In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 14 april 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de verbetering van de geboorteakte van een minderjarige. De vordering is ingediend door het Openbaar Ministerie, waarbij de ambtenaar van de burgerlijke stand als belanghebbende is aangemerkt. De minderjarige, geboren in 2003, had in de geboorteakte een andere moeder vermeld dan de feitelijke moeder. De vader had de minderjarige erkend, maar de moeder was niet correct geregistreerd.
De procedure begon met de indiening van de vordering op 24 juni 2019, gevolgd door een minderjarigenverhoor op 25 november 2019 en verschillende mondelinge behandelingen. De ambtenaar van de burgerlijke stand verzet zich niet tegen de toewijzing van de vordering, wat de weg vrijmaakte voor de beoordeling door het gerecht.
Het gerecht oordeelde op basis van artikel 1:24 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat het mogelijk is om een register van de burgerlijke stand te verbeteren op verzoek van belanghebbenden of op vordering van het openbaar ministerie. Gezien de overgelegde stukken was het gerecht van mening dat voldoende bewijs was geleverd dat de vrouw, geboren in 1969 in Bogota, Colombia, de feitelijke moeder van de minderjarige was. Daarom werd de vordering toegewezen en gelastte het gerecht de ambtenaar van de burgerlijke stand om de geboorteakte te verbeteren.