ECLI:NL:OGEAA:2020:244

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
2 juni 2020
Publicatiedatum
11 juni 2020
Zaaknummer
KG nr. AUA202001025
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over de rechtsgeldigheid van besluiten genomen tijdens een Buitengewone Algemene Ledenvergadering van een coöperatieve vereniging

In deze zaak vorderden de eiseressen dat het gerecht zou oordelen over de rechtsgeldigheid van besluiten die zijn genomen tijdens een Buitengewone Algemene Ledenvergadering van de Coöperatieve Vereniging Caribbean Palm Village Resorts, gehouden op 25 maart 2020. De eiseressen stelden dat de vergadering rechtsgeldig was bijeengeroepen en dat de genomen besluiten, waaronder het ontslag van twee bestuursleden en de benoeming van twee nieuwe bestuursleden, rechtsgeldig waren. De eiseressen voerden aan dat hun verzoek tot het bijeenroepen van de vergadering werd ondersteund door ten minste 1/5 van de leden van de vereniging, zoals vereist door de statuten.

De gedaagden betwistten echter de rechtsgeldigheid van de vergadering en stelden dat er niet voldaan was aan het vereiste quorum van 20% van de leden. Het gerecht oordeelde dat de eiseressen niet voldoende bewijs hadden geleverd dat het aantal leden dat het verzoek steunde, het vereiste percentage overschreed. Het gerecht concludeerde dat de primaire vorderingen van de eiseressen ongegrond waren en wees deze af. De vordering tot het bijeenroepen van een nieuwe Buitengewone Algemene Ledenvergadering werd eveneens afgewezen, omdat de eiseressen geen feiten hadden gesteld die een veroordeling van de gedaagden tot het bijeenroepen van een vergadering rechtvaardigden.

Wel oordeelde het gerecht dat er onvoldoende bewijs was dat een actueel ledenregister op het kantoor van de vereniging aanwezig was, en beval het de gedaagden om een digitale kopie van het bijgewerkte ledenregister ter beschikking te stellen aan de eiseressen. De eiseressen werden als grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure.

Uitspraak

Beslissing van 2 juni 2020
Behorend bij K.G. no. AUA2020001025
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
Vonnis in het kort geding van:

1.[EISERES 1],

wonende in de Verenigde Staten van Amerika,
2.
[EISERES 2],
wonende in de Verenigde Staten van Amerika,
EISERESSEN,
hierna gezamenlijk ook te noemen: [Eiseressen],
gemachtigde: de advocaat mr. D.W. Ormel,
tegen:

1.[GEDAAGDE 1],

wonende in de Verenigde Staten van Amerika,
2.
[GEDAAGDE 2],
wonende in de Verenigde Staten van Amerika,
3.
[GEDAAGDE 3],
wonende in de Verenigde Staten van Amerika,
GEDAAGDEN,
hierna gezamenlijk ook te noemen: [Gedaagden],
gemachtigde: de advocaat mr. R.A. Wix.

1. DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit het vonnis in het incident tot tussenkomst d.d. 15 mei 2020. Vervolgens hebben [gedaagden] een conclusie van dupliek genomen.
1.2
Vonnis is bepaald op heden.
2. DE FEITEN
2.1
De Coöperatieve Vereniging Caribbean Palm Village Resorts (hierna: de Vereniging) is opgericht op 9 december 1986. De Vereniging exploiteert een timeshare resort, gelegen te Noord in Aruba.
2.2 [
Gedaagde 1], [gedaagde 2] en [gedaagde 3] zijn allen op enig moment toegetreden tot het bestuur van de Vereniging. Zij waren in ieder geval tot 25 maart 2020 lid van het bestuur. Voorzitter van het bestuur is [naam advocaat], advocaat in Aruba.
2.3
Bij notariële akte van 27 juli 2015 zijn de gewijzigde statuten van de Vereniging vastgesteld (hierna: de Statuten; verzoekschrift, prod. 36).
