ECLI:NL:OGEAA:2019:650

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 oktober 2019
Publicatiedatum
16 oktober 2019
Zaaknummer
AUA201701662
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming erkenning en geslachtsnaam minderjarige

Op 8 oktober 2019 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een zaak betreffende vervangende toestemming voor erkenning van een minderjarige. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. N.S. Gravenstijn, verzocht om toestemming om zijn minderjarige kind te erkennen, terwijl de moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.M. Malmberg, geen bezwaar had tegen de erkenning, mits de minderjarige haar geslachtsnaam zou behouden. Het gerecht heeft vastgesteld dat de vader de biologische vader is van de minderjarige en dat er geen overeenstemming was bereikt over de geslachtsnaam.

Het gerecht heeft de relevante wetgeving, met name artikel 1:5 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, in overweging genomen. Dit artikel bepaalt dat de geslachtsnaam van een kind die van zijn vader is, tenzij anders overeengekomen. De rechter heeft echter opgemerkt dat de huidige wetgeving ongelijke behandeling van ouders met zich meebrengt en dat de Landsverordening aanvulling BWA nog niet in werking is getreden. De rechter heeft besloten dat, in het belang van de minderjarige, de geslachtsnaam van de moeder behouden blijft, ondanks de erkenning door de vader.

De beslissing houdt in dat de vader vervangende toestemming krijgt om de minderjarige te erkennen, maar dat de geslachtsnaam van de moeder behouden blijft. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is gegeven in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 8 oktober 2019
behorend bij EJ nr. 1549 van 2017 / AUA201701662
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[naam verzoeker],
wonende in Aruba,
VERZOEK, hierna te noemen: de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn,
tegen
[naam verweerster],
wonende in Aruba,
VERWEER, hierna te noemen: de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg.
Belanghebbenden:
[naam minderjarige],de minderjarige,
DE VOOGDIJRAAD, in zijn hoedanigheid van bijzonder curator.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de akte zijdens de vader, ingediend op 18 juni 2019
- de akte zijdens de moeder, ingediend op 2 juli 2019.
1.2
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

