3.1 [verzoeker] verzoekt het Gerecht – na aanvulling/vermeerdering van eis - om bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking:
a. a) voor recht te verklaren dat de arbeidsovereenkomst op rechtsgeldige wijze is geëindigd op 31 maart 2019;
b) S&L te veroordelen om het achterstallige loon van [verzoeker] vanaf 15 februari 2019 tot en met 31 maart 2019, ad Afl. 14.233,25 per maand uit te betalen, vermeerderd met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente vanaf de dag van opeisbaarheid;
c) voor recht te verklaren dat de arbeidsovereenkomst op rechtsgeldige wijze is geëindigd op 15 maart 2019;
d) S&L te veroordelen om het achterstallige loon van [verzoeker] vanaf 15 februari 2019 tot en met 15 maart 2019, ad Afl. 14.233,25 per maand uit te betalen, vermeerderd met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente vanaf de dag van opeisbaarheid;
e) S&L te veroordelen om aan [verzoeker] te betalen Afl. 3.404,-- aan niet genoten vakantiedagen, vermeerderd met de wettelijke rente en de wettelijke verhoging;
f) S&L te veroordelen om de wettelijke rente en wettelijke verhoging te betalen over de navolgende bedragen: over Afl. 5.088,53 vanaf 28 februari 2019 tot en met 10 maart 2019, over Afl. 5.088,54 vanaf 28 februari 2019 tot en met 26 maart 2019;
g) S&L te veroordelen om een overzicht te verstrekken aan [verzoeker] van de aan hem uit te keren pensioengelden tot en met 31 maart 2019, althans tot 15 maart 2019, op straffe van een dwangsom van Afl. 100,-- per dag of deel daarvan dat S&L nalaat aan deze veroordeling te voldoen;
h) S&L te veroordelen om een pensioencertificaat te verstrekken aan [verzoeker] ter zake van aan hem uit te keren pensioengelden tot en met 31 maart 2019, althans tot 15 maart 2019, op straffe van een dwangsom van Afl. 100,-- per dag of deel daarvan dat S&L nalaat aan de veroordeling te voldoen;
i. i) S&L te veroordelen in de proceskosten.