ECLI:NL:OGEAA:2019:815

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
27 november 2019
Publicatiedatum
20 december 2019
Zaaknummer
AUA201901492
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in het incident tot vrijwaring in de zaak van Island Finance Aruba N.V.

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 27 november 2019 een vonnis gewezen in een incident tot vrijwaring. De eiseres, Island Finance Aruba N.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. M.E.D. Brown, heeft een verzoek ingediend om de gedaagde in de hoofdzaak, aangeduid als [gedaagde], op te roepen in vrijwaring. De gedaagde in het incident, [gedaagde], heeft verzocht om oproeping van [gedaagde in vrijwaring], op basis van een echtscheidingsconvenant waarin is overeengekomen dat [gedaagde in vrijwaring] de achterstallige schulden aan Island Finance zou voldoen.

De rechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat voor toewijzing van de vordering tot oproeping in vrijwaring voldoende is dat de waarborg krachtens zijn rechtsverhouding tot de gewaarborgde verplicht is om de nadelige gevolgen van een veroordeling van de gewaarborgde in de hoofdzaak te dragen. Het gerecht heeft geoordeeld dat aan de voorwaarden voor de oproeping in vrijwaring is voldaan, en heeft het verzoek van [gedaagde] toegewezen. De beslissing over de proceskosten van dit incident is aangehouden tot in de hoofdzaak wordt beslist.

De uitspraak houdt in dat [gedaagde] wordt bevolen om [gedaagde in vrijwaring] in vrijwaring op te roepen tegen de zitting van 29 januari 2020, en dat de zaak voor conclusie van antwoord in de hoofdzaak is verwezen naar de rolzitting van dezelfde datum. Het vonnis is uitgesproken door mr. J.J. Verhoeven en werd openbaar gemaakt op 27 november 2019.

Uitspraak

Vonnis van 27 november 2019
Behorend bij AUA201901492
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het incident tot vrijwaring in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ISLAND FINANCE ARUBA N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Island Finance,
eiseres in de hoofdzaak;
gedaagde in het incident,
gemachtigde: advocaat mr. M.E.D. Brown,
tegen:
[naam gedaagde],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
gemachtigde: advocaat mr. C.J. Hart.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het inleidend verzoekschrift d.d. 7 mei 2019 met producties;
- de incidentele conclusie van [gedaagde] tot oproeping in vrijwaring;
- de conclusie van antwoord in het incident van Island Finance.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis in het incident.

2.HET VERZOEK

2.1 [
gedaagde] meent gronden te hebben om al hetgeen waartoe zij veroordeeld wordt om aan Island Finance te betalen in vrijwaring te vorderen van [naam gedaagde in vrijwaring] (hierna: [gedaagde in vrijwaring]) en verzoekt op voet van artikel 71 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering oproeping van deze persoon te bevelen.
2.2 [
gedaagde] grondt het verzoek erop dat zij in het door haar met [gedaagde in vrijwaring] gesloten echtscheidingsconvenant is overeengekomen dat [gedaagde in vrijwaring] de achterstallige schulden aan Island Finance, waarvan in de hoofdzaak betaling wordt gevorderd door Island Finance, zou voldoen.

3.DE BEOORDELING

3.1.
Voor toewijzing van de vordering tot oproeping in vrijwaring is voldoende dat blijkt dat de waarborg krachtens zijn rechtsverhouding tot de gewaarborgde verplicht is om de nadelige gevolgen van een veroordeling van de gewaarborgde in de hoofdzaak te dragen. Tussen de vordering in de hoofdzaak en de vordering in vrijwaring hoeft geen rechtstreeks verband te bestaan. Evenmin is vereist dat de waarborg verplicht is om de gewaarborgde in de procedure bij te staan. Indien aan het vereiste voor het toestaan van oproeping in vrijwaring in beginsel is voldaan dient de rechter over te gaan tot een onderzoek van de belangen van partijen en de eisen van een doelmatige procesvoering teneinde te kunnen beoordelen of de oproeping tot vrijwaring in de omstandigheden van het geval op haar plaats is en meer in het bijzonder of daarvan wellicht onredelijke of onnodige vertraging van het geding te verwachten is.
3.2
Island Finance heeft zich voor wat betreft de vordering in het vrijwaringsincident gerefereerd aan het oordeel van het gerecht. Gezien hetgeen [gedaagde] aan de vordering in vrijwaring ten grondslag heeft gelegd, is aan de voorwaarden voor de oproeping in vrijwaring voldaan. Het gerecht zal de vordering in het incident om die reden toewijzen.
3.3.
De beslissing over de proceskosten van dit incident wordt aangehouden tot in de hoofdzaak wordt beslist.

4.DE UITSPRAAK:

De rechter in dit gerecht:
in het incident en in de hoofdzaak:
wijst het verzoek toe;
beveelt [gedaagde] om [gedaagde in vrijwaring] in vrijwaring op te roepen tegen de zitting van woensdag
29 januari 2020, onder overlegging van het inleidend verzoekschrift in de hoofdzaak, de incidentele conclusie van eis tot oproeping in vrijwaring en dit vonnis in het incident, ten einde te worden gehoord op de vordering tot veroordeling van [gedaagde in vrijwaring] om aan [gedaagde] te vergoeden, hetgeen waartoe [gedaagde] in de hoofdzaak jegens Island Finance zal worden veroordeeld;
houdt iedere verdere beslissing aan;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 29 januari 2020 voor conclusie van antwoord zijdens [gedaagde];
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Verhoeven, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 27 november 2019 in aanwezigheid van de griffier.