ECLI:NL:OGEAA:2020:246

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
3 juni 2020
Publicatiedatum
11 juni 2020
Zaaknummer
AUA201903616
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Regresvordering en hoofdelijk aansprakelijkheid in civiele procedure

In deze civiele procedure, aangespannen door Boogaard Assurantiën N.V. tegen twee gedaagden, is een regresvordering aan de orde. De zaak betreft een schadevergoeding na een verkeersongeval dat plaatsvond op 25 november 2018. Boogaard vordert dat de gedaagden hoofdelijk worden veroordeeld tot betaling van Afl. 2.309,--, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De procedure heeft een verloop gekend waarbij gedaagde 1 niet is verschenen, terwijl gedaagde 2 in persoon is verschenen. Tijdens de zitting is de schade aan auto-2 besproken, waarbij een schade-expert van Boogaard de schade heeft toegelicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat gedaagde 2 als bestuurder en gedaagde 1 als eigenaar van auto-1 aansprakelijk zijn voor de schade aan auto-2, aangezien gedaagde 2 ten tijde van het ongeval niet beschikte over een geldig rijbewijs in Aruba. De rechtbank heeft geoordeeld dat de schade aan auto-2 meer dan Afl. 2.000,-- bedraagt, waardoor deze als total loss wordt beschouwd. De vordering van Boogaard is toegewezen, inclusief de kosten van buitengerechtelijke incasso. De gedaagden zijn hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 1.490,03, met bijkomende nakosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Vonnis van 3 juni 2020
Behorend bij A.R. nr. AUA201903616
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
BOOGAARD ASSURANTIËN N.V.,
gevestigd in Aruba,
EISERES,
hierna ook te noemen: Boogaard,
gemachtigde: de advocaat mr. D.C.A. Crouch,
tegen:

1.[naam gedaagde 1],

hierna ook te noemen: [gedaagde 1],
niet verschenen,
en

2.[naam gedaagde 2],

hierna ook te noemen: [gedaagde 2],
procederend in persoon,
beiden wonende in Aruba,
hierna gezamenlijk ook te noemen: [gedaagden] c.s.,
GEDAAGDEN.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot 29 januari 2020 blijkt uit het tussenvonnis van dit Gerecht van die datum. De bij dat vonnis gelaste comparitie van partijen na antwoord heeft plaatsgevonden op 27 februari 2020. Boogaard is ter zitting verschenen bij haar gemachtigde, [gedaagde 1] is niet verschenen en [gedaagde 2] is verschenen in persoon. De verschenen partijen hebben het woord gevoerd, Boogaard mede aan de hand van toegalaten nadere producties, en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen. De partijdeskundige van Boogaard heeft ook het woord gevoerd ter zake van de door hem geconstateerde schade aan auto-2.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
Boogaard vordert dat het Gerecht bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
a. [gedaagden] c.s. hoofdelijk veroordeelt om aan Boogaard te betalen Afl. 2.309,--, danwel een ander door het Gerecht te bepalen bedrag, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 25 november 2018 en met Afl. 375,-- aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten;
b. [gedaagden] c.s. hoofdelijk veroordeelt in de kosten en de nakosten van deze procedure gevallen en te vallen aan de zijde van Boogaard.
2.2 [
gedaagde 2] voert verweer dat stekt tot afwijzing van het door Boogaard verzochte.
2.3 [
gedaagde 1] heeft geen verweer gevoerd.

