan door haar gemachtigde en de juridische vader bij zijn gemachtigde voornoemd, de ambtenaar van de Burgerlijke Stand bij mevrouw [gemachtigde] en de Voogdijraad bij mevrouw [gemachtigde].
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

Tijdens het huwelijk tussen de moeder en de juridische vader is op [geboortedatum] 2014 in Aruba geboren [minderjarige] (hierna: de minderjarige).

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot gegrondverklaring van de ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap van de juridische vader en voorts tot de vaststelling van het vaderschap van wijlen [naam overledene], overleden op 13 juni 2016 in Aruba, ten aanzien van de minderjarige met benoeming van mevrouw [naam bijzondere curator] als bijzondere curator.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ingevolge artikel 1:212 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) dient in zaken van afstamming het minderjarig kind vertegenwoordigd te worden door een daartoe door het gerecht benoemde bijzondere curator. Mevrouw [naam bijzondere curator] heeft zich bereid verklaard als bijzondere curator van de minderjarige op te treden.
4.2
Het door het huwelijk ontstane vaderschap kan op de voet van artikel 1:200, lid 1 onder a BW, door de vader of de moeder van het kind worden ontkend op grond dat de man niet de biologische vader van het kind is.
4.3
Ingevolge artikel 1:200 leden 1 en 5 BW kan, op de grond dat de vader niet de biologische vader van het kind is, het door huwelijk ontstane vaderschap worden ontkend door de vader binnen één jaar nadat hij bekend is geworden met het feit dat hij vermoedelijk niet de biologische vader is van het kind.
De juridische vader is niet ter zitting verschenen. Onduidelijk is gebleven wanneer hij erachter is gekomen dat hij vermoedelijk niet de biologische vader is van de minderjarige. De juridische vader zal, gelet op het vorenstaande, niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn verzoek.
4.4
Ingevolge artikel 1:200 leden 1 en 5 BW dient de moeder van het kind het verzoek tot gegrondverklaring van de ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap binnen één jaar na de geboorte van het kind in te dienen. Het onderhavige verzoek van de moeder is ingediend na het verstrijken van de wettelijke termijn.
De moeder zal, gelet op het vorenstaande, ook niet-ontvankelijk worden verklaard in haar verzoek.
4.5
De bijzondere curator heeft ter zitting namens de minderjarige het vaderschap van de juridische vader ontkend en de gegrondverklaring van de ontkenning verzocht. De bijzondere curator is bevoegd de minderjarige te vertegenwoordigen in een door de moeder of de juridische vader ingekomen verzoekschrift tot ontkenning van vaderschap. In casu hebben de moeder en de juridische vader het verzoek ingediend, zodat de bijzondere curator ontvankelijk is in haar verzoek.
4.6
Verzoekers hebben een rapport overgelegd van het Laboratorio Familiar van 28 september 2017, houdende de bevindingen van een verwantschapsonderzoek (DNA-test). Omdat de vermeende vader overleden is, heeft zijn moeder mevrouw [naam bijzonder curator], een DNA-test ondergaan. Uit het overgelegde DNA-onderzoek is gebleken dat mevrouw [naam bijzonder curator] met een zekerheid van 99,999% een biologische relatie/verwantschap heeft met de minderjarige. Dit sluit aan bij de uitkomst van een DNA-onderzoek die [naam overledene] en de minderjarige op 6 mei 2016 in Venezuela hebben ondergaan en waaruit volgde dat [naam overledene] met een zekerheid van 99,99% de vader van de minderjarige is. Op grond van bovengenoemd DNA-resultaat van Laboratorio Familiar in samenhang met het onderzoek dat in Venezuela is verricht, kan worden aangenomen dat de overledene de biologische vader is van de minderjarige. Hiermee is voldoende aannemelijk gemaakt dat de juridische man niet de biologische vader is van de minderjarige. Aan de wettelijke eis voor gegrondverklaring van de ontkenning is dus voldaan. Voor het overige is niet gebleken van enig bezwaar tegen toewijzing van het verzoek. Het door de bijzondere curator overgenomen verzoek tot gegrondverklaring van de ontkenning is derhalve toewijsbaar. Gesteld noch gebleken is dat alleen om erfrechtelijke redenen op gerechtelijke vaststelling van het vaderschap aanspraak wordt gemaakt. Nu niet van bezwaren tegen toewijzing van het verzoek is gebleken, zal het gerecht ook de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap uitspreken, met enkele passende voorzieningen in verband met de rechtszekerheid.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
verklaart de verzoekers niet-ontvankelijk in hun verzoek,
benoemt mevrouw [naam bijzonder curator] tot bijzondere curator van de minderjarige,
verklaart gegrond de ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap van [verzoeker], geboren op [geboortedatum] 1967 in Aruba van [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2014 in Aruba uit [verzoekster],
stelt vast dat [naam overledene], geboren op [geboortedatum] 1979 in Curaçao en overleden op 13 juni 2016 in Aruba, de vader is van [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2014 in Aruba,
bepaalt dat deze vaststelling terugwerkt tot de geboorte van de minderjarige, met dien verstande dat te goeder trouw door derden verkregen rechten daardoor niet worden geschaad en er geen verplichting tot teruggave van vermogensrechtelijke voordelen ontstaat, voor zover degene die hen heeft genoten op de dag van deze beschikking niet was gebaat,
bepaalt dat de griffier van het gerecht, zodra deze beschikking in kracht van gewijsde is gegaan, een afschrift van de beschikking doet toekomen aan de ambtenaar van de burgerlijke stand in Aruba,
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 18 juni 2019 door mr. J.J. Verhoeven, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.