ECLI:NL:OGEAA:2020:184
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verklaring van rechtsvermoeden van overlijden in het personen- en familierecht
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 5 mei 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot een verzoek om verklaring van rechtsvermoeden van overlijden. De verzoekers hebben de vermiste, die in Aruba woonde, driemaal opgeroepen om te verschijnen ter terechtzitting om van zijn in leven zijn te doen blijken. Deze oproepingen zijn gepubliceerd in de Landscourant en in lokale dagbladen, waaronder Amigoe di Aruba en Diario. Ondanks de behoorlijke oproep is de vermiste niet verschenen en heeft hij op geen enkele wijze van zijn in leven zijn doen blijken.
De procedure is gestart met een eerdere beschikking van 3 maart 2020, waarin het gerecht de griffier heeft gelast om de vermiste op te roepen. Aangezien de vermiste niet is verschenen en er geen bewijs is geleverd van zijn in leven zijn, heeft het Gerecht besloten dat het verzoek voor toewijzing vatbaar is. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de vermiste vermoedelijk op 31 januari 2013 is overleden, op basis van artikel 1:414 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek en de overgelegde stukken.
De beschikking concludeert dat er sinds 31 januari 2013 een rechtsvermoeden van overlijden bestaat van de vermiste, die op die datum geboren is in Aruba. Deze uitspraak is gedaan door rechter E.M.D. Angela in aanwezigheid van de griffier.