In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. E.H.J. Martis, een vordering ingesteld tegen de naamloze vennootschap Spazio Realty, vertegenwoordigd door mr. I.R. Wever en mr. A.A. Ruiz. De zaak betreft een geschil over een vermeende overeenkomst tussen eiser en Spazio Realty, waarbij eiser stelt recht te hebben op 50% van de door Spazio Realty ontvangen provisie van Afl. 60.408,71 voor de verkoop van een perceel grond te Barcadera, Aruba. Eiser heeft Spazio Realty gemaand tot betaling van Afl. 30.204,35, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente, maar Spazio Realty betwist het bestaan van een dergelijke overeenkomst.
De procedure omvatte verschillende schriftelijke stukken, waaronder verzoekschriften en conclusies van antwoord, repliek en dupliek. Eiser heeft zijn vordering onderbouwd met e-mailcorrespondentie en whatsappberichten, waarin hij stelt dat er een afspraak was over de verdeling van de provisie. Spazio Realty heeft echter betwist dat er een bindende overeenkomst bestaat en heeft aangevoerd dat de eerdere verdeling van provisie geen precedent schept voor de huidige zaak.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat de stellingen van eiser niet zonder nadere bewijsvoering kunnen worden vastgesteld, en heeft eiser toegelaten om getuigen te laten horen ter ondersteuning van zijn claim. De zaak is verwezen naar de rolzitting voor het opgeven van getuigen en verhinderdata, en verdere beslissingen zijn aangehouden. Het vonnis is uitgesproken op 8 april 2020 door mr. M.E.B. de Haseth.