ECLI:NL:OGEAA:2020:160

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
29 april 2020
Publicatiedatum
7 mei 2020
Zaaknummer
AUA201900473
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van eiseres in vordering tegen ORO AZUL S.A. en gedaagde 2

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres, die in persoon procedeerde, een vordering ingediend tegen de vennootschap ORO AZUL S.A. en een tweede gedaagde. De kern van het geschil betreft de hoogte en betaling van een bedrag dat door eiseres of haar advocaat in rekening is gebracht voor juridische diensten. Het Gerecht oordeelde dat de vaststelling van hetgeen een advocaat in rekening mag brengen aan een cliënt het exclusieve terrein is van de Raad van Toezicht, en dat eiseres daarom niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vordering. Dit oordeel is gebaseerd op de Advocatenlandsverordening 1959, die de procedure bij de Raad van Toezicht en de Raad van Appel regelt. Eiseres had geen volmacht om in eigen naam te procederen voor de advocatenpraktijk die haar vertegenwoordigde. Het Gerecht heeft eiseres ook verwezen in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 1.500,-- voor ORO AZUL en Afl. 3.000,-- voor de tweede gedaagde. Het vonnis is uitgesproken op 29 april 2020.

Uitspraak

Vonnis van 29 april 2020
Behorend bij A.R. no. AUA201900473
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
[eiseres],
wonende in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: [eiseres],
procederend in persoon,
tegen:
de vennootschap naar Venezolaans recht
ORO AZUL S.A.,
hierna ook te noemen Oro Azul,
en
[gedaagde 2],
hierna ook te noemen: [gedaagde 2],
beiden voor deze zaak gedomicilieerd in Aruba te [adres] ([district]),
gedaagden,
hierna gezamenlijk ook te noemen: [gedaagden],
gemachtigde voor beiden: de advocaat mr. E.E. Rosenstand.

1.HET PROCESVERLOOP

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
-het verzoekschrift, met producties;
-de conclusie van antwoord van Oro Azul;
-de conclusie van antwoord van [gedaagde 2], met producties;
-de conclusie van repliek, met producties;
-de conclusie van dupliek van [gedaagde 2], met producties;
-de akte uitlating producties van [eiseres].
1.2
Gebleken is dat alleen [gedaagde 2] gebruik heeft gemaakt van de aan hem en ook aan Oro Azul geboden gelegenheid om te dupliceren. Aan Oro Azul wordt daarom alsnog akte van niet dienen van dupliek verleend.
1.3
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1 [
eiseres] verzoekt dat het Gerecht bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
a. [gedaagden] veroordeelt om aan haar te betalen Afl. 57.515,73, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 6 juni 2018 althans met ingang van een door het Gerecht te bepalen andere datum;
b. [gedaagden] veroordeelt in de proceskosten, waaronder begrepen - zo begrijpt het Gerecht - die van de beslagen.
2.2 [
gedaagden] voeren ieder voor zich verweer en concluderen dat [eiseres] niet-ontvankelijk verklaard moet worden in het door haar verzochte, althans tot ontzegging daarvan, kosten rechtens.
2.3
Voor zover van belang voor de uitkomst van deze procedure worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het ontvankelijkheidsverweer van [gedaagden] slaagt. Dienaangaande wordt het volgende overwogen. De kern van dit geschil is gelegen in de hoogte en betaling van het bedrag dat door [eiseres] of door mr. C.H. Lejuez Advocatenpraktijk N.V. in rekening is gebracht aan [gedaagden] voor beweerdelijke in opdracht van hen uitgevoerde juridische diensten. Een dergelijk geschil (vaststelling van hetgeen in dit geval mr. C.H. Lejuez Advocatenpraktijk N.V. in rekening mag brengen voor de door haar verrichte juridische diensten onder uitvaardiging van een executoriale betalingstitel) betreft naar het oordeel van het Gerecht het exclusieve terrein van de Raad van Toezicht (of, in geval van een verzoek om herziening van een uitspraak van die Raad, de Raad van Appel). Zie in dit verband het eerste lid van artikel 34 in verbinding met het eerste lid van artikel 38 en artikel 40 van de Advocatenlandsverordening 1959.
3.2
Vorenstaande brengt mee dat [eiseres] of wellicht mr. C.H. Lejuez Advocatenpraktijk N.V. te dezen is aangewezen op de naar het oordeel van het Gerecht met voldoende waarborgen omklede procedure bij de Raad van Toezicht en in geval van een herzieningsverzoek bij de Raad van Appel. Aldus dient [eiseres] in deze procedure niet-ontvankelijk verklaard te worden in het door haar verzochte.
3.3
Bij vorenstaande komt nog dat gebleken is dat de overeenkomst van opdracht waarop [eiseres] haar vordering grondt is gesloten met mr. C.H. Lejuez Advocatenpraktijk N.V., zoals terecht door [gedaagden] gesteld. Het Gerecht volgt hen daarom in hun stelling dat die praktijk mogelijk een vordering heeft op Oro Azul en/of [gedaagde 2], en niet [eiseres] in persoon. [eiseres] erkent dat zij als directeur daarvan voornoemde praktijk in en buiten rechte vertegenwoordigt, maar gebleken is dat daarvan in deze procedure geen sprake is. [eiseres] procedeert immers in persoon voor zichzelf. Bij dit alles komt dat is gesteld noch gebleken dat [eiseres] over een door mr. C.H. Lejuez Advocatenpraktijk N.V. aan haar verstrekte volmacht beschikt op grond waarvan zij op eigen naam voor die praktijk mag procederen. De omstandigheid dat [eiseres] bij de Raad van Toezicht en de Raad van Appel wel in persoon kan procederen zoals door haar gesteld, kan haar niet baten. Gesteld noch is gebleken immers dat haar wederpartij(en) in procedures bij die instanties op dit punt verweer hebben gevoerd zoals [gedaagden] dat hebben gedaan in de onderhavige procedure.
3.4 [
eiseres] zal, als de niet-ontvankelijk te verklaren partij, worden verwezen in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Oro Azul en die van [gedaagde 2], tot aan deze uitspraak wat betreft Oro Azul begroot op Afl. 1.500,-- (1 punt, tarief 6) en wat betreft [gedaagde 2] begroot op Afl. 3.000,-- (2 punten, tarief 6).
3.5
Ten overvloede wordt ter zake van de bij partijen genoegzaam bekende in opdracht van [eiseres] gelegde conservatoire beslagen nog overwogen dat niet deze zaak maar de procedure bij de Raad van Toezicht en mogelijk bij de Raad van Appel (in geval van een herzieningsverzoek) als hoofdzaak heeft te gelden, die op straffe van nietigheid van de beslagen al moest lopen ten tijde van de beslaglegging of - zo dat niet het geval was - binnen de door de beslagrechter bepaalde termijn aanhangig gemaakt moest worden.

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-verklaart [eiseres] niet-ontvankelijk in haar vorderingen;
-veroordeelt [eiseres] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Oro Azul en aan de zijde van [gedaagde 2], tot aan deze uitspraak wat betreft Oro Azul begroot op Afl. 1.500,-- en wat betreft [gedaagde 2] begroot op Afl. 3.000,-- aan salaris voor de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 29 april 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.