Vervangende toestemming tot erkenning en keuze van de geslachtsnaam
2.1
Ter beoordeling ligt hier voor het verzoek van de vader om vervangende toestemming om de minderjarige te mogen erkennen.
2.2
De moeder heeft te kennen gegeven geen bezwaar te hebben tegen de erkenning van de minderjarige door de vader, mits de minderjarige haar geslachtsnaam behoudt.
2.3
In dit geval staat nu vast, dat de vader de biologische vader is van de minderjarige.
2.4
Het gerecht zal gelet op het voorgaande, de vader vervangende toestemming verlenen om de minderjarige te erkennen.
2.5
Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord welke geslachtsnaam de minderjarige bij de erkenning zal dragen. Partijen hebben geen overeenstemming bereikt over de naamkeuze. Het gerecht overweegt als volgt.
2.6
Ingevolge artikel 1:5 Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA) is de geslachtsnaam van een kind die van zijn vader, en anders die van de moeder. Conform het geldende recht krijgt de minderjarige bij de erkenning de geslachtsnaam van de vader.
Algemeen aanvaard is dat in het huidige Arubaanse namenrecht de moeder van een kind wordt achtergesteld bij de vader zonder dat daarvoor voldoende rechtvaardiging is. Deze ongelijke behandeling is in (elk geval) strijdig met artikel I.1 van de Staatsregeling van Aruba en artikel 26 van het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.
De Arubaanse wetgever heeft dit rechtstekort onder ogen gezien. Bij Landsverordening van 23 september 2016 – tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek van Aruba in verband met een aantal onderwerpen die nog een regeling of aanpassing in het Burgerlijk Wetboek van Aruba behoeven (aanvulling Burgerlijk Wetboek van Aruba), AB 2016, no. 51 (hierna: Landsverordening aanvulling BWA) – is bepaald dat art. 1:5 BWA wordt vervangen door veertien nieuwe wetsartikelen (art. 1:5 tot en met art. 1:5m BWA).
Artikel 1:5 van de Landsverordening aanvulling BWA bepaalt, voor zover hier van belang, dat de ouders bij de keuze van de geslachtsnaam van hun kind kunnen kiezen voor de geslachtsnaam van de vader dan wel voor die van de moeder.
Artikel 1:5b Landsverordening aanvulling BWA bevat een regeling voor geschillen omtrent de naamskeuze. Het eerste lid van dit artikel luidt:
“Een geschil tussen de ouders of toekomstige ouders over de naamskeuze kan op verzoek van beiden of één van hen aan de rechter in eerste aanleg worden voorgelegd. Deze beproeft, alvorens te beslissen, een vergelijk tussen hen. De rechter neemt een zodanige beslissing als hem in het belang van het kind wenselijk voorkomt.”
Artikel 1:5g, eerste lid, Landsverordening aanvulling BWA luidt:
“Indien een kind door erkenning in familierechtelijke betrekking tot de vader komt te staan, behoudt het de geslachtsnaam van de moeder, tenzij de moeder en de erkenner ter gelegenheid van de erkenning gezamenlijk verklaren naamskeuze te doen. Van deze verklaring wordt melding gemaakt in de akte van erkenning. Het voorgaande is van overeenkomstige toepassing bij erkenning van een ongeboren kind.”
2.7
De Landsverordening aanvulling BWA is nog niet in werking getreden.
2.8
De Hoge Raad heeft bij beschikking van 13 juli 2017 (ECLI:NL:2017:2614) overwogen dat nu de Landsverordening aanvulling BWA nog niet in werking is getreden en onbekend is op welke termijn dat het geval zal zijn, de rechter thans voor Aruba dient te bezien of in dit rechtstekort kan worden voorzien. De rechter kan door bij de keuze van de wetgever, zoals gemaakt bij de vaststelling van de Landsverordening aanvulling BWA, aan te sluiten een oplossing bieden voor het rechtstekort van de geldende wetgever (rechtsoverwegingen 3.4.6 en 3.4.8).
2.9
Voor de in deze zaak aan de orde zijnde erkenning sluit het gerecht aan bij het bepaalde in artikel 1:5g, eerste lid, van de Landsverordening aanvulling BWA, waarin wordt bepaald dat een kind dat door erkenning in familierechtelijke betrekking tot de vader komt te staan in beginsel de geslachtsnaam van de moeder behoudt. Partijen zijn niet tot een vergelijk gekomen over de geslachtsnaam van de minderjarige. Daarbij neemt het gerecht ook in aanmerking dat het hier om een klein kind gaat, dat is geboren uit een kortstondige lange afstandsrelatie tussen partijen, en nooit heeft samengewoond met de man noch een familieverband heeft met hem.
2.1
Gelet op het voorgaande bepaalt het gerecht dat ter gelegenheid van de erkenning door de vader van de minderjarige artikel 1:5 lid 1 BWA buiten toepassing blijft en de minderjarige de geslachtsnaam van de moeder behoudt. Het gerecht acht het behouden van de geslachtsnaam van de moeder wenselijk in het belang van de minderjarige.
2.11
Het gerecht ziet in de aard van het verzoek en de relatie tussen partijen, aanleiding om de kosten te compenseren, in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
3.1
verleent de vader [naam vader], bij gebreke van toestemming van de moeder, vervangende toestemming om de minderjarige [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] in Aruba te erkennen,
3.2
bepaalt dat ter gelegenheid van de erkenning door de man artikel 1:5 lid 1 BWA buiten toepassing blijft en de minderjarige de geslachtsnaam van de moeder [geslachtsnaam moeder] behoudt,
3.3
compenseert de kosten in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt,
3.4
wijst af met meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 8 oktober 2019 door mr. J.J. Verhoeven, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.