ECLI:NL:OGEAA:2019:835

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
30 oktober 2019
Publicatiedatum
2 januari 2020
Zaaknummer
AUA201903323
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van contractuele verplichtingen in kort geding met betrekking tot woonbestemming van perceel

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de naamloze vennootschap Terra Avila N.V. een kort geding aangespannen tegen een gedaagde, die een perceel grond in Aruba bezit. Terra Avila vordert dat de gedaagde wordt veroordeeld tot nakoming van de algemene voorwaarden zoals opgenomen in de koopovereenkomst, het addendum en de leveringsakte. De kern van het geschil betreft de gebruiksbestemming van het perceel, dat uitsluitend voor bewoning mag worden gebruikt, en de aanwezigheid van jetski's en waverunners op het perceel, wat in strijd zou zijn met deze bestemming.

De procedure begon met een verzoekschrift en de mondelinge behandeling vond plaats op 10 oktober 2019. Tijdens de zitting hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Terra Avila stelt dat de gedaagde in strijd handelt met de contractuele verplichtingen door het perceel te gebruiken voor de opslag en onderhoud van vaartuigen. De gedaagde betwist dit en stelt dat er sinds augustus 2019 geen vaartuigen meer op het perceel aanwezig zijn.

Het Gerecht heeft geoordeeld dat het spoedeisend belang van Terra Avila bij de ontruiming van het perceel evident is. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de gedaagde in strijd handelt met de contractuele bepalingen door vaartuigen van derden op het perceel te laten staan. Het vonnis verbiedt de gedaagde om aan derden toebehorende vaartuigen op het perceel te plaatsen en beveelt hem om deze binnen zeven dagen te verwijderen. Tevens is er een dwangsom opgelegd voor het geval de gedaagde niet aan het vonnis voldoet. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten van Terra Avila.

Uitspraak

Vonnis van 30 oktober 2019
Behorend bij K.G. AUA201903323
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
TERRA AVILA N.V.,
gevestigd in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: Terra Avila,
gemachtigden: de advocaten mrs. L.J. R. Henriquez en W.J. Noordhuizen,
tegen:
[naam gedaagde},
wonende Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: de advocaat mr. G.L. Griffith.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift, met producties;
-de beslissing van dit Gerecht dat de mondelinge behandeling van de zaak zal worden gehouden ter terechtzitting van donderdag 10 oktober 2019 om 08:30 uur.
1.2
Terra Avila is bij haar gemachtigden ter terechtzitting verschenen, en [gedaagde] is verschenen samen met zijn gemachtigde. Partijen hebben in twee termijnen het woord gevoerd - [gedaagde] mede aan de hand van toegelaten producties en Terra Avila mede aan de hand van een overgelegde en voorgedragen pleitnota, voorzien van producties voorzover toegelaten - en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
Terra Avila vordert dat het Gerecht bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
-[gedaagde] veroordeelt tot nakoming van de algemene voorwaarden zoals opgenomen in de Koopovereenkomst, het Addendum en de Leveringsakte, met dien verstande dat [gedaagde] de jetski’s en waverunners van het perceel verwijdert en de reparatie- en onderhoudswerkzaamheden aan de jetski’s en waverunners op het perceel staakt binnen 7 dagen na de betekening van dit vonnis;