2.4
In artikel 15 van de Statuten is onder meer het volgende bepaald:
“(…)
b. Buitengewone Algemene Ledenvergaderingen kunnen worden bijeengeroepen, indien het Bestuur of tenminste een vijfde (1/5) gedeelte van de leden zulks wenselijk achten. Wanneer die leden een Buitengewone Algemene Ledenvergadering van Leden wenselijk achten, dienen zij een schriftelijk verzoek in bij het Bestuur onder opgave van de te behandelen onderwerpen. Binnen (14) dagen na ontvangst van het verzoek, wordt de vergadering bijeen geroepen tegen een datum, niet later dan veertien (14) dagen na de oproeping. Indien aan het verzoek niet tijdig gevolg wordt gegeven, kunnen verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan.”
2.5
In een e-mail van 12 november 2019 aan (naam lid van het bestuur) het bestuur van de Vereniging (hierna: het Bestuur) hebben onder meer [eiseressen] verzocht om het bijeenroepen van een Buitengewone Algemene Ledenvergadering (verzoekschrift, prod. 4). In de aanhef van de brief vermelden zij dat tenminste 1/5 deel van de leden dit verzoek ondersteunt.
Als de te behandelen onderwerpen vermeldt de brief, zakelijk weergegeven, de volgende zeven punten:
1) openbaarmaking van de vergoedingen die [naam lid van het bestuur] in de periode 2017 tot en met 2019 van de vereniging heeft ontvangen en welke goedkeuring van het Bestuur daarvoor was;
2) openbaarmaking van de overeenkomsten met en vergoedingen betaald aan Contal Agents & Consultants NV dan wel haar directeur [naam directeur];
3) het stopzetten van alle betalingen aan bestuursleden, behalve voor kosten die samenhangen met het bijwonen van bestuursvergaderingen in Aruba;
4) beantwoording van de vragen van de eigenaren, zoals aangehecht;
5) de overhandiging van kopieën van alle contracten voor aannemings-werkzaamheden vanaf 1 januari 2017 en de betalingen die in verband daarmee zijn gedaan;
6) het verzoek aan [gedaagde 2] en [naam lid van het bestuur] om als bestuursleden af te treden in verband met het manipuleren van de verkiezing van [gedaagde 2] tot bestuurslid voor een periode van 5 jaar;
7) verzoek aan de bestuursleden om inzicht te geven of zij goedkeuring hebben gegeven aan of kennis hebben van een bankrekening bij de Bank of America op naam van Caribbean Palm Village Resort Inc.
2.6
Omdat het Bestuur niet voldeed aan het verzoek om een Buitengewone Algemene Ledenvergadering bijeen te roepen, hebben (onder meer) [eiseressen] een oproep verzonden aan de leden van de Vereniging voor een Buitengewone Algemene Ledenvergadering, die door middel van een digitale stemming op 15 februari 2020 zou worden gehouden (verzoekschrift, prod. 14).
2.7
De stemming heeft op 15 februari 2020 plaatsgevonden, maar het Bestuur van de Vereniging heeft de uitslag niet erkend.
2.8
Bij brief van 24 februari 2020 aan het Bestuur hebben (onder meer) [eiseressen] opnieuw verzocht om een Buitengewone Algemene Ledenvergadering bijeen te roepen. In de aanhef van de brief vermelden zij dat tenminste 1/5 deel van de leden dit verzoek ondersteunt (verzoekschrift, prod. 18).
De agenda met onderwerpen voor de te houden Buitengewone Algemene Ledenvergadering is als Annex 1 bij de brief gevoegd (cva, prod. 26) en luidt als volgt:
“Item 1: Approval to appoint the local audit firm (…) for conducting a full and complete external AUDIT of the CPVR Cooperative Association including of its financial statements from 2016 to 2019, the costs of which will be borne by the Association, in accordance with Article 20 (a) of the Articles of Association.
Item 2: Approval to Dismiss [gedaagde 2] from the Board of Directors.
