ECLI:NL:OGEAA:2019:545
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake huurachterstand en schuldbekentenis tussen eiser en gedaagde
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, wonende in Aruba, een vordering ingesteld tegen gedaagde, eveneens wonende in Aruba, wegens huurachterstand. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 29 mei 2019, waarna een comparitie van partijen heeft plaatsgevonden op 11 juni 2019. Eiser vordert dat gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van Afl. 2.925,--, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagde heeft verweer gevoerd en stelt dat eiser niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vorderingen.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat er geen gronden zijn voor niet-ontvankelijkheid van eiser. Vastgesteld is dat er een huurovereenkomst bestaat tussen partijen, waarbij gedaagde een woning huurde van eiser. Gedaagde heeft een schuldbekentenis ondertekend voor een bedrag van Afl. 3.736,35, waarvan Afl. 2.300,-- is betaald, en Afl. 1.436,35 onbetaald is gelaten. Gedaagde heeft erkend dat dit bedrag verschuldigd is, maar voert een verrekeningsverweer aan met betrekking tot schade door lekkages in de woning.
Het Gerecht heeft het verrekeningsverweer van gedaagde verworpen en geoordeeld dat gedaagde Afl. 1.436,35 aan eiser moet betalen, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat ieder partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 28 augustus 2019 door mr. A.H.M. van de Leur.