-bepaalt dat [gedaagde] ten behoeve van Terra Avila een dwangsom verbeurt van Afl. 1.000,-- voor iedere dag dat [gedaagde] na de betekening van dit vonnis voormelde veroordeling niet nakomt, met dien verstande dat [gedaagde] te dezen maximaal Afl. 100.000,-- kan verbeuren;
-[gedaagde] veroordeelt in de proceskosten.
2.2 [
gedaagde] voert verweer dat strekt tot afwijzing van het door Terra Avila verzochte.
2.3
Voorzover van belang voor de uitspraak worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het spoedeisend belang van Terra Avila bij de door haar verzochte ontruiming ligt besloten in de aard van dat verzoek en de daaraan ten gronde gelegde stellingen. Het verweer van [gedaagde] op dit punt wordt verworpen.
3.2
Tussen partijen staat in elk geval het volgende vast.
3.2.1
Terra Avila is eigenaar en projectontwikkelaar van een verkaveld perceel eigendomsgrond gelegen in Aruba te [naam perceel], geheten [naam project]. Het project [naam project] (hierna: het project) bestaat uit 72 percelen eigendomsgrond, groenvoorzieningen, aangelegde wegen en een omheining. Op een aantal percelen staan twee-onder-een-kap woningen (Townhouses geheten) voor de verkoop aan particulieren. Van de overige percelen zijn een aantal verkocht aan particulieren die daarop huizen hebben gebouwd. Van de 72 percelen staan er nog 26 in de verkoop.
3.2.2
De bestemming van het project is het realiseren van een hoogwaardig en duurzaam woongebied.
3.2.3
Op 11 maart 2015 hebben partijen een koopovereenkomst gesloten (hierna: de koopovereenkomst) krachtens welke [gedaagde] een in Aruba te [naam perceel] in het verkavelingsplan [naam project] gelegen perceel grond op 26 mei 2015 in eigendom heeft verkregen (hierna: het perceel). Het perceel staat plaatselijk bekend als kavel nr. 57.
3.2.4
Op 19 mei 2019 zijn partijen een addendum op de koopovereenkomst overeengekomen waaruit volgt dat de vigerende standaardvoorwaarden/kettingbedingen voor het verkavelingsplan “
Totolica Family Residence” van toepassing zijn op het perceel.
3.2.5
De op 26 mei 2015 verleden akte krachtens welke het perceel is geleverd aan [gedaagde] (hierna: de leveringsakte) vermeldt onder meer:
“(…).
OMSCHRIJVING ERFDIENSTBAARHEDEN, KWALITATIEVE BEDINGEN EN/OF BIJZONDERE VERPICHTINGEN
(…).
Artikel 2. Gebruik.
1. Het verkochte perceel/kavel (het verkochte) en de daarop te stichten/gestelde opstal(len) woning(en) mogen uitsluitend worden gebruikt overeenkomstig de bestemming; deze bestemming is bewoning. Andere bestemmingen zijn niet toegestaan.
(…).
13. Het verkochte zal niet als opslagplaats (…) worden gebruikt en daarop zal zich geen (…) onbruikbare of in onbruik zijnde voer- of vaartuigen (…) mogen bevinden.
(…).
20. Indien een koper niet voldoet aan een of meer der in dit artikel genoemde verplichtingen, zal de verkoper, bevoegd zijn de nakoming in rechte af te dwingen, zulks onverminderd overigens de ingevolge deze akte geldende sancties.”.
Artikel 3. Ketting- en boetebeding.
1. Indien koper of zijn rechtsopvolger(s) één der in deze akte gestipuleerde bedingen niet-, niet volledig- of verkeerd nakomt, zal deze gesommeerd worden door de verkoper, en verzocht worden binnen een redelijke termijn het verzuim te herstellen. (…).”.
3.2.6
De aan [gedaagde] gerichte brief van Terra Avila van 3 juli 2019 vermeldt onder meer:

