ECLI:NL:OGEAA:2020:18

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 januari 2020
Publicatiedatum
10 februari 2020
Zaaknummer
AUA201803686
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing gezamenlijk gezag en omgangsregeling tussen vader en minderjarige

In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 28 januari 2020, is het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag en een omgangsregeling met zijn minderjarige kind afgewezen. De vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.M. Malmberg, had verzocht om gezamenlijk gezag en een regeling voor omgang met de minderjarige, die bij de moeder woont. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. N.S. Gravenstijn, heeft zich verzet tegen dit verzoek. De Voogdijraad heeft in haar rapport van 22 oktober 2019 geadviseerd om het verzoek van de vader af te wijzen, omdat de communicatie tussen de ouders slecht is en de vader zich niet aan afspraken houdt. De Voogdijraad concludeert dat de minderjarige het beste bij de moeder kan blijven wonen, gezien haar betrokkenheid bij de zorg en opvoeding.

Tijdens de mondelinge behandeling op 26 november 2019 is naar voren gekomen dat de ouders niet in staat zijn om op een behoorlijke manier gezamenlijk gezag uit te oefenen. Het gerecht heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om beslissingen van belang over hun kind in gezamenlijk overleg te nemen. Dit leidt tot de conclusie dat het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag en de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij hem te vestigen, moet worden afgewezen.

De beschikking bevat ook een omgangsregeling voor de vader en de minderjarige, waarbij de omgang is vastgesteld op elke woensdag na school tot 19:00 uur en om het weekend van vrijdag na school tot zondag 19:00 uur. De vader zal de minderjarige op zaterdag naar zijn tekenles brengen. De beschikking is gegeven door rechter mr. E.M.D. Angela, ter zitting in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 28 januari 2020
Behorend bij EJ nr. AUA201803686
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[Naam verzoeker],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna: de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg,
tegen
[Naam verweerster],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna: de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn.
Belanghebbende:
[Naam minderjarige],
de minderjarige.

1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het eerdere verloop van de procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht van 19 februari 2019. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het rapport van de Voogdijraad van 22 oktober 2019,
- de mondelinge behandeling ter zitting van 26 november 2019, waar zijn verschenen de moeder bijgestaan door haar gemachtigde voornoemd en de vader bij zijn gemachtigde voornoemd. Namens de Voogdijraad was de heer [naam medewerker] aanwezig
De uitspraak .

2.DE VERDERE BEOORDELING

Gezag en hoofverblijf

2.1
Uit het rapport van de Voogdijraad blijkt dat de communicatie tussen de ouders slecht is. Vader doet waar hij zin in heeft met de minderjarige zonder dit met de moeder te overleggen. Hij houdt zich niet aan de afspraken. De kans is groot dat als vader samen met de moeder belast zou worden met het gezamenlijk gezag hij hiervan misbruik zou maken. Hierdoor kan de minderjarige klem raken tussen de ouders, aldus de Voogdijraad.
De Voogdijraad is verder van mening dat de minderjarige bij de moeder moet blijven wonen. De moeder is degene die sinds de geboorte van de minderjarige altijd meer betrokken is geweest in de zorg en opvoeding van de minderjarige. De Voogdijraad adviseert in het belang van de minderjarige om het verzoek van de vader af te wijzen.
2.2
Voor het uitoefenen van het gezamenlijk gezag is vereist dat de ouders in feite in staat zijn tot een behoorlijke gezamenlijke gezagsuitoefening en dat zij beslissingen van enig belang over hun kind in gezamenlijk overleg kunnen nemen, althans tenminste in staat zijn vooraf afspraken te maken over situaties die zich rond het kind kunnen voordoen en wel zodanig dat de kinderen niet klem of verloren raken tussen de ouders. Dat is in casu, gelet op het verhandelde ter zitting en het rapport van de Voogdijraad, niet het geval. De ouders worden niet in staat geacht om zodanig met elkaar te communiceren dat zij tot onderlinge afspraken kunnen komen over de situaties die zich rond de minderjarige kunnen voordoen.
Het gerecht is, gelet op het rapport van de Voogdijraad en het verhandelde ter zitting, verder van oordeel dat de minderjarige thans het beste bij de moeder kan blijven wonen nu zulks beter is voor de minderjarige.
Het verzoek van de vader ten aanzien van het gezag en de hoofdverblijfplaats van de minderjarige zal, gelet op het vorenstaande, worden afgewezen.
Omgang
2.3
De vader en de minderjarigen hebben recht op omgang. De Voogdijraad heeft in haar rapport een omgangsregeling geadviseerd. Het gerecht zal, gelet op het rapport van de Voogdijraad en het verhandelde ter zitting, in het belang van de minderjarige de navolgende omgangsregeling vaststellen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
bepaalt de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige als volgt:
  • elke woensdag na school tot 19 uur,
  • om het weekend van vrijdag na school tot zondag 19:00 uur, waarbij de vader de minderjarige op zaterdag naar zijn tekenles brengt,
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, ter zitting van 28 januari 2020 in aanwezigheid van de griffier.
Bijzondere kenmerken: