Uitspraak
Riu Palace Aruba,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.M.E. Mohamed, een verzoek ingediend tegen de naamloze vennootschap CALABAS HOTELS N.V., hierna Riu, vertegenwoordigd door advocaat mr. V.C. Perše. De procedure vond plaats op 18 februari 2020, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Verzoeker verzocht om een vergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag, alsook wettelijke schadeloosstelling vanwege het niet in acht nemen van de opzegtermijn. Riu voerde verweer en concludeerde tot afwijzing van de verzoeken.
De feiten van de zaak zijn als volgt: verzoeker was sinds september 2007 in dienst bij Riu als Sous Chef. Op 28 juni 2019 werd Riu op de hoogte gesteld van klachten van seksuele intimidatie door verzoeker. Hierop volgde een schorsing met behoud van loon, en op 10 juli 2019 werd verzoeker op staande voet ontslagen. Het Gerecht oordeelde dat Riu niet voldoende bewijs had geleverd voor de ontslagreden, waardoor het ontslag als onregelmatig werd aangemerkt. Verzoeker had recht op een wettelijke schadeloosstelling van drie maanden loon, vastgesteld op Afl. 10.435,50, te vermeerderen met wettelijke rente.
De vraag of het ontslag kennelijk onredelijk was, werd ook behandeld. Het Gerecht oordeelde dat de gevolgen van het ontslag voor verzoeker niet zwaarder wogen dan de belangen van Riu, vooral gezien de omstandigheden van de arbeidsmarkt. De vordering van verzoeker om een vergoeding voor kennelijk onredelijk ontslag werd afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg. De beschikking werd uitgesproken op 9 juni 2020.