ECLI:NL:OGEAA:2020:228

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 mei 2020
Publicatiedatum
3 juni 2020
Zaaknummer
AUA201900265
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake schuldvordering tussen eiseres en HOKWA CONSTRUCTIEBEDRIJF N.V.

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres, vertegenwoordigd door de advocaten A.M.N. Thijsen en A.A. Ruiz, een vordering ingesteld tegen HOKWA CONSTRUCTIEBEDRIJF N.V. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 8 januari 2020, waarin het Gerecht eiseres de gelegenheid gaf om bewijs te leveren. Tijdens de rolzitting op 5 februari 2020 heeft eiseres echter besloten af te zien van bewijslevering. Dit heeft geleid tot een nadere beoordeling van de zaak door het Gerecht.

Het Gerecht heeft in zijn vonnis van 20 mei 2020 geoordeeld dat, aangezien eiseres afzag van bewijslevering, de door haar gestelde vordering niet kon worden bewezen. Desondanks heeft het Gerecht vastgesteld dat HOKWA een bedrag van Afl. 52.585,80 aan eiseres verschuldigd is. Dit bedrag is gebaseerd op de door eiseres geleverde mankracht voor de bediening van een verdichtingsmachine.

In de uitspraak heeft het Gerecht ook de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, wat betekent dat ieder van hen de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en is een belangrijke uitspraak in het civiele recht, met betrekking tot schuldvorderingen en bewijslevering.

Uitspraak

Vonnis van 20 mei 2020
Behorend bij A.R. no. AUA201900265
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
[EISERES],
wonende en gevestigd in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: [Eiseres],
gemachtigden: de advocaten mrs. A.M.N. Thijsen en A.A. Ruiz,
tegen:
de naamloze vennootschap
HOKWA CONSTRUCTIEBEDRIJF N.V.,
gevestigd in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: Hokwa,
gemachtigde: [naam gevolmachtigde] (gevolmachtigd General Manager van Hokwa).

1.HET PROCESVERLOOP

1.1
Het procesverloop tot 8 januari 2020 blijkt uit het tussenvonnis van dit Gerecht van die datum. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit de door de griffier optekende verklaring van [eiseres] ter rolzitting van 5 februari 2020 dat zij afziet van bewijslevering waartoe zij bij voormeld vonnis in de gelegenheid is gesteld.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Het Gerecht volhardt in zijn in het tussenvonnis neergelegde overwegingen en beslissingen, die hier als herhaald en ingelast hebben te gelden.
2.2
Nu [eiseres] afziet van bewijslevering komt niet vast te staan de door haar te bewijzen stelling dat Hokwa ook nog Afl. 1.164,38 verschuldigd is aan [eiseres] uit hoofde van door [eiseres] aan Hokwa geleverde mankracht in de persoon van [naam mankracht] voor de bediening van een zogeheten verdichtingsmachine.
2.3
Vorenstaande brengt onder verwijzing naar rechtsoverweging 3.10 van het tussenvonnis mee dat de slotsom luidt dat Hokwa in totaal Afl. 52.585,80 opeisbaar verschuldigd is aan [eiseres], tot betaling waarvan Hokwa zal worden veroordeeld.
2.4
In de omstandigheid dat partijen over en weer in het (on)gelijk zijn gesteld ziet het Gerecht aanleiding om de proceskosten tussen hen te compenseren als na te melden.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-veroordeelt Hokwa om aan [eiseres] te betalen tegen behoorlijke kwijting Afl. 52.585,80;
-compenseert de proceskosten tussen partijen, aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt;
-wijst af het meer of anders verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 20 mei 2020 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 20 mei 2020
Instantie: gerecht in eerste aanleg van Aruba