ECLI:NL:OGEAA:2020:24

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 januari 2020
Publicatiedatum
10 februari 2020
Zaaknummer
AUA201903360
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van een minderjarige met betrekking tot psychische problemen van de moeder

Op 28 januari 2020 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren op 1 mei 2007. Het verzoek tot ondertoezichtstelling werd ingediend door de Voogdijraad, die zich zorgen maakte over de situatie van het kind. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 30 september 2019 werd ingediend, gevolgd door een minderjarigenverhoor op 25 november 2019 en een mondelinge behandeling op 26 november 2019. De ouders van de minderjarige, de moeder en de vader, zijn niet verschenen op de zitting, ondanks dat zij daartoe behoorlijk waren opgeroepen.

De feiten tonen aan dat de minderjarige is geboren uit de relatie tussen de vader en de moeder, waarbij de vader de minderjarige heeft erkend. De moeder oefent het gezag over de minderjarige alleen uit. Het verzoek strekt tot ondertoezichtstelling van de minderjarige voor een periode van één jaar, met een verzoek om plaatsing bij de peettante van het kind, mevrouw [naam peettante], en benoeming van [naam gezinsvoogdes] als gezinsvoogdes.

Het gerecht heeft vastgesteld dat er gronden voor ondertoezichtstelling aanwezig zijn, gebaseerd op het rapport van de Voogdijraad. De moeder vertoont psychische problemen, is warrig en agressief, en heeft geen inzicht in haar eigen problematiek. De minderjarige verblijft momenteel bij haar peettante, waar zij zich veilig voelt en geen contact met de moeder wenst. Het gerecht oordeelt dat een ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de benodigde hulpverlening te kunnen opstarten. Tevens is het in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige noodzakelijk dat zij bij haar peettante verblijft. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Beschikking van 28 januari 2020
behorend bij EJ nr. AUA201903360
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd.
met betrekking tot de minderjarige:
[naam minderjarige], geboren op 1 mei 2007 in Aruba,
Belanghebbenden:
[Naam moeder], de moeder,
[Naam vader], de vader,
[Naam gezinsvoogdes], de voorgestelde gezins.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 30 september 2019,
  • het minderjarigenverhoor van 25 november 2019,
  • de mondelinge behandeling ter zitting met gesloten deuren van 26 november 2019, in aanwezigheid van de raadsonderzoeker van de Voogdijraad, [naam medewerkster I en II] en de voorgestelde gezinsvoogdes. De moeder en de vader zijn, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De

2.DE FEITEN

Uit de relatie tussen de vader en de moeder is de minderjarige geboren. De vader heeft de minderjarige erkend. De moeder oefent het gezag over de minderjarige alleen uit.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot ondertoezichtstelling van de minderjarige voor de periode van één jaar. Tevens wordt de plaatsing van de minderjarige bij peettante mevrouw [naam peettante] verzocht met benoeming van [naam gezinsvoogdes] als gezinsvoogdes.
4.DE BEOORDELING
4.1
Ingevolge artikel 1:254, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) kan de rechter een kind onder toezicht stellen indien het zodanig opgroeit, dat het met de zedelijke of lichamelijke ondergang wordt bedreigd.
4.2
Het gerecht is, gelet op hetgeen uit het dossier en ter terechtzitting naar voren is gekomen, van oordeel dat genoemde gronden voor ondertoezichtstelling aanwezig zijn en overweegt daartoe als volgt.
Uit het rapport van de Voogdijraad blijkt het volgende. Moeder heeft psychische problemen, is warrig en wordt steeds agressiever. Zij heeft geen inzicht in haar eigen problematiek. De minderjarige verblijft thans bij de peettante [naam peettante] alwaar zij zich veilig voelt en wil geen contact met de moeder. De moeder moet, indien niet vrijwillig, gedwongen behandeling krijgen. Naar het oordeel van het gerecht is een ondertoezichtstelling, binnen welk kader de benodigde hulpverlening kan worden opgestart, daarom aangewezen.
4.3
Ingevolge artikel 1:263, eerste lid, BW kan de rechter het kind doen opnemen in een door hem aan te wijzen inrichting of elders dan in een inrichting indien dit in het belang van de verzorging en opvoeding noodzakelijk is. Het gerecht is van oordeel dat het in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige noodzakelijk is dat zij bij peettante mevrouw [naam peettante] verblijft.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
stelt [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2007 in Aruba, onder toezicht voor de duur van één jaar ingaande heden,
benoemt
[naam gezinsvoogdes]tot gezinsvoogdes,
beveelt de plaatsing van [naam minderjarige] bij haar peettante mevrouw [naam peettante], voor de duur van één jaar ingaande heden,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven op 28 januari 2020 door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, in aanwezigheid van de griffier.