In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de naamloze vennootschap Terra Avila N.V. een kort geding aangespannen tegen een gedaagde, die een perceel grond in Aruba bezit. Terra Avila vordert dat de gedaagde wordt veroordeeld tot nakoming van de algemene voorwaarden zoals opgenomen in de koopovereenkomst, het addendum en de leveringsakte. De kern van het geschil betreft de gebruiksbestemming van het perceel, dat uitsluitend voor bewoning mag worden gebruikt, en de aanwezigheid van jetski's en waverunners op het perceel, wat in strijd zou zijn met deze bestemming.
De procedure begon met een verzoekschrift en de mondelinge behandeling vond plaats op 10 oktober 2019. Tijdens de zitting hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Terra Avila stelt dat de gedaagde in strijd handelt met de contractuele verplichtingen door het perceel te gebruiken voor de opslag en onderhoud van vaartuigen. De gedaagde betwist dit en stelt dat er sinds augustus 2019 geen vaartuigen meer op het perceel aanwezig zijn.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat het spoedeisend belang van Terra Avila bij de ontruiming van het perceel evident is. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de gedaagde in strijd handelt met de contractuele bepalingen door vaartuigen van derden op het perceel te laten staan. Het vonnis verbiedt de gedaagde om aan derden toebehorende vaartuigen op het perceel te plaatsen en beveelt hem om deze binnen zeven dagen te verwijderen. Tevens is er een dwangsom opgelegd voor het geval de gedaagde niet aan het vonnis voldoet. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten van Terra Avila.