3.DE VERDERE BEOORDELING

3.1
Het Gerecht volhardt in zijn in het tussenvonnis neergelegde overwegingen en beslissingen
3.2
Onder verwijzing naar rechtsoverweging 2.6 van het tussenvonnis wordt het volgende verder overwogen. Uit die overweging in samenhang met de tussen [gedaagde 1] en de in die overweging genoemde verzekeraar van toepassing zijnde artikel 4.7 van de Bijzondere Verzekeringsvoorwaarden Motorrijtuigenverzekering Aruba in verdere samenhang met de Landsverordening aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen volgt dat [gedaagde 2] als bestuurder en [gedaagde 1] als eigenaar van auto-1 aansprakelijk zijn voor de door [gedaagde 2] als bestuurder van die auto veroorzaakte schade aan auto-2, nu [gedaagde 2] ten tijde van het schadeveroorzakende feit niet beschikte over in Aruba geldig rijbewijs.
3.3
Die schade is ter zitting nader toegelicht en uitgelegd bij monde van de door Boogaard in de arm genomen schade-expert. [gedaagden] c.s. hebben de betrouwbaarheid en deskundigheid van die partijdeskundige niet bestreden, en in het licht daarvan hebben zij de op schrift gestelde bevindingen van die expert onvoldoende onderbouwd bestreden met de enkele doch kale stelling van [gedaagde 2] dat de schade aan auto-2 volgens hem niet meer dan Afl. 1.000,-- bedraagt. Vast komt daarom te staan dat de marktwaarde van auto-2 voor het schadeveroorzakende feit op 25 november 2018 (hierna: het ongeval) Afl. 2.900,-- bedroeg en dat de restwaarde van die auto na dat feit Afl. 900,-- bedraagt. Verder is vast komen te staan dat de kosten van reparatie van de schade als gevolg van het ongeval meer dan Afl. 2.000,-- bedragen, hetgeen met zich brengt dat auto-2 als total loss heeft te gelden. De slotsom op dit onderdeel luidt dat de eigenaar van auto-2 als gevolg van het ongeval Afl. 2.000,-- schade heeft geleden, voor welk bedrag de eigenaar van auto-2 reeds schadeloos is gesteld, en dat Boogaard te dezen op goede grond hoofdelijk regres voert op [gedaagden] c.s.. De vordering onder a. zal daarom worden toegewezen, te vermeerderen met wettelijke rente zoals onbestreden door Boogaard gevorderd.
3.4
De niet bestreden nevenvordering ter zake van vergoeding van kosten van verkrijging van voldoening buiten rechte zal eveneens worden toegewezen, nu is gebleken dat Boogaard te dezen meer werkzaamheden heeft verricht dan die ter voorbereiding en instructie van de zaak, welke vallen binnen het bereik van artikel 63a Rv. Het is ook redelijk dat Boogaard te dezen kosten heeft gemaakt, terwijl de gevorderde vergoeding in overeenstemming is met het Procesreglement en daarom ook redelijk is.
3.5 [
gedaagden] c.s. zullen, als de in het ongelijk gestelde partijen, hoofdelijk worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen en nog te vallen aan de zijde van Boogaard, tot aan deze uitspraak begroot op (350,-- + 218,64 + 218,64 + 202,74 =) Afl. 990,03 aan verschotten (griffiegeld en oproepkosten) en Afl. 500,-- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten, tarief 2), te vermeerderen met nakosten zonder betekening van dit vonnis begroot op Afl. 250,-- en met betekeningen van dit vonnis begroot op
Afl. 550,-- indien en voorzover die betekeningen hebben plaatsgevonden nadat [gedaagden] c.s. na aanschrijving door Boogaard 14 dagen tijd hebben gehad om dit vonnis na te komen.

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-veroordeelt [gedaagden] c.s. hoofdelijk - des dat hetgeen de één heeft betaald, de ander bevrijdt - om tegen bewijs van kwijting aan Boogaard te betalen Afl. 2.309,--, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 25 november 2018 tot aan de dag der algehele voldoening en voorts te vermeerderen met Afl. 375,-- aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten;
-veroordeelt [gedaagden] c.s. hoofdelijk - des dat hetgeen de één heeft betaald, de ander bevrijdt - in de kosten en in de nakosten van deze procedure gevallen en nog te vallen aan de zijde van Boogaard, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.490,03, te vermeerderen met nakosten zonder betekening van dit vonnis begroot op Afl. 250,-- en met betekeningen van dit vonnis begroot op Afl. 550,-- indien en voorzover die betekeningen hebben plaatsgevonden nadat [gedaagden] c.s. na aanschrijving door Boogaard 14 dagen tijd hebben gehad om dit vonnis na te komen;
-verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 3 juni 2020 in aanwezigheid van de griffier.