ECLI:NL:OGEAA:2019:802

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
10 december 2019
Publicatiedatum
19 december 2019
Zaaknummer
AUA201903076
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van minderjarigen en plaatsing bij ouders

Op 10 december 2019 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van vier minderjarigen, geboren in respectievelijk 2002, 2005, 2008 en 2009. De Voogdijraad heeft het verzoek ingediend, waarbij de minderjarigen onder toezicht gesteld moesten worden voor de duur van één jaar. De procedure begon met een verzoekschrift op 10 september 2019, gevolgd door een minderjarigenverhoor op 28 oktober 2019 en een mondelinge behandeling op 29 oktober 2019. Tijdens deze zittingen waren de ouders van de minderjarigen aanwezig, evenals de raadsonderzoeker van de Voogdijraad.

De feiten tonen aan dat de minderjarigen uit de relatie tussen de vader en de moeder zijn geboren en dat er eerder al een ondertoezichtstelling heeft plaatsgevonden. De ouders zijn gezamenlijk belast met het gezag over de minderjarigen, maar er zijn zorgen over de opvoeding en de stabiliteit van de thuissituatie. De moeder heeft beperkte pedagogische vaardigheden en de vader heeft behoefte aan hulp en begeleiding. Het gerecht heeft vastgesteld dat de thuissituatie nog steeds onvoldoende stabiel is en dat de minderjarigen met zedelijke en lichamelijke ondergang worden bedreigd.

In de beschikking is bepaald dat de minderjarigen onder toezicht worden gesteld voor zes maanden, met de benoeming van een gezinsvoogdes. De plaatsing van de minderjarigen is als volgt: [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 4] bij de moeder, en [minderjarige 3] bij de vader. Tevens is er aandacht voor het herstel van het contact tussen de minderjarigen en hun vader. De moeder is toegelaten om kosteloos te procederen, wat haar in staat stelt om juridische stappen te ondernemen zonder financiële belemmeringen.

Uitspraak

Beschikking van 10 december 2019
behorend bij EJ nr. AUA201903076
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd.
met betrekking tot de minderjarigen:
[Minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2002 in Aruba,
[Minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2005 in Aruba,
[Minderjarige 3], geboren op [geboortedatum] 2008 in Aruba,
[Minderjarige 4], geboren op [geboortedatum] 2009 in Aruba.
Belanghebbenden:
[Naam moeder], de moeder, gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg,
[Naam vader], de vader,
[Naam gezinsvoogdes], de voorgestelde gezins.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 10 september 2019,
  • het minderjarigenverhoor van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] van 28 oktober 2019,
  • de mondelinge behandeling ter zitting met gesloten deuren van 29 oktober 2019, in aanwezigheid van de raadsonderzoeker van de Voogdijraad, mevrouw mr. [raadsonderzoeker], de moeder in persoon en bijgestaan door haar gemachtigde, de vader in persoon en de voorgestelde gezinsvoogdes.
De

2.DE FEITEN

2.1
Uit de relatie tussen de vader en de moeder is [minderjarige 1] op [geboortedatum] 2002 in Aruba geboren, [minderjarige 2] op [geboortedatum] 2005 in Aruba geboren, [minderjarige 3] op [geboortedatum] 2008 in Aruba geboren en [minderjarige 4] op [geboortedatum] 2009 in Aruba geboren. De minderjarigen zijn erkend.
2.2
Bij beschikking van dit gerecht van 15 september 2015 (behorend bij EJ nr. 793 van 2015) is bepaald dat de ouders gezamenlijk belast worden met het gezag over de minderjarigen.
2.3
Bij beschikking van 9 oktober 2018 (behorend bij EJ nr. AUA201801835) zijn de minderjarigen onder toezicht gesteld voor de duur van één jaar, met plaatsing van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] in het Orthopedagogisch Centrum en [minderjarige 3] en [minderjarige 4] in het kindertehuis Imeldahof en met benoeming van [naam gezinsvoogdes] als gezinsvoogdes.