Cliënte constateert dat u in strijd handelt met (…) bepalingen 1 en 13 onder artikel 2 van de leveringsakte aangezien u uw perceel nog altijd gebruikt voor de opslag van “jetski’s” oftewel “waverunners” en u op uw perceel reparatie en/of onderhoudswerkzaamheden aan jetski’s en waverunners uitvoert. Per brief van 19 juli 2017 heeft Cliënte u destijds verzocht de jetski’s en waverunners van uw perceel te verwijderen(…). Aan dit verzoek heeft u nimmer gehoor gegeven.
Gelet op het voorgaande en op grond van bepaling 20 onder artikel 2 en bepaling 1 onder artikel 3 van de leveringsakte verzoekt Cliënte u, en voor zover nodig sommeert Cliënte u, om binnen vier (4) weken na dagtekening van deze brief, te weten voor eenendertig (31) juli aanstaande, de jetski’s en waverunners van uw perceel te verwijderen en de reparatie- en/of onderhoudswerkzaamheden aan jetski’s en waverunners op uw perceel te staken. Indien u niet binnen de gestelde termijn aan deze sommatie voldoet, zal Cliënte, rechtsmaatregelen tegen u treffen (…).”.
3.3 [
gedaagde] stelt dat Terra Avila deze procedure onnodig heeft geëntameerd (op 26 september 2019), nu zich vanaf 19 augustus 2019 niet langer jetski’s of waverunners (hierna: vaartuigen) bevinden op zijn perceel (hierna: het perceel) omdat de eigenaren daarvan die vaartuigen hebben opgehaald. Aldus is voldaan aan de hiervoor onder 3.2.6 vermelde sommatie van Terra Avila. Die stellingen heeft Terra Avila gemotiveerd bestreden, terwijl het Gerecht in het licht van dat verweer geen grond ziet om die niet met verificatoir beeldmateriaal onderbouwde stellingen voorshands aannemelijk te oordelen. Bij dit alles komt, en daar gaat het met name om in dit geschil, dat gesteld noch is gebleken dat [gedaagde] nog voor de indiening van het inleidend verzoekschrift op 26 september 2019 aan Terra Avila te kennen heeft gegeven dat er behoudens zijn eigen vaartuig geen andere vaartuigen op zijn perceel zouden worden geplaatst. Het hier besproken standpunt van [gedaagde] wordt verworpen.
3.4
Op de bij het verzoekschrift als productie 11 overgelegde eerste foto is zichtbaar dat zich acht vaartuigen bevinden op het perceel, waarvan - zo begrijpt het Gerecht uit de woorden van [gedaagde] - één van hem is en de zeven anderen van derden (vrienden van [gedaagde]). Naar het voorlopig oordeel van het Gerecht is het (al dan niet voor reparatie- en/of onderhoudsdoeleinden) achterlaten door derden of het plaatsen van aan derden toebehorende vaartuigen op het perceel en/of in de daarop gebouwde opstallen reeds in strijd met de contractueel overeengekomen uitsluitende woonbestemming daarvan.
3.5
Reeds bij de hiervoor geschetste stand van zaken valt in een bodemprocedure het oordeel te verwachten dat het [gedaagde] wordt verboden vaartuigen van derden te (laten) plaatsen op zijn perceel en/of in de daarop gebouwde opstallen (al dan niet voor reparatie- en/of onderhoudsdoeleinden), met daarbij een aan hem gericht bevel dergelijke zich mogelijk aldaar bevindende vaartuigen binnen 7 dagen na de betekening van dit vonnis te (doen) verwijderen en verwijderd te houden. De door Terra Avila gevraagde voorziening zal daarom in die zin worden gegeven, hetgeen met zich brengt dat alle overige stellingen van partijen onbesproken kunnen blijven. In het licht van het te geven ver- en gebod valt zonder nadere doch ontbrekende uitleg niet in te zien welk rechtens te respecteren belang Terra Avila heeft bij haar verzoek om [gedaagde] te gelasten reparatie- en/of onderhoudswerkzaamheden aan (het Gerecht begrijpt aan derden toebehorende) vaartuigen te staken en gestaakt te houden. De op dat onderdeel door Terra Avila gevraagde voorziening zal daarom worden geweigerd.
3.6
Afweging van de belangen van partijen maakt vorenstaande niet anders, omdat het Gerecht geen zwaarwegender belangen ziet aan de zijde van [gedaagde] bij afwijzing van het toewijsbare onderdeel van de vordering van Terra Avila ten opzichte van de belangen van Terra Avila bij toewijzing daarvan. De omstandigheid dat andere eigenaren van binnen het verkavelingsplan [naam project] gelegen percelen mogelijk (op andere wijze dan [gedaagde]) in strijd handelen met de soortgelijke bestemming van hun percelen als dat van [gedaagde] brengt niet mee dat Terra Avila met betrekking tot [gedaagde] geen nakoming kan vorderen van zijn contractuele verplichting het perceel en de daarop gebouwde opstallen te gebruiken overeenkomstig de alle overige bestemmingen uitsluitende woonbestemming daarvan.
3.7
Dwangsommen zullen gematigd en (als gevorderd) gemaximeerd worden opgelegd aan [gedaagde] als na te melden. Ook daarvan gaat naar het oordeel voldoende prikkel uit tot stipte nakoming door [gedaagde] van dit vonnis.
3.8 [
gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten gevallen aan de zijde van Terra Avila, tot aan deze uitspraak begroot op (450,-- + 238,84 =)
Afl. 688,84 aan verschotten (griffiegeld en oproepkosten) en Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigden.

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
-verbiedt [gedaagde] om aan derden toebehorende vaartuigen te (laten) plaatsen op het perceel en/of in de op het perceel gebouwde opstallen en beveelt [gedaagde] om dergelijke zich mogelijk aldaar bevindende vaartuigen binnen 7 dagen na de betekening van dit vonnis aan [gedaagde] te (doen) verwijderen en verwijderd te houden, dit alles zolang in een bodemprocedure niet anders zal zijn beslist;
-bepaalt dat [gedaagde] ten behoeve van Terra Avila een dwangsom verbeurt van Afl. 500,-- per dag dat [gedaagde] voormeld verbod en bevel niet opvolgt, met dien verstande dat [gedaagde] te dezen maximaal Afl. 100.000,-- aan dwangsommen kan verbeuren;
-veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Terra Avila, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 688,84 aan verschotten en Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigden.
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 30 oktober 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.