ECLI:NL:OGEAA:2019:578
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding betreffende ontruiming van een woning en betaling van achterstallige huur
In deze zaak heeft eiser, een verhuurder, gedaagde, een huurder, aangeklaagd in kort geding wegens huurachterstand en de ontruiming van een woning. Eiser verhuurt een pand aan gedaagde voor een maandelijkse huurprijs van Afl. 300,-, maar gedaagde heeft sinds oktober 2018 geen huur meer betaald. Eiser heeft de Huurcommissie om toestemming gevraagd om de huurovereenkomst op te zeggen, wat op 14 december 2018 is goedgekeurd, mits gedaagde de huurachterstand voor 31 december 2018 inloopt. Gedaagde heeft echter geen actie ondernomen en is in gebreke gebleven. Eiser heeft daarop gedaagde gesommeerd om de woning te ontruimen, maar gedaagde heeft hieraan geen gehoor gegeven.
Tijdens de mondelinge behandeling op 26 augustus 2019 heeft eiser zijn vordering toegelicht, waarbij hij verzocht om ontruiming van de woning en betaling van de achterstallige huur van Afl. 2.400,-, vermeerderd met een dwangsom voor elke maand dat gedaagde de woning niet zou ontruimen. Gedaagde erkent de huurachterstand, maar stelt dat hij in december 2018 de huur wilde betalen, maar dat eiser dit niet accepteerde.
Het gerecht heeft geoordeeld dat gedaagde in gebreke is gebleven en dat eiser voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de huurovereenkomst rechtsgeldig is opgezegd. Eiser heeft recht op ontruiming van de woning en betaling van de achterstallige huur. Het gerecht heeft gedaagde veroordeeld om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis de woning te ontruimen en de achterstallige huur te betalen, evenals de proceskosten. De vordering tot het opleggen van een dwangsom is afgewezen, omdat eiser de ontruiming via de deurwaarder kan laten uitvoeren.