3.HET VERZOEK

Het - ter zitting gewijzigde - verzoek strekt tot ondertoezichtstelling van de minderjarigen voor de periode van één jaar. Tevens wordt de plaatsing van de minderjarige [minderjarige 1] bij de moeder en de minderjarigen [minderjarige 2], [minderjarige 3] en [minderjarige 4] bij de vader met benoeming van mevrouw [naam gezinsvoogdes] als gezinsvoogdes.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ingevolge artikel 1:254, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) kan de rechter een kind onder toezicht stellen indien het zodanig opgroeit, dat het met de zedelijke of lichamelijke ondergang wordt bedreigd.
4.2
Het gerecht is, gelet op hetgeen uit het dossier en ter terechtzitting naar voren is gekomen, van oordeel dat genoemde gronden voor ondertoezichtstelling aanwezig zijn en overweegt daartoe als volgt.
Uit het rapport van de Fundacion Guia Mi en het verhandelde ter zitting kan worden vastgesteld dat tijdens het uitspreken van de ondertoezichtstelling op 9 oktober 2018 [minderjarige 1] bij zijn moeder woonde en de andere minderjarigen bij de vader. Er bestonden zorgen over de opvoeding van de minderjarigen. In het begin van de begeleiding werkte moeder mee, maar nu werkt ze amper mee. Ze volgt weinig tips en adviezen van de gezinsvoogdes. Het is voor de moeder van belang om verder begeleid te worden om haar pedagogische vaardigheden te versterken, aldus de gezinsvoogdes. Vader werkt mee aan de begeleiding en komt de afspraken met de gezinsvoogdes na. Voor de vader is het belangrijk dat de kinderen hun best doen op school en goed in sport presteren. Verder is gebleken dat de moeder de vader regelmatig beschuldigt dat vader [minderjarige 4] zou mishandelen. Vader heeft aangegeven één keer [minderjarige 4] te hebben geslagen maar dat dit een eenmalig incident betrof. Verder is gebleken dat thans [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 4] bij moeder wonen en [minderjarige 3] bij vader. Er is nog steeds sprake van spanningen en onrust in de thuissituatie.
4.3
Het gerecht is van oordeel dat de thuissituatie bij de ouders nog steeds onvoldoende stabiel en gestructureerd is. Gebleken is dat bij de moeder nog steeds beperkte pedagogische vaardigheden aanwezig zijn en dat de vader behoefte aan hulp en begeleiding heeft. Voorts is het gerecht van oordeel dat de gezinsvoogdes invulling kan geven om het contact tussen vader en [minderjarige 4] te herstellen.
De ouders moeten vaardigheden aanleren om samen de minderjarigen de noodzakelijke stabiele leefomgeving te bieden. Beide ouders staan open voor hulp en begeleiding met betrekking tot de opvoedingsondersteuning van de minderjarigen. Zolang die stabiele en veilige omgeving er niet is, is er een situatie dat de minderjarigen zodanig opgroeien, dat zij met zedelijke en lichamelijke ondergang worden bedreigd. Gelet hierop is een ondertoezichtstelling, binnen welk kader de benodigde hulpverlening wordt opgestart, aangewezen.
4.4
Het gerecht is van oordeel dat het in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarigen noodzakelijk is dat [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 4] bij de moeder worden geplaatst en [minderjarige 3] bij de vader wordt geplaatst.
4.5
Ter zitting is gebleken dat het van belang is dat het contact tussen enerzijds [minderjarige 2] en [minderjarige 4] en anderzijds de vader weer wordt hersteld en dat er omgang tussen hen tot stand wordt gebracht. De gezinsvoogd heeft ter zitting verklaard bereid te zijn om de nodige inspanningen te verrichten om die omgang tot stand te brengen.
4.5
Gelet op het door de moeder overgelegde bewijs van onvermogen van 21 juni 2019, zal aan haar toelating worden verleend om kosteloos te procederen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
verleent de moeder toelating om kosteloos te procederen,
stelt [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2002 in Aruba, [minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2005 in Aruba, [minderjarige 3], geboren op [geboortedatum] 2008 in Aruba en [minderjarige 4], geboren op [geboortedatum] 2009 in Aruba, onder toezicht voor de duur van zes maanden ingaande heden,
benoemt [naam gezinsvoogdes] tot gezinsvoogdes,
beveelt de plaatsing van[minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 4] bij de moeder en van [minderjarige 4] bij de vader,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 10 december 2019 door mr. J.J. Verhoeven, rechter in dit gerecht, in aanwezigheid van de griffier.