ECLI:NL:OGEAA:2019:830

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
23 december 2019
Publicatiedatum
30 december 2019
Zaaknummer
AUA201904025
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet na positieve drugstest op cocaïne

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, wonende in Aruba en vertegenwoordigd door advocaat mr. H.U. Thielman, een kort geding aangespannen tegen de naamloze vennootschap Felipe Construction & Consultancy N.V. (FCC), vertegenwoordigd door advocaat mr. D.M. Canwood. De procedure vond plaats op 5 december 2019, waarbij eiser en zijn advocaat aanwezig waren, evenals de gemachtigde van FCC en enkele medewerkers van het bedrijf. Eiser verzocht om een aantal voorzieningen, waaronder de betaling van achterstallig loon en zijn herplaatsing in zijn functie, na een ontslag op staande voet dat volgde op een positieve drugstest voor cocaïne op 12 augustus 2019.

FCC voerde verweer en stelde dat het ontslag gerechtvaardigd was op basis van de arbeidsovereenkomst, waarin was opgenomen dat een positieve drugstest kon leiden tot ontslag op staande voet. Het Gerecht oordeelde dat FCC bevoegd was om eiser te onderwerpen aan de drugstest en dat de positieve uitslag een dringende reden voor ontslag vormde. Het Gerecht concludeerde dat er geen zwaarwegender belangen aan de zijde van eiser waren die de vordering konden rechtvaardigen, en wees het verzoek van eiser af. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten, maar kreeg verlof tot kosteloos procederen, gezien zijn financiële situatie.

De uitspraak werd gedaan op 23 december 2019 door mr. A.H.M. van de Leur, en het vonnis werd uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De zaak benadrukt de strikte handhaving van het anti-drugsbeleid binnen de werkplek en de gevolgen van het niet naleven daarvan.

Uitspraak

Vonnis van 23 december 2019
Behorend bij K.G. nr. AUA201904025
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[eiser],
wonende in Aruba,
eiser,
hierna ook te noemen: [eiser],
gemachtigde: de advocaat mr. H.U. Thielman,
tegen:
de naamloze vennootschap
FELIPE CONSTRUCTION & CONSULTANCY N.V.,
gevestigd in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: FCC,
gemachtigde: de advocaat mr. D.M. Canwood.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met producties;
- de beslissing van dit Gerecht dat de mondelinge behandeling van de zaak zal worden gehouden ter terechtzitting van donderdag 5 december 2019 om 8:30 uur, en de ter zitting genomen beslissing dat die behandeling zal worden voortgezet op diezelfde dag om 14:30 uur.
1.2 [
eiser] is in persoon ter terechtzitting verschenen samen met zijn advocaat. FCC is verschenen bij haar gemachtigde, die werd vergezeld door dhr. [directeur], dhr. [operations manager] en mw. [medewerkster personeelszaken] (directeur van respectievelijk Operations Manager en medewerkster personeelszaken bij FCC). Partijen hebben in twee termijnen het woord gevoerd - beiden mede aan de hand van overgelegde en voorgedragen pleitnota’s, beiden voorzien van toegelaten producties - en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.
2. DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
2.1
Naast verlof tot kosteloos procederen verzoekt [eiser] dat het Gerecht - zo het begrijpt - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
a. FCC veroordeelt tot betaling aan [eiser] van zijn loon gerekend vanaf 13 augustus 2019 totdat de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn beëindigd, achterstallig loon te vermeerderen met de wettelijke verhoging;
b. FCC beveelt om [eiser] weer toe te laten tot zijn werk;
c. FCC veroordeelt in de proceskosten.
2.2
FCC voert verweer en concludeert tot afwijzing van het door [eiser] verzochte.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het spoedeisend belang van [eiser] bij zijn vorderingen volgt uit de aard van die vorderingen en de daaraan ten gronde gelegde stellingen.
3.2
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
3.2.1
FCC voert in opdracht van het WEB werkzaamheden uit voor het WEB op het bedrijfsterrein van het WEB.
3.2.2 [
eiser] was krachtens een tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst (hierna: de arbeidsovereenkomst) in loondienst van FCC, en hij was door FCC voor het uitvoeren van zijn werkzaamheden tewerkgesteld op het bedrijfsterrein van het WEB.
3.2.3
Artikel 7.6 van de arbeidsovereenkomst vermeldt onder meer het volgende:

