ECLI:NL:OGEAA:2020:204

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 mei 2020
Publicatiedatum
18 mei 2020
Zaaknummer
AUA201904473
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en de beoordeling van dringende redenen in het arbeidsrecht

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 12 mei 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [verzoeker], en zijn werkgever, Full House Restaurant and Development VBA, h.o.d.n. Caribbean Buffet. De werknemer was op 1 februari 2015 in dienst getreden en werd op 31 augustus 2019 op staande voet ontslagen. De werknemer verzocht om toestemming om kosteloos te procederen en stelde dat het ontslag kennelijk onredelijk en onregelmatig was, aangezien er geen dringende reden voor het ontslag zou zijn. Het Gerecht oordeelde dat er geen dringende reden voor het ontslag op staande voet was, en dat het ontslag onregelmatig was geschied. Het Gerecht heeft Full House veroordeeld tot betaling van een bedrag van Afl. 1.761,76 ter zake van onregelmatig ontslag, Afl. 1.626,24 aan cessantia, en Afl. 2.032,75 voor uitstaande vakantiedagen. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Beschikking van 12 mei 2020
Behorend bij E.J. nr. AUA201904473
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[Naam verzoeker],
te Aruba,
verzoeker,
hierna ook te noemen: [verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. G.L. Griffith,
tegen

1.FULL HOUSE RESTAURANT AND DEVELOPMENT VBA, h.o.d.n. CARIBBEAN BUFFET,

2. [verweerder I],

3. [verweerder II]

te Aruba,
hierna onderscheidenlijk te noemen: Full House, [verweerder I], [verweerder II],
hierna gezamenlijk ook te noemen: Full House c.s.,
gemachtigde: de advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties;
- het verweerschrift met producties;
- de pleitnota van [verzoeker];
- de mondelinge behandeling op 10 maart 2020.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
Verzoeker] is op 1 februari 2015 voor onbepaalde tijd in loondienst getreden van Full House, laatstelijk in de functie van bartender tegen een brutoloon van Afl. 1.761,61 per maand.
2.2
Op 31 augustus 2019 is [verzoeker] op staande voet ontslagen.
2.3
Bij e-mail van 21 februari 2020 heeft Full House een faillissementsverzoek ingediend.
2.4 [
Verzoeker] berust inmiddels in het ontslag.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Het verzoek strekt ertoe om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
1) [verzoeker] toestemming te verlenen om kosteloos te procederen;
2) voor recht te verklaren dat het verleende ontslag kennelijk onredelijk en onregelmatig is;
3) Full House c.s. te veroordelen om aan [verzoeker] te betalen een bedrag van Afl. 1.761,76 als opzegtermijn, Afl. 1.626,24 aan cessantia, Afl. 2.032,75 in verband met de niet genoten vakantiedagen en Afl. 7.047,04 als schadevergoeding naar billijkheid;
4. te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2019, zijnde de laatste werkdag van [verzoeker];
5. enig andere voorlopige voorziening treft die het Gerecht in goede justitie geraden acht;
6. Full House c.s. te veroordelen in de proceskosten.
3.2 [
Verzoeker] legt aan zijn vordering ten grondslag dat hij op staande voet ontslagen is, terwijl er geen sprake was van een daartoe vereiste dringende reden, toestemming van de Directeur van de Directie Arbeid dan wel wederzijds goedvinden en Full House bovendien de voor de opzegging geldende bepalingen niet in acht heeft genomen. [Verzoeker], die inmiddels in het ontslag berust, stelt zich op het standpunt dat het ontslag onregelmatig en/of kennelijk onredelijk is geschied. Voorts hebben [verweerder I] en [verweerder II] in hun hoedanigheid van bestuurders onrechtmatig jegens [verzoeker] gehandeld.
3.3
Full House c.s. hebben verweer gevoerd dat, voor zover voor de beslissing van belang, bij de beoordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

