ECLI:NL:OGEAA:2019:562
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Verklaring voor recht inzake loondienst en wedertewerkstelling van verzoeker tegen het Land Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 20 augustus 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoeker en het Land Aruba. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. D.G. Kock, heeft verzocht om een verklaring voor recht dat hij nog steeds in loondienst is van het Land en om doorbetaling van zijn loon vanaf 1 januari 2019. Het Land, vertegenwoordigd door mr. C.L. Geerman, heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van de verzoeken.
De procedure is gestart met een verzoekschrift en heeft geleid tot een mondelinge behandeling op 30 april 2019. Tijdens deze zitting heeft de verzoeker gereageerd op het verweerschrift van het Land, waarna het Land op zijn beurt heeft gereageerd op de repliek van de verzoeker. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de verzoeker per 1 januari 2014 in loondienst is getreden bij het Land en dat zijn arbeidsovereenkomst na ommekomst van de bepaalde tijd stilzwijgend is voortgezet.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat de verzoeker recht heeft op doorbetaling van zijn loon en wedertewerkstelling, en heeft het Land veroordeeld tot betaling van achterstallig loon, vermeerderd met een wettelijke verhoging. Tevens is een dwangsom opgelegd voor het geval het Land niet aan de beschikking voldoet. De kosten van de procedure zijn voor het Land, dat in het ongelijk is gesteld. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, met uitzondering van de verklaring voor recht.