ECLI:NL:OGEAA:2019:521
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van verzoek tot herstel dienstbetrekking en betaling loon in kort geding
In deze zaak, die op 5 juni 2019 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, heeft eiseres, die in persoon procedeerde, een kort geding aangespannen tegen de publiekrechtelijke rechtspersoon Het Land Aruba. Eiseres vorderde onder andere dat het Gerecht het Land zou bevelen om haar dienstbetrekking met terugwerkende kracht te herstellen en haar loon door te betalen. Eiseres stelde dat de beëindiging van haar dienstverband in strijd was met de wetgeving en algemene beginselen van behoorlijk bestuur, aangezien zij ten tijde van de beëindiging arbeidsongeschikt was. Het Land voerde verweer en concludeerde tot afwijzing van de vorderingen van eiseres.
Het Gerecht oordeelde dat de arbeidsovereenkomst van eiseres, die op 1 april 2016 was ingegaan voor een bepaalde tijd van drie jaar, op 31 maart 2019 van rechtswege was geëindigd. Het bepaalde in artikel 7A:1613y BW was niet van toepassing, omdat niet was gebleken dat partijen bij aanvang van de overeenkomst hadden afgesproken dat dit wel het geval zou zijn. Eiseres had na de beëindiging van haar dienstverband geen werkzaamheden verricht en geen loon ontvangen, wat de stelling van een stilzwijgende voortzetting van het dienstverband ondermijnde.
Het Gerecht concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die een ander oordeel konden dragen en dat de belangen van het Land zwaarder wogen dan die van eiseres. De vorderingen van eiseres werden afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten, die op nihil werden begroot, aangezien het Land zich had laten vertegenwoordigen door een ambtenaar. Het vonnis werd uitgesproken ter openbare terechtzitting op 5 juni 2019.