In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres Leysner & De Cuba Accountants VOF (hierna: Leysner) een vordering ingesteld tegen gedaagde, die in Aruba woont. Leysner vordert betaling van Afl. 35.959,05, als vergoeding voor door haar verrichte diensten. Gedaagde heeft verweer gevoerd en in reconventie verzocht om een verklaring voor recht dat Leysner wanprestatie heeft gepleegd door een ongeautoriseerde en onjuiste boedelbeschrijving in te leveren en deze zonder toestemming aan de executeur testamentair te verstrekken. Het Gerecht heeft op 6 mei 2020 vonnis gewezen, waarbij de vordering van Leysner werd toegewezen en de reconventionele vorderingen van gedaagde werden afgewezen. Het Gerecht oordeelde dat gedaagde onvoldoende had onderbouwd dat Leysner wanprestatie had gepleegd. De rechter verwierp het ontvankelijkheidsverweer van Leysner en concludeerde dat de door Leysner gevorderde bedragen terecht waren. Gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten van zowel de conventionele als de reconventionele procedure. Het vonnis is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.