In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 27 november 2019 een vonnis gewezen in een incident tot vrijwaring. De eiseres, Island Finance Aruba N.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. M.E.D. Brown, heeft een verzoek ingediend om de gedaagde in de hoofdzaak, aangeduid als [gedaagde], op te roepen in vrijwaring. De gedaagde in het incident, [gedaagde], heeft verzocht om oproeping van [gedaagde in vrijwaring], op basis van een echtscheidingsconvenant waarin is overeengekomen dat [gedaagde in vrijwaring] de achterstallige schulden aan Island Finance zou voldoen.
De rechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat voor toewijzing van de vordering tot oproeping in vrijwaring voldoende is dat de waarborg krachtens zijn rechtsverhouding tot de gewaarborgde verplicht is om de nadelige gevolgen van een veroordeling van de gewaarborgde in de hoofdzaak te dragen. Het gerecht heeft geoordeeld dat aan de voorwaarden voor de oproeping in vrijwaring is voldaan, en heeft het verzoek van [gedaagde] toegewezen. De beslissing over de proceskosten van dit incident is aangehouden tot in de hoofdzaak wordt beslist.
De uitspraak houdt in dat [gedaagde] wordt bevolen om [gedaagde in vrijwaring] in vrijwaring op te roepen tegen de zitting van 29 januari 2020, en dat de zaak voor conclusie van antwoord in de hoofdzaak is verwezen naar de rolzitting van dezelfde datum. Het vonnis is uitgesproken door mr. J.J. Verhoeven en werd openbaar gemaakt op 27 november 2019.