ECLI:NL:OGEAA:2019:541
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake erkenning van echtscheidingsverdeling tussen partijen uit de Verenigde Staten van Amerika en Aruba
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, gaat het om een geschil tussen een eiseres uit de Verenigde Staten van Amerika en een gedaagde uit Aruba. De eiseres heeft gevorderd dat de door de rechter in New York vastgestelde verdeling van de vermogensbestanddelen en de kinderalimentatie wordt erkend en uitgevoerd door de Arubaanse rechter. De gedaagde heeft hiertegen verweer gevoerd. De procedure is gestart met een verzoek tot echtscheiding door de gedaagde in 2006, waarbij de eiseres verstek is verleend. De rechter in New York heeft in 2008 eveneens de echtscheiding uitgesproken en een verdeling van de vermogensbestanddelen vastgesteld. De Arubaanse rechter heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de procedure in New York eerder is gestart dan die in Aruba. Er is geen verdrag tussen Nederland en de Verenigde Staten dat de Arubaanse rechter zou verplichten zich onbevoegd te verklaren. De rechter heeft de gedaagde in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de vraag of voldaan is aan de eisen van artikel 814 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en de gedaagde moet bewijsstukken overleggen met betrekking tot zijn nationaliteit en woonplaats.