The Employee agrees to submit himself (…) to a drug and/or alcohol test, as may be required from him time to time by the Employer. The tests shall be performed during working hours and the costs connected therewith shall be for the account of the Employer.
Testing positive and/or being under the influence of drugs, alcohol and/or any other controlled/illegal substances during working hours may be considered grounds for immediate dismissal for urgent reasons (…).”.
3.2.4
Het aan FCC gerichte schrijven van het WEB van 1 augustus 2019 vermeldt onder meer het volgende.
“W.E.B. Aruba N.V. strives to offer tis employees a work environment that is free of the negative effects of drugs and alcohol. As such, W.E.B. Aruba N.V. has an anti-drugs and alcohol policy, based on which it is prohibited for its employees to report to work under the influence of drugs and/or alcohol. Base on the current agreement between your company and W.E.B. Aruba N.V., employees of your company working at W.E.B. Aruba N.V. are also prohibited from reporting to work under the influence of drugs and/or alcohol.
Please be informed that W.E.B. Aruba N.V. will be reinforcing its anti-drug and alcohol policy by performing random drug and alcohol tests on its employees, as well as employees of contractors performing services on W.E.B. Aruba N.V. premises. Based on our anti-drug and alcohol policy, employees of contractors that are found to be in violation of our anti-drug and alcohol policy, will be immediately removed from our premises and prohibited from re-entering our premises.”.
3.2.5
In de vroege ochtend van maandag 12 augustus 2019 heeft [eiser] in opdracht van FCC een drugstest ondergaan bij het Laboratorio Familiar N.V.. De uitslag van die test, die op diezelfde dag om 15:20 uur door de laboratorium op papier is gesteld, was positief met betrekking tot cocaïne.
3.2.6
Naar aanleiding van voormelde testuitslag is [eiser] bij brief van 13 augustus 2019 op staande voet ontslagen.
3.3
De in dit geschil voorshands te beantwoorden de vraag is of [eiser] op 12 augustus 2012 al dan niet een dringende reden heeft gegeven aan FCC voor ontslag op staande voet. Dienaangaande wordt het volgende overwogen.
3.4
Uit de arbeidsovereenkomst volgt dat FCC bevoegd was om [eiser] aan te wijzen voor het afleggen van een drugstest zoals zij dat heeft gedaan op 12 augustus 2019. De uitslag van die test was positief met betrekking tot gebruik van cocaïne. Vast staat daarom dat [eiser] op 12 augustus 2019 zijn werkzaamheden voor FCC uitvoerde onder invloed van cocaïne, en dat op het terrein van het WEB waar wat dat betreft ook voor werknemers als [eiser] een strikt zero-tolerance beleid geldt. Gesteld noch is gebleken dat [eiser] niet op de hoogte was van dat beleid. [eiser] zal als gevolg van de positieve test niet langer worden toegelaten op het terrein van het WEB voor het uitvoeren van zijn werkzaamheden, nu dat testresultaat door het dienstdoende laboratorium ook is/wordt verstuurd naar het WEB.
3.5
Bij de hiervoor geschetste stand van zaken valt in een bodemprocedure reeds het oordeel te verwachten dat [eiser] een dringende reden heeft gegeven aan FCC voor ontslag. Dat temeer omdat het niet voorshands aannemelijk wordt geoordeeld dat FCC [eiser] thans of op korte termijn elders dan bij het WEB tewerk kan stellen. In dat licht is gesteld noch gebleken dat FCC ook elders dan bij het WEB een voor de tewerkstelling van [eiser] geschikt werk heeft aangenomen.
3.6
Nadat [eiser] op 12 augustus 2019 positief was getest op het gebruik van cocaïne, heeft FCC hem de volgende dag op staande voet ontslagen. Dat is naar het oordeel van het Gerecht voldoende onverwijld. Het verweer van [eiser] op dit punt wordt verworpen.
3.7
Wat betreft de stelling van [eiser] dat [medewerkster personeelszaken] en [operations manager], die beiden de aan [eiser] uitgereikte ontslagbrief op briefpapier van FCC hebben geschreven en ondertekend, onbevoegd waren om [eiser] voor of namens FCC te ontslaan wordt het volgende overwogen. FCC heeft in dat verband niet of onvoldoende bestreden gesteld dat V.d. Biezen en Koolman voornoemd de ontslagbrief na overleg met en met instemming van de in elk geval wel tot ontslag bevoegde directeur van FCC hebben ondertekend. Uit die vaststaande stelling volgt dat het ontslag naar het voorshandse oordeel bevoegdelijk is gegeven namens FCC door V.d. Biezen en Koolman krachtens een daartoe aan hen verleende toereikende (mondelinge) volmacht. Het verweer van [eiser] op dit onderdeel wordt eveneens verworpen.
3.8
Vorenstaande brengt mee dat de thans door [eiser] verzochte voorziening zal worden geweigerd. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld die nopen tot een ander oordeel.
3.9
Ook afweging van de belangen van partijen maakt vorenstaande niet anders, nu het Gerecht geen zwaarwegender belangen ziet aan de zijde van [eiser] bij toewijzing van zijn vordering ten opzichte van de belangen van FCC bij afwijzing daarvan.
3.10 [
eiser] zal, als de in het ongelijk te stellen partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van de FCC, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.500,-- aan salaris voor haar gemachtigde.
3.11
Uit het daartoe overgelegde bevoegdelijk verstrekte bewijs van onvermogen blijkt dat [eiser] de kosten van deze procedure niet kan dragen. Aan hem zal daarom verlof worden verleend tot kosteloos procederen.

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
-wijst af het door [eiser] verzochte;
-veroordeelt [eiser] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van FCC, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.500,-- aan salaris voor haar gemachtigde;
-verleent verlof aan [eiser] tot kosteloos procederen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 23 december 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.