Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
3.DE BEOORDELING
lopende kosten bestaan uit voorgeschoten invoerrechten, transport, handeling, administratie, verzekering en opslag (…)”
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de eiseres, een naamloze vennootschap, een vordering ingesteld tegen de gedaagde, eveneens een naamloze vennootschap, met betrekking tot onbetaalde facturen voor diensten die eiseres heeft verricht. De eiseres vorderde een bedrag van Afl. 79.445,14, vermeerderd met rente en kosten, op basis van een overeenkomst die tussen partijen was gesloten voor de opslag van alcoholhoudende producten. De procedure begon met een verzoekschrift van 10 januari 2019, gevolgd door verschillende conclusies van antwoord en repliek, waarin de partijen hun standpunten uiteenzetten.
De eiseres stelde dat de gedaagde de facturen voor de geleverde diensten niet had betaald, ondanks herhaalde verzoeken. De gedaagde voerde verweer en betwistte de vordering, onder andere door te stellen dat er afspraken waren gemaakt over de verkoop van het opgeslagen bier en dat de eiseres geen opslagkosten in rekening mocht brengen. Het gerecht heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen en vastgesteld dat de gedaagde onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor zijn verweer.
Het gerecht oordeelde dat de eiseres de kosten die zij had gemaakt, waaronder invoerrechten en opslagkosten, terecht in rekening had gebracht. De gedaagde had deze kosten niet betwist, waardoor het gerecht besloot de vordering van de eiseres toe te wijzen. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en werd ook veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan op 20 mei 2020, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.