Ingevolge artikel 14a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Ltv is het een natuurlijke persoon of rechtspersoon verboden zonder toestemming van de Bank een gekwalificeerde deelneming in een verzekeraar te houden, te verwerven of te vergroten.
Ingevolge het tweede lid verleent de Bank een gevraagde toestemming als bedoeld in het eerste lid, tenzij de Bank van oordeel is dat de betrouwbaarheid van de aanvrager of, indien de aanvrager een rechtspersoon is, van de personen die het beleid van deze rechtspersoon bepalen of medebepalen, niet buiten twijfel staat, of dat anderszins ingevolge de gekwalificeerde deelneming in de onderneming of instelling van een ongewenste beïnvloeding van het beleid van de onderneming of instelling sprake is of zou kunnen zijn.
Ingevolge het derde lid maakt, indien het houden, verwerven of vergroten van een gekwalificeerde deelneming in een verzekeraar is verricht, zonder dat voor die handeling een toestemming als bedoeld in het eerste lid is verkregen of de bij de toestemming gestelde beperkingen in acht zijn genomen, de in overtreding zijnde natuurlijke persoon of rechtspersoon binnen een door de Bank te bepalen termijn de verrichte handeling ongedaan, dan wel neemt zij de beperkingen alsnog in acht. Deze verplichting vervalt, indien voor de desbetreffende handeling alsnog een toestemming wordt afgegeven, dan wel de niet in acht genomen beperkingen worden ingetrokken.
Ingevolge artikel 16, eerste lid, kan de Bank ter zake van de overtreding van de bij of krachtens de artikelen 4, 5, eerste lid, 9, tweede lid, 10, 11 tot en met 15b, 17, 22, eerste en derde lid, 24b, derde, vierde en vijfde lid, 25, zesde lid, en 27a, eerste lid, 27b gestelde voorschriften, een last onder dwangsom opleggen.
Ingevolge het tweede lid, kan de Bank ter zake van de in het eerste lid bedoelde feiten ook een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste Afl. 1.000.000,- per afzonderlijke overtreding.