In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 18 juni 2019 uitspraak gedaan over een verzoek tot wijziging van de voornaam van een minderjarige. Verzoekster, de wettelijke vertegenwoordiger van de minderjarige, heeft op 26 februari 2019 een verzoekschrift ingediend om de eerste voornaam van de minderjarige te wijzigen. De minderjarige was geboren op [geboortedatum] 2017 in Aruba en had bij haar geboorte de voornamen [voornamen] gekregen. Bij een eerdere beschikking van 1 april 2019 was bepaald dat het ouderlijk gezag voortaan alleen aan verzoekster zou toekomen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 7 mei 2019 is gebleken dat de ouders van de minderjarige, verzoekster en de vader, oorspronkelijk de bedoeling hadden dat de minderjarige de voornaam [voornaam] zou krijgen. De vader had echter bij de aangifte van de geboorte een andere voornaam opgegeven, wat leidde tot verwarring. Verzoekster heeft aangevoerd dat de minderjarige sinds haar geboorte met de voornaam [voornaam] wordt aangesproken en dat zij zich met deze naam identificeert. De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft geadviseerd om het verzoek af te wijzen, maar zich tegelijkertijd gerefereerd aan het oordeel van het gerecht.
Het gerecht heeft geoordeeld dat de voornaam [voornaam] voldoet aan de wettelijke eisen en niet ongepast is. Het belang van de minderjarige en haar emotioneel welzijn zijn zwaarwegende redenen voor de wijziging. Het gerecht heeft daarom besloten het verzoek tot wijziging van de voornaam toe te wijzen. De griffier is opgedragen om een afschrift van de beschikking aan de ambtenaar van de burgerlijke stand te zenden, niet eerder dan zes weken na de beschikking.