Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
3.DE BEOORDELING
Team Lead” tegen een bruto maandloon van Afl. 22.213,97, een maandelijkse huisvergoeding van Afl. 4.375,-- en een per diem vergoeding van Afl. 227,-- voor iedere dag dat [appellante] zich op Aruba bevindt.
Article 1
a) As ofNovember 6th, 2018,Employee enters into the service of Employer asTeam Leadfor a definite period of time, being for the duration of the execution of the work under the (…). Service Agreement (…).
a) Employee will earn a gross salary ofAWG. 22,213.97per month to be paid once payment from Citgo Aruba Refinery has been received. (…).
De werkgever is verplicht de arbeider zijn loon op de bepaalde tijd te voldoen.”. Het Gerecht volgt [appellante] voorshands in zijn standpunt dat de in artikel 4 sub a. en b. van de arbeidsovereenkomst neergelegde betalingsvoorwaarde strijdig is met die dwingendrechtelijke op de werkgever rustende wettelijke verplichting. Het niet ondenkbare geval dat in dezen Citgo niet tot betaling aan S&L overgaat zou immers met zich brengen dat S&L niet hoeft te voldoen aan haar wettelijke verplichting telkens het bedongen maandloon van [appellante] te betalen. Dit één ander brengt naar het voorlopig oordeel van het Gerecht mee dat bedoelde voorwaarde op de voet van het bepaalde in het tweede lid van artikel 3:40 BW nietig is, met als gevolg dat het beroep van S&L op die voorwaarde faalt.