ECLI:NL:OGEAA:2019:690

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
24 september 2019
Publicatiedatum
28 oktober 2019
Zaaknummer
AUA201900982
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning van een buiten Aruba gedane uitspraak inzake voogdij over een minderjarige

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 24 september 2019 uitspraak gedaan op een verzoek van de grootvader van een minderjarige, die in Aruba woont. Het verzoek was gericht op de erkenning van een buiten Aruba gedane uitspraak van de Dominicaanse Republiek, waarin de voogdij over de minderjarige aan de grootvader werd toegewezen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 28 maart 2019 werd ingediend, gevolgd door een advies van de ambtenaar op 26 juni 2019 en een mondelinge behandeling op 2 juli 2019. Tijdens deze behandeling waren de grootvader en zijn gemachtigde aanwezig, maar de ouders van de minderjarige, die in Santo Domingo wonen, verschenen niet.

De feiten van de zaak zijn als volgt: de minderjarige is geboren uit de relatie tussen de moeder en de vader in Santo Domingo. Op 29 oktober 2018 heeft de Sala Civil del Tribunal de Niños, Niñas y Adolescentes in de Dominicaanse Republiek een beslissing genomen waarin de ouders instemden met de overdracht van de voogdij aan de grootvader, zodat de minderjarige bij hem in Aruba kan wonen. De grootvader verzocht de rechtbank om deze beslissing in Aruba te erkennen en om verlof te verlenen voor de tenuitvoerlegging ervan.

De rechtbank heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van de relevante artikelen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het Burgerlijk Wetboek van Aruba. De rechtbank concludeerde dat de erkenning van de buitenlandse uitspraak niet mogelijk was, omdat deze niet voldeed aan de voorwaarden voor opname in het register van de burgerlijke stand. De rechtbank heeft het verzoek van de grootvader daarom afgewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 24 september 2019
behorend bij EJ. nr. AUA201900982
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[verzoeker],
wonende in Aruba,
VERZOEK, hierna: de grootvader vz,
gemachtigde: de advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff.
Belanghebbenden:
[naam moeder],hierna ook te noemen: de moeder,
[naam vader],hierna ook te noemen: de vader,
[naam kind], de minderjarige,
alle drie wonende in Santo Domingo,
DE AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND,hierna: de ambtenaar, gemachtigde: mr. A. Els.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingediend op 28 maart 2019,
- het advies van de ambtenaar, ingediend op 26 juni 2019;
- de mondelinge behandeling van 2 juli 2019, waaruit blijkt dat zijn verschenen de grootvader vz in persoon en bijgestaan door zijn gemachtigde en de ambtenaar bij zijn gemachtigde. De moeder en de vader zijn, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Uit de affectieve relatie tussen [naam moeder] en [naam vader] is geboren [naam kind] op [geboortedatum] 2014 in Santo Domingo (hierna de minderjarige).
2.2
Bij beslissing van 29 oktober 2018 (nr. 642-2018-ENNC-06256) heeft het gerecht in de Dominicaanse Republiek “
Sala Civil del Tribunal de Niños, Niñas y Adolescentes del Distrito Judicial de Santo Domingo”op verzoek van de “Procuradora Fiscal de Niños, Niñas y Adolescentes de Santo Domingo” (solicitud de homologación) goedgekeurd de schikkingsakte (acta de entrega de guarda y custodia) tussen de ouders van de minderjarige en de grootvader vz d.d. 21 augustus 2018, waarbij de ouders akkoord gaan om de “guarda, custodia y tutela” over de minderjarige aan de grootvader vz over te dragen opdat de minderjarige bij de grootvader vz in Aruba kan gaan wonen.

3.HET VERZOEK

3.1
Het verzoek strekt ertoe dat bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, verlof wordt verleend voor de tenuitvoerlegging van voormelde beslissing van 29 oktober 2018 en wordt bepaald dat grootvader vz de voogdij heeft over de minderjarige.
3.2
Daartoe is ter zitting gesteld dat de grootvader vz met de minderjarige naar Aruba wil afreizen en dat het daarom in het belang van de minderjarige is dat voornoemde beslissing in Aruba wordt erkend.

4.DE BEOORDELING

Erkenning buiten Aruba gedane uitspraak

4.1
Het verzoek is kennelijk gebaseerd op artikel 431 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv). Ingevolge artikel 431 lid 1 Rv kunnen behoudens de artikelen 985 tot en met 994, beslissingen door vreemde rechters gegeven binnen Aruba niet ten uitvoer worden gelegd. Artikel 985 Rv bepaalt dat indien een beslissing, gegeven door de rechter van een vreemde Staat in Aruba uitvoerbaar is krachtens verdrag of wet, deze niet ten uitvoer wordt gelegd dan na daartoe verkregen rechterlijk verlof. In dit geval gaat het echter niet om de
tenuitvoerleggingvan de beslissing van de rechter van een vreemde Staat, maar om de erkenning ervan, zodat bovengenoemde bepaling niet van toepassing is.
Verzoek ex artikel 1:26 lid 1 BW
4.2
Voor zover de verzoeker heeft beoogd een verzoek te doen ex artikel 1:26 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, komt ook dit verzoek niet voor toewijzing in aanmerking. Immers, op grond van artikel 1:26 lid 1 BW kan een ieder, die daarbij een gerechtvaardigd belang heeft, het gerecht verzoeken een verklaring voor recht af te geven dat een op hem betrekking hebbende buiten Aruba gedane uitspraak overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is gedaan en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een register van de burgerlijke stand. Voornoemde uitspraak van 29 oktober 2018 is overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie gedaan, maar is naar zijn aard niet vatbaar voor opneming in een register van de burgerlijke stand, aangezien die registers geen informatie omtrent “guarda y custodia” (gezag c.q. voogdij) over minderjarigen bevatten.
4.3
Het verzoek wordt, gelet op het vorenstaande, afgewezen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van dinsdag 24 september 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.