Item 3: Approval to Dismiss [gedaagde 1] from the Board of Directors.
Item 4: Approval to appoint [eiseres 2] as a board member to fill the term vacated by [naam lid van het bestuur].
Item 5: Approval to appoint [eiseres 1] as a board member to fill the term vacated by [Gedaagde 2].
Item 6: Approval to appoint [naam voorgestelde bestuurslid] as a board member to fill the term vacated by [gedaagde 1].
Item 7: Approval to change the current Bylaws of the CPVR Cooperative Association in such manner that new paragraph (4) is added to Section IV with the following text: (…).”
2.9
Het Bestuur heeft het kantoor Plus Accountants ingeschakeld om te controleren door hoeveel leden het verzoek d.d. 24 februari 2020 voor het bijeenroepen van een Bijzondere Algemene Ledenvergadering werd ondersteund. In een interne e-mail van 3 maart 2020 schijft [naam medewerkster] van Plus Accountants aan een kantoorgenoot (verzoekschrift, prod. 20):
“The 83 members added with the previous count of 652 members, we have a total of 735 members. This is 19% of the total members (735/3937) . (…)”
2.1
Omtrent de vaststelling van het hiervoor genoemde aantal van 83 leden had [naam medewerkster] in een interne e-mail van 2 maart 2020 (verzoekschrift, prod. 20) geschreven:
“Of the total 238 emails in the file, only 91 emails were not on our previous list obtained from the files via the USB. However, we reconciled these 91 owners with the lists obtained from CPVR of the actual owners to determine if they have the right to vote. 3 members on the list are no longer owners, 1 was not found in any of the lists and 4 of them did not pay their maintenance fee for 2019. These members have no right to vote. To conclude, the total new members to be added to our previous list is83 members.”
2.11
In zijn e-mail van 5 maart 2020 aan [eiseressen] schrijft [naam advocaat] namens het Bestuur (verzoekschrift, prod. 21):
“Dear [gedaagde 1] en [gedaagde 2],
This is to inform you that the Forum also for the second time does not have the 20% support that is required by the Articles. Therefore no meeting will be called. (…)”.
2.12
Het Bestuur heeft geen oproep verzonden aan de leden voor een Bijzondere Algemene Ledenvergadering. Op 12 maart 2020 hebben [eiseressen] een oproep verzonden aan de leden van de Vereniging voor een Buitengewone Algemene Ledenvergadering op 25 maart 2020 in het gebouw van de Kamer van Koophandel te Aruba.
2.13
De oproep voorzag in de mogelijkheid om digitaal ‘ja’ of ‘nee’ te stemmen ten aanzien van de in de oproep geformuleerde vragen (verzoekschrift, prod. 25). De vragen in de oproep zijn de volgende:
“1. approval to appoint the local audit firm (…) for conducting a full and complete external AUDIT of the CPVR Cooperative Association including of its financial statements from 2016 to 2019, the costs of which will be borne by the Association, in accordance with Article 20 (a) of the Articles of Association;
2. approval to dismiss [gedaagde 2] from the Board of Directors;
3. approval to dismiss [gedaagde 1] from the Board of Directors;
4. approval to appoint [eiseres 2] as a board member to fill the term vacated by [naam lid van het bestuur];
5. approval to appoint [eiseres 1] as a board member to fill the term vacated by [gedaagde 2];
6. approval to appoint [naam voorgestelde bestuurslid] as a board member to fill the term vacated by [gedaagde 1];
7. approval to change the current Bylaws (huishoudelijk reglement) of the CPVR Cooperative Association in such manner that new paragraph (4) is added to Section IV with the following text: (…).”
2.14
Omdat vanwege de maatregelen die de regering van Aruba had getroffen tegen de verspreiding van het Coronavirus, de bijeengeroepen Buitengewone Algemene Ledenvergadering niet kon plaatsvinden in het gebouw van de Kamer van Koophandel, heeft de vergadering plaatsgevonden ten kantore van [naam advocaat].
