In deze strafzaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 7 februari 2020 uitspraak gedaan tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van een geladen vuurwapen. De verdachte had het vuurwapen in het openbaar bij zich, namelijk in de zitting van zijn motorfiets, en heeft daarmee in de lucht geschoten nabij een bar/restaurant waar op dat moment meerdere mensen aanwezig waren. De zaak kwam ter terechtzitting op 17 januari 2020, waar de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. M.C. Vaders. De officier van justitie, mr. W. Bos, eiste een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van voorarrest.
De tenlastelegging betrof het voorhanden hebben van een werkend pistool op of omstreeks 27 april 2019 in Aruba. Het Gerecht heeft de getuigenverklaringen van twee getuigen als betrouwbaar beoordeeld, ondanks het verweer van de verdediging dat deze verklaringen inconsistent waren. De getuigen verklaarden dat de verdachte met een zwart vuurwapen in de lucht had geschoten en dat hij was weggereden op zijn motorfiets. Het Gerecht achtte het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen en verwierp het verweer van de verdediging.
De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Het Gerecht hield rekening met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was gepleegd en de impact op de samenleving. De verdachte werd ook veroordeeld tot teruggave van in beslag genomen voorwerpen, zoals gelden en een mobiele telefoon, maar het Gerecht was niet in staat te beslissen over andere in beslag genomen voorwerpen. De uitspraak werd gedaan door rechter mr. E.M.D. Angela, bijgestaan door zittingsgriffier mr. L.H. Hoogenbergen.