4.1 [
Verzoeker] zal overeenkomstig zijn verzoek gratis admissie worden verleend, nu hij een bewijs van onvermogen heeft overgelegd.
4.2
Alvorens beoordeeld kan worden of het aan [verzoeker] gegeven ontslag onregelmatig dan wel kennelijk onredelijk is, dient eerst de vraag beantwoord te worden of de door Full House aan [verzoeker] medegedeelde reden van ontslag een dringende reden in de zin van artikel 7A:1615 p van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) kan opleveren. Als dringende redenen worden volgens artikel 1615 o lid 1 BW beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die tot gevolg hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet verlangd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
4.3
Full House betwist dit onderdeel van de vordering niet. Full House heeft ter zitting verder toegelicht dat zij [verzoeker] op staande voet heeft ontslagen omdat zij niet langer over de financiële middelen beschikt om het salaris van [verzoeker] te betalen. Op 31 januari 2019 heeft Full House aan werknemers, waaronder [verzoeker], medegedeeld dat het bedrijf financieel in een moeilijke situatie is komen te verkeren, waardoor het voor haar onmogelijk is geworden om de werknemers in dienst te houden en de salarissen door te betalen.
4.4
Het Gerecht is op grond van de toelichting van Full House van oordeel dat van een dringende reden voor een ontslag op staande voet geen sprake is.
4.5
Het bovenstaande brengt mee dat het op 31 augustus 2019 aan [verzoeker] gegeven ontslag onregelmatig is geschied. Full House heeft geen opzegtermijn in acht genomen en is daarom jegens [verzoeker] schadeplichtig. Dit wordt door Full House ook niet betwist. De verzochte wettelijke (gefixeerde) schadeloosstelling van Afl. 1.761,76 wegens de niet in acht genomen opzegtermijn wordt dan ook, als onbetwist, toegewezen.
4.6
Nu er geen sprake is van een dringende reden, heeft [verzoeker] recht op een cessantia-uitkering. Omdat Full House het gevorderde bedrag van Afl. 1.626,24 aan cessantia niet heeft weersproken, zal het Gerecht deze vordering toewijzen.
4.7
Ook het bedrag van Afl. 2.032,75 met betrekking tot de uitstaande vakantiedagen zal worden toegewezen, nu Full House dit deel van de vordering niet heeft betwist.
4.8
Een onregelmatige beëindiging van het dienstverband kan onder omstandigheden kennelijk onredelijk zijn. De beëindiging van de dienstbetrekking door de werkgever zal ingevolge artikel 7A:1615s lid 2 sub b BW kennelijk onredelijk geacht kunnen worden wanneer, mede in aanmerking genomen de voor de arbeider getroffen voorzieningen en de voor hem bestaande mogelijkheden ander passend werk te vinden, de gevolgen der beëindiging voor hem te ernstig zijn in vergelijking met het belang van de werkgever bij de beëindiging. In dat geval kan de rechter ingevolge artikel 7A:1615s lid 1 BW aan de wederpartij naar billijkheid een schadevergoeding toekennen.
4.9
Full House stelt dat zij belang heeft bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst vanwege haar slechte financiële situatie. Deze stelling heeft [verzoeker] niet betwist. Verder heeft Full House onbetwist gesteld dat zij inmiddels een faillissementsverzoek heeft ingediend. Naar het oordeel van het Gerecht staat hiermee in voldoende mate vast dat Full House belang heeft bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Niet kan worden gezegd dat de gevolgen van het ontslag voor [verzoeker] te ernstig zijn in vergelijking met het belang van Full House bij beëindiging van het dienstverband, ook niet als rekening wordt gehouden met de door [verzoeker] gestelde omstandigheden dat hij vanwege de handelwijze van Full House niet voldoende tijd heeft gehad om ander passend werk te vinden en het gelet op zijn leeftijd bovendien ook moeilijk is een baan te vinden. De conclusie is dat geen sprake is van de door [verzoeker] gestelde vorm van kennelijk onredelijkheid. De gevorderde betaling van een schadevergoeding ter zake van kennelijke onredelijk ontslag zal daarom worden afgewezen.
4.1
Het Gerecht begrijpt dat [verzoeker] op grond van bestuurdersaansprakelijkheid van [verweerder I] en [verweerder II] de betaling vordert van een bedrag aan schadevergoeding ter hoogte van de vordering op Full House.
4.11
