Uitspraak
1.[EISERES 1],
[EISERES 2],
1.[GEDAAGDE 1],
[GEDAAGDE 2],
[GEDAAGDE 3],
1. DE PROCEDURE
“onder opgave van de te behandelen onderwerpen”. Van de zijde van [gedaagden] is terecht gesteld (cva, 42) dat de te behandelen onderwerpen die waren genoemd in het verzoek van 12 november 2019, andere onderwerpen waren dan die werden genoemd in het verzoek van 24 februari 2020. Waar de nadruk in het verzoek van 12 november 2019 lag op het verkrijgen van informatie, waarbij slechts één van de zeven agendapunten een verzoek betrof aan [gedaagde 2] en [naam lid van het bestuur] om als bestuursleden af te treden, lag in het verzoek van 24 februari 2020 de nadruk op het ontslaan van [gedaagde 2] en [gedaagde 1] al bestuursleden en de benoeming van [eiseres 1], [eiseres 2] en [naam voorgestelde bestuurslid] als nieuwe bestuursleden (vijf van de zeven agendapunten). Uiteindelijk is ook overeenkomstig laatstgenoemde agenda op de vergadering van 25 maart 2020 gestemd. Daarmee waren de onderwerpen bij het verzoek van 24 februari 2020 naar het oordeel van het gerecht wezenlijk anders dan die van het verzoek van 12 november 2019. Dat brengt dan ook mee dat voor het rechtsgeldig bijeenroepen van de Buitengewone Algemene Ledenvergadering die uiteindelijk op 25 maart 20202 is gehouden, tenminste 20% van de leden het verzoek van 24 februari 2020 met de daarin vermelde specifieke agenda wenselijk moesten achten. De steunbetuigingen die zijn uitgebracht ten behoeve van het verzoek van 12 november 2019 kunnen om die reden niet worden betrokken bij de vaststelling van het aantal leden dat het verzoek van 24 februari 2020 ondersteunde.