ECLI:NL:OGEAA:2020:135

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 april 2020
Publicatiedatum
24 april 2020
Zaaknummer
AUA201900164
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiele procedure inzake aansprakelijkheid en uitsluitingsclausule bij schadevergoeding door verzekeraar

In deze civiele procedure, aangespannen door de naamloze vennootschap NAGICO ARUBA N.V. tegen twee gedaagden, staat de aansprakelijkheid van de bestuurder van een voertuig centraal. De zaak betreft een aanrijding die plaatsvond op 29 juli 2017, waarbij de bestuurder van het voertuig, [gedaagde 2], betrokken was. NAGICO, de verzekeraar van het voertuig, vordert schadevergoeding van de gedaagden, omdat zij Afl. 17.430,18 heeft moeten betalen aan de benadeelde eigenaar van een ander voertuig. De verzekeraar beroept zich op een uitsluitingsclausule in de polis die stelt dat er geen dekking is voor schade als de bestuurder onder invloed van alcohol was.

Tijdens de procedure heeft NAGICO verzocht om de gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot betaling van het genoemde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente. De gedaagden hebben verweer gevoerd en stellen dat NAGICO niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vordering tegen [gedaagde 1] en dat de vordering tegen [gedaagde 2] moet worden afgewezen. Het Gerecht heeft vastgesteld dat er geen bewijs is overgelegd waaruit blijkt dat de gedaagden in staat van onvermogen verkeren, en heeft het ontvankelijkheidsverweer van [gedaagde 1] verworpen.

Het Gerecht heeft NAGICO in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren dat [gedaagde 2] ten tijde van het ongeval onder invloed van alcohol was. De zaak is verwezen naar een rolzitting voor het horen van getuigen, waarbij maximaal drie getuigen kunnen worden gehoord. Het Gerecht heeft verder bepaald dat NAGICO de personalia van de getuigen uiterlijk drie dagen voor de zitting moet indienen. De verdere beslissing is aangehouden in afwachting van de bewijslevering.

Uitspraak

Vonnis van 15 april 2020
Behorend bij A.R. nr. AUA201900164
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
NAGICO ARUBA N.V.,
gevestigd in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: Nagico,
gemachtigden: de advocaten mrs. A.F. Kuster en E.A.T. Kuster,
tegen:
[naam gedaagde 1],
hierna ook te noemen: [gedaagde 1],
en
[naam gedaagde 2],
hierna ook te noemen: [gedaagde 2],
beiden wonende in Aruba,
gedaagden,
hierna gezamenlijk ook te noemen: [gedaagden]
gemachtigde: de advocaat M.O. Lopez.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de conclusie van repliek, met producties;
- de conclusie van dupliek.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
Nagico verzoekt dat het Gerecht bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [gedaagden] hoofdelijk veroordeelt om tegen bewijs van kwijting te betalen aan Nagico Afl. 17.430,18, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 13 oktober 2018, kosten rechtens.
2.2 [
gedaagden] voeren verweer en concluderen dat (1) Nagico met betrekking tot [gedaagde 1] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door haar verzochte, en (2) dat de vordering van Nagico voorzover gericht tegen [gedaagde 2] haar moet worden ontzegd, kosten rechtens. [gedaagden] verzoeken daarnaast verlof tot kosteloos procederen.
2.3
Voor zover van belang voor de uitspraak worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING

