ECLI:NL:OGEAA:2019:593
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Verplichting tot het nemen van een beslissing op bezwaar en oplegging van een dwangsom
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 16 september 2019 uitspraak gedaan op een verzoek van verzoekster, die vertegenwoordigd werd door advocaat mr. D.G. Kock. Het verzoek was ingediend naar aanleiding van een eerdere uitspraak van het gerecht op 7 januari 2019, waarin werd bepaald dat de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie (verweerder) binnen drie maanden een beslissing moest nemen op het bezwaar van verzoekster. Verweerder had echter nagelaten om op het bezwaar te beslissen, wat aanleiding gaf tot het huidige verzoek.
Het gerecht overweegt dat er bij het sluiten van het onderzoek geen bewijs is geleverd dat verweerder op het bezwaar van verzoekster heeft beslist. Dit betekent dat verweerder geen gevolg heeft gegeven aan de eerdere uitspraak. Het gerecht heeft verweerder opgedragen om binnen een termijn van drie maanden na de uitspraak alsnog een reële beslissing te nemen op het bezwaar van verzoekster, met de toevoeging dat er een dwangsom van Afl. 500,- per dag verbeurt kan worden voor elke dag dat verweerder in gebreke blijft, met een maximum van Afl. 25.000.
Daarnaast heeft het gerecht bepaald dat verweerder de kosten van het geding, die door verzoekster zijn gemaakt voor rechtskundige bijstand, moet vergoeden. Deze kosten zijn begroot op Afl. 500,-. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige besluitvorming door bestuursorganen en de mogelijkheid om hen te dwingen tot naleving van eerdere uitspraken.