2.15
De leden die tijdens de Buitengewone Algemene Ledenvergadering hun stem hebben uitgebracht, hebben met een grote meerderheid gekozen voor (onder meer) het ontslag van [gedaagde 2] en [gedaagde 1] als bestuursleden en de benoeming van [eiseres 1] en [eiseres 2] in hun plaats.
3. HET GESCHIL
3.1. [
Eiseressen] vorderen dat het gerecht bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
(A) gedaagden beveelt om te gehengen en te gedogen dat de besluiten genomen tijdens de Buitengewone Algemene Ledenvergadering van 25 maart 2020, waaronder begrepen maar niet beperkt tot het ontslag van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] en de benoeming van [eiseres 1], [eiseres 2] en [naam voorgestelde bestuurslid] als bestuursleden van de Vereniging, ten uitvoer worden gelegd waaronder begrepen maar niet beperkt tot het uitschrijven van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] en inschrijving van [eiseres 1], [eiseres 2] en [naam voorgestelde bestuurslid] als bestuurders van de Vereniging bij de Kamer van Koophandel te Aruba;
(B) [Gedaagde 3] beveelt om zijn medewerking te verlenen aan het ten uitvoer leggen van alle besluiten genomen tijdens de Buitengewone Algemene Ledenvergadring van 25 maart 2020
subsidiair:
(C) [Gedaagde 1] en [gedaagde 2] ontslaat als bestuursleden van de Vereniging en [eiseres 1], [eiseres 2] en [naam voorgestelde bestuurslid] tot bestuurslid van de Vereniging benoemt met ingang van 25 maart 2020, althans de dag van dit vonnis, of zulks andere beslissing te nemen als het Gerecht in goede justitie nodig acht;
meer subsidiair:
(D) [Gedaagden] beveelt om een buitengewone ledenvergadering bijeen te roepen binnen 14 dagen na de dag van het in deze te wijzen vonnis, met dezelfde agenda zoals door het Forum gepresenteerd op 24 februari 2020 en waarbij alle leden de mogelijkheid krijgen om elektronisch een stemvolmacht te verstrekken;
(E) [Gedaagden] beveelt om een digitale kopie van het bijgewerkte ledenregister van de vereniging, inclusief de e-mailadressen van alle leden, via Dropbox/WeTransfer/OneDrive of een vergelijkbare digitala applicatie ter beschikking te stellen aan [eiseressen] binnen 2 dagen na het in deze te wijzen vonnis;
zowel primair, subsidiair als meer subsidiair:
(F) bepaalt dat [gedaagden], voor zover mogelijk hoofdelijk, ten behoeve van [eiseressen] een eenmalige dwangsom van Afl. 25.000,00 alsmede van Afl. 2.500,00 per dag of een dagdeel verbeuren indien zij hetgeen bepaald onder (A), (D) en/of (E) van dit petitum niet nakomen;
(G) bepaalt dat [gedaagde 3] ten behoeve van [eiseressen] een eenmalige dwangsom van Afl. 25.000,00 alsmede van Afl. 2.500,00 per dag of een dagdeel verbeuren indien zij hetgeen bepaald onder (B) van dit petitum niet nakomt;
(H) gedaagden hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn gekweten, veroordeelt in de kosten van de procedure en in de nakosten.
3.2
Aan hun vorderingen leggen [eiseressen] ten grondslag dat de Bijzondere Algemene Ledenvergadering van 25 maart 2020 rechtsgeldig bijeen is geroepen en dat de besluiten die op die vergadering zijn genomen eveneens rechtsgeldig tot stand zijn gekomen. Dat betekent onder meer, aldus [eiseressen], dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] als bestuurders zijn ontslagen en [eiseressen] als zodanig in hun plaats zijn benoemd.
3.3 [
Gedaagden] voeren verweer. Op de grondslagen van de vorderingen en het daartegen gevoerde verweer zal hieronder, voor zover noodzakelijk voor de beoordeling van het geschil, nader worden ingegaan.
