In deze zaak heeft de rechter zich gebogen over een verzoek tot wijziging van het gezag over een minderjarige, ingediend door de vader. De minderjarige is geboren uit de relatie tussen de vader en de moeder, waarbij de moeder tot nu toe alleen het gezag uitoefende. De vader heeft verzocht om gezamenlijk gezag en een omgangsregeling. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 27 september 2019 werd ingediend, gevolgd door een verweerschrift van de moeder op 21 november 2019. De mondelinge behandeling vond plaats op 26 november 2019, waarbij beide ouders aanwezig waren, evenals een raadsonderzoeker van de Voogdijraad.
De rechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar artikel 1:253c van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat de mogelijkheid biedt voor de vader om gezamenlijk gezag aan te vragen. De rechter heeft vastgesteld dat de ouders in staat zijn om gezamenlijk beslissingen te nemen over hun kind en dat er geen onaanvaardbaar risico bestaat dat de minderjarige tussen hen in klem raakt. De moeder had zich verzet tegen het verzoek van de vader, maar de rechter oordeelde dat de ouders voldoende kunnen communiceren om afspraken te maken over de minderjarige.
De rechter heeft besloten dat de vader voortaan gezamenlijk met de moeder het gezag over de minderjarige zal uitoefenen. Daarnaast is er een omgangsregeling vastgesteld, waarbij de vader de minderjarige op woensdag en zondag zal zien. Deze beschikking is gegeven op 28 januari 2020 door rechter E.M.D. Angela, in aanwezigheid van de griffier.