ECLI:NL:OGEAA:2020:17

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 januari 2020
Publicatiedatum
10 februari 2020
Zaaknummer
AUA201802519
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging gezag en omgangsregeling in een familierechtelijke procedure

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 28 januari 2020 uitspraak gedaan in een familierechtelijke procedure tussen een vader en een moeder over het gezag en de omgangsregeling van hun minderjarige kind. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.M. Malmberg, verzocht om wijziging van het gezag en een omgangsregeling. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. N.S. Gravenstijn, verzet zich tegen deze verzoeken. De procedure omvatte eerdere uitspraken en rapporten van de Voogdijraad, die op 2 juli 2019 een rapport heeft uitgebracht over de situatie van de minderjarige. Tijdens de mondelinge behandelingen, die met gesloten deuren plaatsvonden, werd duidelijk dat er een verstoorde communicatie tussen de ouders is, wat leidt tot een onaanvaardbaar risico voor de minderjarige. De Voogdijraad adviseerde om het eenhoofdig gezag bij de moeder te laten, omdat zij de nodige bescherming en stabiliteit kan bieden. Het Gerecht oordeelde dat het verzoek van de vader om wijziging van het gezag en de hoofdverblijfplaats van de minderjarige werd afgewezen. De minderjarige blijft bij de moeder wonen, en er werd een omgangsregeling vastgesteld die de vader recht geeft op omgang met de minderjarige. De omgangsregeling omvat specifieke afspraken over de frequentie en duur van de omgang, waarbij de belangen van de minderjarige voorop staan.

Uitspraak

Beschikking van 28 januari 2020
Behorend bij EJ nr. AUA201802519
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[vader],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg,
tegen
[moeder],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn.
Belanghebbende:
[minderjarige], de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de eerdere procedure blijkt uit:
  • de beschikking van dit gerecht van 6 november 2018,
  • het rapport van de Voogdijraad van 2 juli 2019,
  • de mondelinge behandeling met gesloten deuren op 12 november 2019, in aanwezigheid van partijen bijgestaan door hun gemachtigden. De Voogdijraad is niet verschenen, alhoewel deugdelijk te zijn opgeroepen,
  • de mondelinge behandeling met gesloten deuren op 26 november 2019, in aanwezigheid van partijen bijgestaan door hun gemachtigden. Namens de Voogdijraad is mevrouw [medewerker] verschenen.
De uitspraak op heden bepaald.

2.DE VERDERE BEOORDELING

Gezag en hoofverblijf

2.1
Uit het rapport van de Voogdijraad blijkt dat er sprake is van een verstoorde communicatie tussen de ouders. De ouders zijn niet in staat om met elkaar te communiceren aangaande de minderjarige waardoor zij klem en verloren raakt tussen de ouders, aldus de Voogdijraad. Beide ouders zijn niet bereidwillig om aan hun communicatie te werken wat maakt dat er binnen afzienbare tijd in het belang van de minderjarige geen verandering in de communicatie zal komen. De Voogdijraad adviseert in het belang van de minderjarige dat de moeder het eenhoofdig gezag behoudt. Zij kan de minderjarige de nodige bescherming, rust en bescherming bieden, aldus de Voogdijraad.
2.2
Het gerecht acht het, gelet op het rapport van de Voogdijraad en het verhandelde ter zitting, niet reëel te veronderstellen dat partijen in gezamenlijk overleg beslissingen van enig belang over de minderjarige kunnen gaan nemen. Niet te verwachten is dat in deze omstandigheden binnen afzienbare tijd voldoende verbetering komt. Onder genoemde omstandigheden is er een onaanvaardbaar risico dat de minderjarige bij gezamenlijk gezag klem of verloren zal raken.
Het gerecht is, gelet op het rapport van de Voogdijraad en het verhandelde ter zitting, verder van oordeel dat de minderjarige thans het beste bij de moeder kan blijven wonen nu zulks beter is voor de minderjarige. De minderjarige verblijft sinds oktober 2018 bij de moeder en wordt goed verzorgd door de moeder. De moeder krijgt veel ondersteuning van haar ouders. Niet valt in te zien waarom de hoofdverblijfplaats van de minderjarige nu gewijzigd dient te worden. Continuïteit is heel belangrijk.
Het verzoek van de vader ten aanzien van het gezag en de hoofdverblijfplaats van de minderjarige zal, gelet op het vorenstaande, dan ook worden afgewezen.
Omgang
2.3
De minderjarige en de vader hebben recht op omgang met elkaar. Een goede omgang tussen hen is in het belang van de minderjarige.
2.4
De Voogdijraad adviseert de hieronder aangegeven omgangsregeling. Het gerecht zal, gelet op het verhandelde ter zitting, in het belang van de minderjarige dienovereenkomstig beslissen

3.DE BESLISSING

Het Gerecht:
bepaalt de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige als volgt:
- om het weekend vanaf vrijdag na school tot zondag 18:00 uur, waarbij de vader de minderjarige vrijdag bij haar school ophaalt en zondagmiddag terug naar moeder brengt;
- op dinsdag en donderdag na school tot 18 uur, waarbij de vader de minderjarige bij haar school ophaalt en 18 uur terug naar moeder brengt,
- de helft van de vakanties, in onderling overleg tussen de ouders,
- op de verjaardag van de minderjarige 4 uurtjes, in onderling overleg tussen de ouders,
- op de verjaardag van de vader 4 uurtjes, in onderling overleg tussen de ouders,
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 28 januari 2020 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 28 januari 2020
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: EJ nr. AUA201903373
Inhoudsindicatie: Wijziging gezag afgewezen; Omgangsregeling vader en minderjarige
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Familierecht
Rechter: mr. E.M.D. Angela
Bijzondere kenmerken: