ECLI:NL:OGEAA:2019:801

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
10 december 2019
Publicatiedatum
19 december 2019
Zaaknummer
AUA201902787
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van gezagskwesties

Op 10 december 2019 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren op [geboortedatum] 2005. De Voogdijraad had op 19 augustus 2019 een verzoek ingediend tot ondertoezichtstelling van de minderjarige, die in een problematische thuissituatie opgroeide. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 oktober 2019 waren de ouders, de voorgestelde gezinsvoogdes en de raadsonderzoekers aanwezig. De vader had de minderjarige erkend en de ouders waren gezamenlijk belast met het gezag. Eerder was bepaald dat de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vader zou zijn.

De rechter oordeelde dat er gronden waren voor ondertoezichtstelling, gezien de ontuchtige benadering van de minderjarige in de thuissituatie van de moeder en de verstoorde moeder-kind relatie. De moeder beschikte niet over voldoende pedagogisch inzicht en vaardigheden om de minderjarige emotioneel te ondersteunen. Ondanks de wijziging van de hoofdverblijfplaats naar de vader, was er nog steeds behoefte aan ondertoezichtstelling om de nodige hulpverlening te starten. De rechter benoemde de voorgestelde gezinsvoogdes en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad, terwijl het meer of anders verzochte werd afgewezen.

Uitspraak

Beschikking van 10 december 2019
behorend bij EJ nr. AUA201902787
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd.
met betrekking tot de minderjarige:
[Minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2005 in Aruba,
Belanghebbenden:
[Naam moeder], de moeder,
[Naam vader], de vader, gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg,
[Naam gezinsvoogdes], de voorgestelde gezins.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 19 augustus 2019,
  • de mondelinge behandeling ter zitting met gesloten deuren van 29 oktober 2019, in aanwezigheid van de raadsonderzoekers van de Voogdijraad, mevrouw [raadsonderzoeker 1] en mevrouw [raadsonderzoeker 2], de vader in persoon en bijgestaan door zijn gemachtigde, de moeder in persoon en de voorgestelde gezinsvoogdes.
De

2.DE FEITEN

2.1
Uit de relatie tussen de vader en de moeder is [minderjarige] op [geboortedatum] 2005 in Aruba geboren (hierna: de minderjarige). De vader heeft de minderjarige erkend.
2.2
Bij beschikking van dit gerecht van 17 september 2019 (behorend bij EJ nr. AUA201901902) is bepaald dat de ouders gezamenlijk het gezag over de minderjarige belast worden en dat het hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vader zal zijn.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot ondertoezichtstelling van de minderjarige voor de periode van zes maanden. Tevens wordt de plaatsing van de minderjarige bij vader verzocht met benoeming van mevrouw [naam gezinsvoogdes] als gezinsvoogdes.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ingevolge artikel 1:254, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) kan de rechter een kind onder toezicht stellen indien het zodanig opgroeit, dat het met de zedelijke of lichamelijke ondergang wordt bedreigd.
4.2
Het gerecht is, gelet op hetgeen uit het dossier en ter terechtzitting naar voren is gekomen, van oordeel dat genoemde gronden voor ondertoezichtstelling aanwezig zijn en overweegt daartoe als volgt.
Uit het rapport van de Voogdijraad kan worden vastgesteld dat de minderjarige ontuchtig in de thuissituatie van moeder is benaderd. Hierdoor is de ontwikkeling van de minderjarige op sociaal en emotioneel gebied verwaarloosd. Tevens is er sprake van een verstoorde moeder-kind relatie. Moeder beschikt niet over voldoende pedagogische inzicht en vaardigheden bij het emotioneel ondersteunen, het omgaan en het kunnen begrijpen van de ontwikkelingsfase van de minderjarige. Hoewel inmiddels na de indiening van het verzoek in onderhavige procedure bij beschikking van dit gerecht de hoofdverblijfplaats van de minderjarige is gewijzigd en zij in het vervolg haar hoofdverblijfplaats bij de vader heeft, is het gerecht van oordeel dat nog steeds gronden aanwezig zijn voor de verzochte ondertoezichtstelling. Beide ouders staan open voor hulp en begeleiding met betrekking tot de opvoedingsondersteuning van de minderjarige. Gelet hierop is een ondertoezichtstelling, binnen welk kader de benodigde hulpverlening wordt opgestart, aangewezen.
4.3
Er is geen grond (meer) om te beslissen dat de minderjarige bij de vader wordt geplaatst, nu in een andere procedure is bepaald dat de minderjarige de hoofdverblijfplaats bij vader heeft.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
stelt [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2005 in Aruba, onder toezicht voor de duur van zes maanden ingaande heden,
benoemt [naam gezinsvoogdes] tot gezinsvoogdes,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 10 december 2019 door mr. J.J. Verhoeven, rechter in dit gerecht, in aanwezigheid van de griffier.