In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 26 november 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van het gezag over een minderjarige. De verzoekster, de moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. D.G. de Sousa-Croes, heeft verzocht om het gezamenlijk gezag met de vader te beëindigen en haar alleen het gezag over de minderjarige toe te kennen. De vader is niet verschenen en heeft geen verweer gevoerd. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 14 juni 2019 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 15 oktober 2019.
De feiten van de zaak tonen aan dat de ouders gezamenlijk gezag uitoefenen over hun kind, maar dat de vader zich op 11 juni 2018 heeft laten uitschrijven uit het bevolkingsregister van Aruba en sindsdien geen contact meer heeft gehad met de moeder. Dit gebrek aan communicatie heeft geleid tot de conclusie dat gezamenlijk gezag niet langer in het belang van het kind is. Het Gerecht heeft vastgesteld dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden die een wijziging van het gezag rechtvaardigen. De rechter heeft geoordeeld dat de moeder, gezien het gebrek aan communicatie met de vader, in staat moet worden gesteld om alleen het gezag over de minderjarige uit te oefenen.
De beslissing van het Gerecht houdt in dat het gezamenlijk gezag van de ouders over de minderjarige wordt beëindigd en dat de moeder voortaan alleen het gezag toekomt. Tevens is aan de moeder toestemming verleend om kosteloos te procederen, gezien haar financiële situatie. Deze beschikking is gegeven door mr. J.J. Verhoeven, rechter in dit gerecht, ter zitting van 26 november 2019.