4. DE BEOORDELING
Het ontslag van [gedaagden] en de benoeming van [eiseressen] als bestuursleden
4.1
De Statuten geven aan leden de bevoegdheid om een Bijzondere Algemene Ledenvergadering bijeen te roepen, indien ten minste 1/5 deel van de leden dat wenselijk acht. Een verzoek tot het houden van een Bijzondere Algemene Ledenvergadering wordt schriftelijk gedaan aan het Bestuur onder opgave van de te behandelen onderwerpen (artikel 15 sub b Statuten).
Wat partijen in onderhavig geschil allereerst verdeeld houdt, is de vraag of de Bijzondere Algemene Ledenvergadering die is gehouden op 25 maart 2020 door ten minste 1/5 deel van de leden wenselijk werd geacht. Dat verschil van mening is ontstaan omdat er tussen partijen onenigheid bestaat enerzijds omtrent het aantal leden dat het verzoek steunde en anderzijds omtrent het aantal leden dat de Vereniging heeft.
4.2
Volgens [eiseressen] werd het verzoek dat zij op 24 februari 2020 aan het bestuur hebben gedaan, ondersteund door 940 leden (verzoekschrift, 3.21). Ter onderbouwing van dit standpunt verwijzen zij naar de ledenlijst die als productie 19 (bij verzoekschrift) is overgelegd. [Eiseressen] stellen daarnaast echter dat het verzoek tot het houden van een Buitengewone Algemene Ledenvergadering werd gesteund door 892 leden (verzoekschrift onder 2.4 en 5.7 en productie 38). Volgens [gedaagden] werd het verzoek d.d. 24 februari 2020 ondersteund door in totaal 735 stemgerechtigde leden.
4.3 [
Gedaagden] zijn van oordeel dat er, op het moment dat het verzoek op 24 februari 2020 aan het Bestuur werd gericht, in totaal 3937 leden waren. Dat brengt mee, aldus [gedaagden], dat slechts 19% (735/3937 x 100%) van de leden het verzoek wenselijk achten en dat niet is voldaan aan het statutaire vereiste van 20%.
4.4 [
Eiseressen] hebben betwist dat van het aantal van 3937 leden moet worden uitgegaan, omdat uit mededelingen vanuit het bestuur blijkt dat dit aantal niet vaststaat en dat het bestuur ook geen zekerheid had omtrent het daadwerkelijk aantal leden. In een op 10 maart 2020 door de general manager van de Vereniging aan [eiseressen] verstrekte kopie van het ledenregister waren in totaal 3604 leden opgenomen. In een op 25 maart 2020 door de voorzitter van de Vereniging overhandigde kopie van het ledenregister waren 3769 leden opgenomen. Volgens [eiseressen] brengen de laatstgenoemde cijfers mee dat de verzoeken tot het houden van een Buitengewone Algemene Ledenvergadering door minimaal 20% van de leden werd ondersteund.
4.5
Voor de beoordeling van het geschil is echter de vaststelling van het exacte aantal leden van de Vereniging en het exacte aantal leden dat de twee verzoeken voor het houden van een Buitengewone Algemene Ledenvergadering steunde, niet relevant. Daartoe geldt het volgende.
4.6
Uit de stellingen van partijen volgt dat [eiseressen] voor de vaststelling van het aantal leden dat het bijeenroepen van een Bijzondere Algemene Ledenvergadering van 25 maart 2020 wenselijk achtte, zowel de steun voor het verzoek van 12 november 2019 (dat heeft geleid tot de vergadering van 15 februari 2020) als de steun voor het verzoek van 24 februari 2020 (dat heeft geleid tot de vergadering van 25 maart 2020) heeft meegeteld. In dit verband verwijst het gerecht naar de stellingen van [eiseressen] in 5.11 e.v. van het verzoekschrift en 2.15 van de conclusie van repliek almede naar de stellingen van [gedaagden] in nrs. 51 e.v. van de conclusie van antwoord.
