ECLI:NL:OGEAA:2020:120

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
24 maart 2020
Publicatiedatum
22 april 2020
Zaaknummer
AUA201903979
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de arbeidsovereenkomst tussen verzoeker en het Land Aruba

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 24 maart 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen [Naam verzoeker] en het Land Aruba. [Naam verzoeker] was sinds 1 augustus 2017 werkzaam als klassencoach bij het Openbaar Onderwijs, maar zijn arbeidsrelatie werd per 1 juli 2019 beëindigd. Hij verzocht het Gerecht om te verklaren dat zijn arbeidsovereenkomst nog steeds van kracht was en dat hij recht had op schadevergoeding wegens de beëindiging van de arbeidsrelatie. Het Land Aruba betwistte dit en stelde dat de arbeidsovereenkomst steeds voor de duur van een schooljaar was aangegaan.

Tijdens de mondelinge behandeling op 11 februari 2020 werd duidelijk dat [Naam verzoeker] geen nadere onderbouwing had gegeven voor zijn stelling dat er sprake was van een duurovereenkomst. Het Gerecht oordeelde dat de arbeidsrelatie niet had geresulteerd in een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd, en dat de overeenkomst van rechtswege was geëindigd aan het einde van het schooljaar 2018-2019. Hierdoor kon er geen sprake zijn van een onrechtmatige opzegging.

Het Gerecht wees de verzoeken van [Naam verzoeker] af en veroordeelde hem in de kosten van de procedure, die aan de zijde van het Land op nihil werden begroot. De beschikking werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 24 maart 2020
Behorend bij EJ nr. AUA201903979
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[Verzoeker],
te Aruba,
verzoeker,
hierna ook te noemen: [Naam verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
tegen:
de publiekrechtelijke rechtspersoon
HET LAND ARUBA,
te Aruba,
verweerder,
hierna ook te noemen: het Land,
vertegenwoordigd door: [Naam vertegenwoordiger DWJZ] (DWJZ).

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 12 november 2019;
- het verweerschrift, ingediend op 28 januari 2020;
- de productie zijdens het Land, ingediend op 6 februari 2020;
- de mondelinge behandeling van 11 februari 2020, waarbij zijn verschenen [naam verzoeker], bijgestaan door zijn gemachtigde, en het Land, vertegenwoordigd door voornoemde gemachtigde en [naam coördinator Leerwerktraject van OAA], coördinator Leerwerktraject van de Openbare Avondleergangen.
1.2
Beschikking is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
Naam verzoeker] is sinds 1 augustus 2017 op basis van losse uren werkzaam bij het Openbaar Onderwijs als klassencoach bij het Leer-werktraject van Openbare Avondleergangen Aruba (OAA).
2.2
Bij brief van 8 augustus 2019 heeft de interim-directeur van de Dienst Publieke Scholen (DPS) [Naam verzoeker] onder meer het volgende geschreven:

Betreft: Verklaring
Ondergetekende, interim-directeur Dienst Publieke Scholen (DPS), verklaart bij dezen dat de heer [naam verzoeker], [naam verzoeker], […], is vanaf 1 augustus 2017 op basis van losse uren werkzaam als klassecoach bij het openbaar onderwijs en tewerkgesteld bij het Openbaar Avondleergangen Aruba (OAA).
Voor de goede orde deel ondergetekende u hiermede dat de arbeidsverhouding ingaande 1 juli 2019 is beëindigd.
(…)
2.3
Bij brief van 11 september 2019 heeft de interim-directeur van de OAA [Naam verzoeker] onder meer het volgende geschreven:
“(…)Den e reunion di 6 di september ultimo, suscrito a ofrece sr. [naam verzoeker] un function di Concierge/Security pa e programanan di ‘Leerwerktrayect’ (LWT). Esaki ta encera 4 dia pa siman, entre 2:30 – 6:30 pm., na e localidadnan: EPB Hato riba dialuna y diaranson y EPB San Nicolas, riba diamars I diahuebs. E suma di pago pa ora ta: bruto Afl. 35,-.
Den nos combersacion sr. [naam verzoeker] a indica cu debi na otro compromiso, sr. [naam verzoeker] lo por eherce e function solamente riba dialuna y diaranson y pa esaki lo confirma nos despues si lo accepta e function aki.
Mientrastanto sr. [naam verzoeker] a cuminsa traha caba den e function menciona desde 2 di September 2019. E oranan cu a wordu traha caba, lo ser paga sergun e suma pa ora menciona.(…)”.

3.HET VERZOEK

3.1 [
Naam verzoeker] verzoekt dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking:
Primair:
a. Voor recht verklaart dat de arbeidsovereenkomst die sinds 1 augustus 2017 tussen partijen geldt, thans van kracht is;
Subsidiair:
Het Land veroordeelt om het bedrag van Afl. 14.400 aan schadevergoeding te betalen wegens het beëindigen van de arbeidsrelatie per 1 juli 2019;
Voor recht verklaart dat er sinds 2 september 2019 een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd geldt tussen partijen, onder dezelfde voorwaarden als de laatst tussen partijen geldende arbeidsovereenkomst, ter betaling van een uurloon van Afl. 50,- met een gemiddelde van 48 uur per maand;
Bij alle verzoeken:
Het Land beveelt het te weinig betaalde loon voor de gewerkte uren vanaf 2 september 2019 alsnog aan verzoeker uit te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente;
Het Land veroordeelt in de proceskosten.
3.2
Aan dit verzoek legt [naam verzoeker] ten grondslag dat tussen partijen een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd geldt, althans een duurovereenkomst, die zonder reden en zonder rekening te houden met een opzegtermijn of schadevergoeding is opgezegd.
3.3
Het Land voert gemotiveerd verweer dat voor zover nodig bij de beoordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