3.1 [
gedaagden] hebben verzocht kosteloos te mogen procederen, en zij stellen bewijzen van onvermogen te hebben overgelegd. Het Gerecht heeft die bewijzen niet aangetroffen in het dossier, en gaat er daarom vanuit dat ze niet zijn overgelegd. De beslissing op het onderhavige verzoek van [gedaagden] zal worden aangehouden, waarover hierna onder 3.5 (slotzin) meer.
3.2
Er zijn gronden gesteld noch gebleken waaruit volgt dat Nagico niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door haar verzochte. Het ontvankelijkheidsverweer van [gedaagde 1] wordt daarom verworpen.
3.3
Niet in geschil is tussen partijen dat [gedaagde 2] op 29 juli 2017 als bestuurder van een op naam van [gedaagde 1] bij Nagico verzekerde auto (hierna: de auto) betrokken is geweest bij een aanrijding met een andere auto (hierna: het ongeval), in die zin dat [gedaagde 2] op de voor tegemoetkomend verkeer bestemde helft van de weg tegen een tegenligger is gebotst. [gedaagde 2] stelt in dit verband dat niet hij maar die tegenligger het ongeval heeft veroorzaakt, omdat die tegenligger groot licht voerde waardoor [gedaagde 2] de macht over het stuur kwijtraakte en aldus op de verkeerde weghelft terecht kwam. Nagico heeft die stelling (impliciet) bestreden, waardoor die niet vast staat. Die bevrijdende stelling van [gedaagde 2] komt in deze procedure ook niet vast te staan, omdat [gedaagde 2] geen levering van bewijs heeft aangeboden. Aldus komt wel vast te staan dat [gedaagde 2] bedoeld ongeval heeft veroorzaakt, in welk licht Nagico onbestreden heeft gesteld dat zij Afl. 17.430,18 aan schadevergoeding heeft moeten betalen aan de benadeelde eigenaar van die andere auto.
3.4
Zoals reeds gezegd was de auto ten tijde van het ongeval op naam van [gedaagde 1] verzekerd bij Nagico. Artikel 12 aanhef sub s. van de polis krachtens welke de auto toen aldaar was verzekerd (hierna: de polis) luidt als volgt: “
This insurance policy shall not cover liability if the driver was under the influence of alcohol, drugs and/or (any other type of) intoxicant that enhances the risk of an accident.”.
3.5
Uit voormelde uitsluitingsclausule volgt dat er onder de polis geen dekking bestaat voor schade als gevolg van het ongeval indien [gedaagde 2] als bestuurder van de auto ten tijde van het ongeval onder invloed was van alcohol. Nagico stelt (1) dat [gedaagde 2] ten tijde van het ongeval onder invloed was van alcohol, en (2) dat de schade als gevolg daarvan op grond van bedoelde uitsluitingsclausule niet is gedekt onder de polis. [gedaagde 2] heeft de onder (1) vermelde stelling gemotiveerd bestreden, waardoor die vooralsnog niet vast staat. Nu Nagico levering van bewijs heeft aangeboden, zal zij in de gelegenheid worden gesteld om door middel van het doen horen van getuigen te bewijzen dat [gedaagde 2] ten tijde van het ongeval onder invloed was van alcohol. De zaak zal daartoe worden verwezen naar een nog nader te bepalen terechtzitting, tijdens welke zitting maximaal drie getuigen kunnen worden gehoord. Gelet op de omstandigheden als gevolg van de corona-crisis zal de zaak voor nadere dagbepaling worden verwezen naar de in het dictum vermelde rolzitting, tijdens welke zitting [gedaagden] in de gelegenheid worden gesteld om bij akte alsnog bewijzen van onvermogen te overleggen.
3.6.1
Voor het geval Nagico slaagt in haar bewijsopdracht wordt alvast het volgende overwogen.
3.6.2
Het Gerecht volgt alsdan Nagico in haar stelling dat de polis op grond van voormelde uitsluitingsclausule de schade als gevolg van het ongeval niet dekt. Nagico kan dan wat betreft de door haar aan de benadeelde betaalde schadevergoeding ad
Afl. 17.430,18 in elk geval regres voeren op [gedaagde 2] als veroorzaker van het ongeval (en die schade).
3.6.2
Artikel 14 van de polis (waarin met ‘
Company’ wordt bedoeld Nagico en met ‘
SOTPIA’ de Landsverordening aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen) luidt : “
In the event that the Company owes compensation pursuant to the SOTPIA, and a policyholder is not entitled to coverage, the Company may recover the amount thereof and the costs from the Insured persons and/or the policyholder.”. Op grond van deze tussen [gedaagde 1] als houder van de polis enerzijds en Nagico als verzekeraar anderzijds van toepassing zijnde bepaling kan Nagico alsdan naar het oordeel van het Gerecht naast [gedaagde 2] ter zake van de niet gedekte schade als gevolg van het ongeval eveneens regres voeren op [gedaagde 1]. Het verweer van [gedaagde 1] op dit punt wordt alvast verworpen.
3.7
In afwachting van bewijslevering en de daarna door partijen te nemen conclusies na bewijslevering zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-stelt Nagico in de gelegenheid om door middel van het doen horen van getuigen te bewijzen dat [gedaagde 2] op 29 juli 2017 ten tijde van het ongeval onder invloed was van alcohol;
-verwijst de zaak voor mogelijke dagbepaling getuigenverhoor zijdens Nagico naar de rolzitting van
woensdag 13 mei 2020;
-bepaalt dat Nagico gedurende de nog nader voor dat verhoor te bepalen terechtzitting maximaal drie getuigen kan doen horen;
-bepaalt verder dat Nagico uiterlijk drie dagen voor die zitting de personalia van de door haar voor te brengen getuige(n) schriftelijk kenbaar dient te maken aan het Gerecht en aan [gedaagden]
-stelt [gedaagden] in de gelegenheid om gedurende voormelde rolzitting bij akte alsnog bewijzen van onvermogen te overleggen;
-houdt in afwachting van bewijslevering en de door partijen te nemen conclusies na bewijslevering iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 15 april 2020 in aanwezigheid van de griffier.