4.7
In de Statuten (art. 15 onder b) is bepaald dat een verzoek tot het houden van een Buitengewone Algemene Ledenvergadering schriftelijk moet worden verzocht
“onder opgave van de te behandelen onderwerpen”. Van de zijde van [gedaagden] is terecht gesteld (cva, 42) dat de te behandelen onderwerpen die waren genoemd in het verzoek van 12 november 2019, andere onderwerpen waren dan die werden genoemd in het verzoek van 24 februari 2020. Waar de nadruk in het verzoek van 12 november 2019 lag op het verkrijgen van informatie, waarbij slechts één van de zeven agendapunten een verzoek betrof aan [gedaagde 2] en [naam lid van het bestuur] om als bestuursleden af te treden, lag in het verzoek van 24 februari 2020 de nadruk op het ontslaan van [gedaagde 2] en [gedaagde 1] al bestuursleden en de benoeming van [eiseres 1], [eiseres 2] en [naam voorgestelde bestuurslid] als nieuwe bestuursleden (vijf van de zeven agendapunten). Uiteindelijk is ook overeenkomstig laatstgenoemde agenda op de vergadering van 25 maart 2020 gestemd. Daarmee waren de onderwerpen bij het verzoek van 24 februari 2020 naar het oordeel van het gerecht wezenlijk anders dan die van het verzoek van 12 november 2019. Dat brengt dan ook mee dat voor het rechtsgeldig bijeenroepen van de Buitengewone Algemene Ledenvergadering die uiteindelijk op 25 maart 20202 is gehouden, tenminste 20% van de leden het verzoek van 24 februari 2020 met de daarin vermelde specifieke agenda wenselijk moesten achten. De steunbetuigingen die zijn uitgebracht ten behoeve van het verzoek van 12 november 2019 kunnen om die reden niet worden betrokken bij de vaststelling van het aantal leden dat het verzoek van 24 februari 2020 ondersteunde.
4.8 [
Eiseressen] (en [gedaagden]) hebben zich niet uitgelaten over de vraag hoeveel leden hun steun specifiek hebben gegeven aan het verzoek van 24 februari 2020 voor het bijeenroepen van de Buitengewone Algemene Ledenvergadering met de bij dat verzoek gevoegde agenda. Reeds om die reden kan voorshands niet worden aangenomen dat er een voldoende quorum was.
Het gerecht gaat er bovendien vanuit - indien minimaal 20% van de leden expliciet hun steun hadden uitgebracht voor het verzoek van 24 februari 2020 - dat dit ook uitdrukkelijk door [eiseressen] zou zijn gesteld, onder vermelding van het aantal leden dat het betrof. In plaats daarvan hebben zij zich ertoe beperkt om te betogen dat ook de steunbetuigingen voor het verzoek van 12 november 2019 moeten worden meegeteld bij de vaststelling van de vraag of 20% van de leden het verzoek van 24 februari 2020 steunde.
4.9.1
Ten overvloede overweegt het gerecht nog dat uit de stellingen van [gedaagden] en de door [eiseressen] overgelegde productie 20 (zoals hiervoor geciteerd in de nummer 2.9 en 2.10) naar het oordeel van het gerecht volgt dat het aantal leden dat het verzoek van 24 februari 2020 steunde, onder de 20% van het aantal leden lag.
4.9.2
Volgens [gedaagden] (cva, 51) waren er voorafgaand aan de vergadering van 15 februari 2020 in totaal 652 e-mails aan [eiseressen] verzonden ter ondersteuning van die vergadering. Dit aantal correspondeert met de informatie die wordt genoemd in de interne e-mail van Plus Accountants (verzoekschrift, prod. 20). In haar e-mail van 3 maart 2020 aan haar collega schrijft [naam medewerkster] immers dat met “83 new members added with the previous count of 652 members” er in totaal 735 leden voor het houden van een Buitengewone Algemene Ledenvergadering hebben gestemd. Nu dit aantal niet is betwist door [eiseressen], gaat het gerecht er voorshands vanuit dat van de totaal aantal uitgebrachte stemmen voor het houden van een Buitengewone Algemene Ledenvergadering er 652 betrekking hadden op het verzoek van 12 november 2019 dat heeft geleid tot het bijeenroepen van de vergadering van 15 februari 2020.