Blijkens jurisprudentie van de Hoge Raad geldt bij benadeling van een schuldeiser van een vennootschap dat naast de aansprakelijkheid van de vennootschap mogelijk ook, afhankelijk van de omstandigheden van het concrete geval, grond kan zijn voor aansprakelijkheid van degene die als bestuurder (i) namens de vennootschap heeft gehandeld dan wel (ii) heeft bewerkstelligd of toegelaten dat de vennootschap haar wettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomt. In beide gevallen mag in het algemeen alleen dan worden aangenomen dat de bestuurder jegens de schuldeiser van de vennootschap onrechtmatig heeft gehandeld waar hem, mede gelet op zijn verplichting tot een behoorlijke taakuitoefening als bedoeld in art. 2:9 BW, een voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt (vgl. HR 18 februari 2000, nr. C98/208, NJ 2000, 295). Voor de onder (i) bedoelde gevallen is in de rechtspraak de maatstaf aanvaard dat persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder van de vennootschap kan worden aangenomen wanneer deze bij het namens de vennootschap aangaan van verbintenissen wist of redelijkerwijze behoorde te begrijpen dat de vennootschap niet haar verplichtingen zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden, behoudens door de bestuurder aan te voeren omstandigheden op grond waarvan de conclusie gerechtvaardigd is dat hem ter zake van de benadeling geen persoonlijk verwijt gemaakt kan worden. In de onder (ii) bedoelde gevallen kan de betrokken bestuurder voor schade van de schuldeiser aansprakelijk worden gehouden indien zijn handelen of nalaten als bestuurder ten opzichte van de schuldeiser in de gegeven omstandigheden zodanig onzorgvuldig is dat hem daarvan persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Van een dergelijk ernstig verwijt zal in ieder geval sprake kunnen zijn als komt vast te staan dat de bestuurder wist of redelijkerwijze had behoren te begrijpen dat de door hem bewerkstelligde of toegelaten handelwijze van de vennootschap tot gevolg zou hebben dat deze haar verplichtingen niet zou nakomen en ook geen verhaal zou bieden voor de als gevolg daarvan optredende schade. Er kunnen zich echter ook andere omstandigheden voordoen op grond waarvan een ernstig persoonlijk verwijt kan worden aangenomen.
4.12 [
Verzoeker] heeft gesteld dat [verweerder I] en [verweerder II] (hierna te noemen: de bestuurders) reeds maanden van tevoren op de hoogte waren van de slechte bedrijfsresultaten van Full House. Volgens [verzoeker] hadden zij hem hiervan reeds toen op de hoogte moeten stellen. Deze handelwijze dient geen ander doel dan het frustreren van verhaal. Deze stellingen worden door de bestuurders gemotiveerd betwist. Full House c.s. stellen dat [verweerder I] aan de werknemers heeft verteld dat hij liever niet wil doorgaan met Full House, nu het met Full House financieel niet goed gaat. Volgens Full House c.s. wisten de werknemers dit ook, nu het een klein bedrijf was en er al een tijdje geen klanten meer kwamen. De bestuurders hebben geprobeerd om Full House draaiende te houden, maar het is hen niet gelukt, aldus Full House c.s. Hoe dit alles ook zij, naar het oordeel van het Gerecht is niet gebleken dat in casu is voldaan aan de criteria voor bestuurdersaansprakelijkheid, waarbij van belang is dat Full House haar loonbetalingsverplichtingen tot het moment van opzegging van de arbeidsovereenkomst is nagekomen. De vordering zal worden afgewezen.
4.13
Nu beide partijen over en weer op punten in het gelijk en het ongelijk zijn gesteld, zullen de kosten van de procedure worden gecompenseerd.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht:
- verleent aan [verzoeker] toestemming om kosteloos te procederen;
- verklaart voor recht dat Full House [verzoeker] op onregelmatige wijze heeft ontslagen;
- veroordeelt Full House om aan [verzoeker] te betalen een bedrag van Afl. 1.761,76 ter zake van onregelmatig ontslag;
- veroordeelt Full House om aan [verzoeker] te betalen een bedrag van Afl. 1.626,24 in verband met cessantia;
- veroordeelt Full House om aan [verzoeker] te betalen een bedrag van Afl. 2.032,75 in verband met uitstaande vakantiedagen;
- compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
- verklaart voormelde veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.J. Verhoeven, rechter in dit Gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting op 12 mei 2020 in aanwezigheid van de griffier.