ECLI:NL:OGEAA:2019:73
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een adoptieverzoek op basis van nationale regelgeving en de beoordeling van family life onder het EVRM
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 12 februari 2019 uitspraak gedaan over een verzoek tot adoptie van een meerderjarige door haar voogd. De verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.M. Malmberg, heeft een verzoek ingediend om de belanghebbende, die op het moment van de indiening van het verzoek 37 jaar oud was, te adopteren. De procedure volgde op een eerdere beschikking van 20 november 2018. De rechter heeft vastgesteld dat de belanghebbende op de dag van het verzoek meerderjarig was, wat in strijd is met de voorwaarden voor adoptie zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek van Aruba. Artikel 1:228 lid 1 sub a BW vereist dat het kind op de dag van het verzoek minderjarig is, wat in dit geval niet het geval was.
De verzoekster heeft betoogd dat de meerderjarigheid van de belanghebbende geen obstakel zou moeten zijn voor de adoptie, verwijzend naar het recht op family life onder artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Ze heeft aangevoerd dat zij de belanghebbende sinds haar kindertijd heeft verzorgd en opgevoed en dat er een sterke emotionele band tussen hen bestaat. Echter, het gerecht heeft geoordeeld dat het EVRM geen recht op adoptie garandeert en dat de nationale wetgeving moet worden gerespecteerd. De rechter heeft geconcludeerd dat er geen zeer bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering op de nationale regelgeving rechtvaardigen.
Uiteindelijk heeft het gerecht het verzoek tot adoptie afgewezen, waarbij het belang van de nationale wetgeving en de voorwaarden voor adoptie voorop stonden. De beslissing benadrukt de noodzaak om te voldoen aan de wettelijke vereisten voor adoptie en de beperkingen die de nationale wetgeving oplegt, zelfs in het licht van emotionele overwegingen.