4.9.3
Dat laatste zegt op zichzelf niets over het aantal leden dat expliciet hun steun heeft uitgesproken voor het verzoek van 24 februari 2020. Wanneer echter de e-mail van [naam medewerkster] van 3 maart 2020 wordt gelezen in samenhang met haar e-mail van 2 maart 2020, dan volgt daaruit dat er volgens Plus Accountants in totaal 238 e-mails waren binnengekomen ter ondersteuning van het verzoek van 24 februari 2020. Daarvan waren er in totaal 8 afkomstig van oud-leden die geen stemrecht meer hadden dan wel nieuwe leden die nog geen stemrecht hadden. Uitgaande van de juistheid van deze cijfers (die niet door [eiseressen] zijn betwist) zouden in totaal 230 leden expliciet het verzoek van 24 februari 2020 hebben gesteund (waarvan er 147 ook hun steun hadden uitgebracht voor het verzoek van 12 november 2019 en waarvan er 83 uitsluitend het verzoek van 24 februari 2020 hebben gesteund). Dat is onvoldoende voor het vereiste minimum van 20%.
4.1
Het voorgaande brengt mee dat de primaire vorderingen (onder A en B) als ongegrond dienen te worden afgewezen. Voor de subsidiaire vordering (onder C) is geen grondslag gesteld, zodat ook deze zal worden afgewezen.
De vordering tot het bijeenroepen van een Buitengewone ALV
4.11
De wijze waarop een Buitengewone Algemene Ledenvergadering bijeen kan worden geroepen, is geregeld in de Statuten. Door [eiseressen] zijn geen feiten gesteld die meebrengen dat het Bestuur dan wel [gedaagden] als leden van het Bestuur dienen te worden veroordeeld tot het bijeenroepen van een Buitengewone Algemene Ledenvergadering. De onder (D) ingestelde meer subsidiaire vordering zal om die reden eveneens worden afgewezen.
De vordering tot afgifte van het ledenregister
4.12
Op grond van artikel 11 van de Landsverordening op coöperatieve verenigingen moet in het kantoor van de Vereniging een register worden bijgehouden, die onder meer behelst de namen van de leden met - voor elders wonende leden - aanwijzing van een gekozen woonplaats in Aruba. Uit het partijdebat is voorshands voldoende aannemelijk geworden dat een dergelijk actueel register niet op het kantoor van de Vereniging voorhanden is. Voor het uitoefenen van hun rechten uit, onder meer, artikel 15 sub b van de Statuten moeten leden echter wel inzage hebben in dan wel de beschikking hebben over de gegevens van de overige leden. De meer subsidiaire vordering onder (E) zal om die reden als in het dictum vermeld worden toegewezen. Het gerecht zal hieraan geen dwangsom verbinden, zodat de daartoe strekkende vordering (ingesteld onder F) zal worden afgewezen.
4.13 [
Eiseressen] zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van [gedaagden] worden begroot op Afl. 2.500,00 aan salaris voor gemachtigde.
5. DE BESLISSING
Het Gerecht,
5.1
beveelt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] om een digitale kopie van het bijgewerkte ledenregister van de Vereniging, inclusief de e-mailadressen van alle leden, via Dropbox/WeTransfer/OneDrive of een vergelijkbare digitale applicatie ter beschikking te stellen aan [eiseressen] binnen 7 dagen na het in deze te wijzen vonnis;
5.2
veroordeelt [eiseres 1] en [eiseres 2] in de kosten van de procedure die aan de zijde van [gedaagden] worden begroot op Afl. 2.500,00;
5.3
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4
wijst het meer of anders gevorderde af.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.J. Verhoeven, rechter, op dinsdag 2 juni 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.