4.1
In deze zaak is in geschil of de arbeidsrelatie tussen partijen moet worden gekwalificeerd als een duurovereenkomst, zoals [naam verzoeker] stelt, dan wel als een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, waarvan het Land uitgaat.
4.2.
In het algemeen wordt onder een duurovereenkomst verstaan een rechtsverhouding waarbij partijen zich (stilzwijgend) hebben verbonden gedurende een bepaalde of onbepaalde tijd over en weer één of meerdere prestaties te verrichten, waarbij de prestaties voortdurend, telkens terugkerend of opeenvolgend dienen te zijn. Bij de uitleg van een (mondelinge) overeenkomst komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
4.3
Het Land heeft gemotiveerd betwist dat tussen partijen een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd gold. In dit verband is namens het Land ter zitting het volgende te kennen gegeven. Het leerwerktraject is een traject voor voortijdige schoolverlaters, waarbij de leerlingen tot maximaal 8 uur per week onderwijs krijgen en voor het overige stage lopen. Het traject loopt steeds van de eerste week van september tot de eerste week van juli. Uit de jongeren die zich jaarlijks opgeven voor het leerwerktraject wordt een selectie gemaakt. Voorafgaand aan ieder nieuw schooljaar wordt aan de hand van het aantal geselecteerde leerlingen bepaald hoeveel klassencoaches nodig zijn en uit welke disciplines zij afkomstig moeten zijn. Aan de hand daarvan worden met de desbetreffende klassencoaches voor dat schooljaar mondelinge overeenkomsten gesloten. Geen van de klassencoaches is in vaste voltijdsdienst, het betreft voor hen allemaal een bijbaan. Dit geldt ook voor [naam verzoeker], die naast de werkzaamheden als klassencoach een zelfstandige psychologiepraktijk drijft. De arbeidsovereenkomst met [naam verzoeker] is steeds voor de duur van een enkel schooljaar aangegaan, te weten voor de schooljaren 2017-2018, onderscheidenlijk 2018-2019.
4.3
Het Gerecht oordeelt als volgt. De stelling van [naam verzoeker], dat tussen partijen een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, derhalve een duurovereenkomst bestaat, mist naar het oordeel van het Gerecht in het licht van de gemotiveerde betwisting van het Land voldoende nadere onderbouwing. Het had op de weg van [naam verzoeker] gelegen om nader te onderbouwen waarom hij in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht verwachten dat sprake is van een duurovereenkomst. Dit heeft [naam verzoeker] nagelaten. Hij heeft slechts, zonder nadere toelichting, zijn standpunt gehandhaafd dat gelet op de duur van de arbeidsrelatie sprake is van een duurovereenkomst en is verder niet ingegaan op de gemotiveerde toelichting van het Land op zijn standpunt dat tussen partijen steeds een arbeidsovereenkomst voor de duur van een schooljaar is aangegaan. Dit betekent dat aan de stelling van [naam verzoeker] als onvoldoende onderbouwd voorbij moet worden gegaan. In dit verband weegt nog mee dat voormelde brief van 8 augustus 2019 geen opzegging van de arbeidsverhouding betreft, maar slechts een “verklaring” dat deze per 1 juli 2019, te weten het einde van het schooljaar 2018-2019, is beëindigd.
4.4
Geconcludeerd wordt dan ook dat de arbeidsrelatie niet heeft geresulteerd in een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd. Nu geen sprake is van een duurovereenkomst, kan van een onrechtmatige opzegging hiervan geen sprake zijn, aangezien deze van rechtswege aan het einde van het schooljaar 2018-2019 is geëindigd. De hierop gebaseerde verzoeken van [naam verzoeker] onder a) en b) worden dan ook afgewezen.
4.5
Ten aanzien van de verzoeken onder c) en d), overweegt het Gerecht als volgt. Zoals hiervoor is geoordeeld, is de arbeidsovereenkomst voor het verrichten van werkzaamheden als klassencoach aan het eind van het schooljaar 2018-2019 van rechtswege geëindigd. Verder staat vast dat [naam verzoeker] gedurende het schooljaar 2019-2020, ingegaan op 2 september 2019, geen werkzaamheden als klassencoach meer heeft verricht. De enkele omstandigheid dat hij vanaf die datum – naar hij stelt onder protest – werkzaamheden als conciërge/beveiliger heeft verricht, brengt niet met zich dat daarmee de beëindigde arbeidsovereenkomst is komen te herleven. [Naam verzoeker] heeft ook overigens geen omstandigheden aangevoerd die tot die conclusie moeten leiden. Dit brengt met zich dat ook de verzoeken onder c) en d) worden afgewezen.
4.6
Als de in het ongelijk gestelde partij, zal [naam verzoeker] worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, die aan de zijde van het Land worden begroot op nihil, nu het Land zich heeft doen vertegenwoordigen door een ambtenaar in zijn dienst.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht:
wijst af het door [naam verzoeker] verzochte;
veroordeelt [naam verzoeker] in de kosten van de procedure, die tot aan deze uitspraak aan de kant van het Land worden begroot op nihil;
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter in dit Gerecht, en werd in het openbaar uitgesproken op dinsdag 24 maart 2020, in tegenwoordigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 24 maart 2020
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: EJ nr. AUA201903979
Inhoudsindicatie: arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd of onbepaalde tijd;
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: civiel, arbeidsrecht
Rechter: mr. M.E.B. de Haseth
Bijzondere kenmerken: