In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 24 september 2019 uitspraak gedaan over een verzoek van een notaris tot goedkeuring van een declaratie. Het verzoek betreft een bedrag van Afl. 2.469,27 dat onbetaald is gebleven na het verrichten van werkzaamheden in verband met een hypotheek. De belanghebbende, die niet verschenen is, had geen verweerschrift ingediend en was niet op de zitting aanwezig. De procedure begon met een verzoekschrift van 23 juli 2019 en een mondelinge behandeling op 11 juni 2019.
De rechter heeft het verzoek gegrond verklaard op basis van artikel 5 van de Landsverordening honorarium en verschotten notarissen (Lhvn). De notaris heeft verschillende werkzaamheden verricht, maar de akte(s) zijn uiteindelijk niet doorgegaan. De rechter heeft vastgesteld dat het honorarium, dat normaal gesproken zou zijn vastgesteld op basis van de tariefbeschikking, met de helft moet worden verlaagd omdat de akte(s) niet zijn doorgegaan. De rechter heeft de declaratie van de notaris begroot en vastgesteld dat het totaalbedrag dat nog te voldoen is Afl. 1.400,08 bedraagt, vermeerderd met incassokosten en rente.
De uitspraak bevat ook bepalingen over de restitutie van griffierechten en de mogelijkheid voor partijen om binnen veertig dagen na de dagtekening van de beslissing een verzoek in te dienen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie indien zij het niet eens zijn met de begroting. De beslissing is genomen door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.