ECLI:NL:OGEAA:2020:249

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
2 juni 2020
Publicatiedatum
17 juni 2020
Zaaknummer
AUA202000379
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst en verzoek om ontbindingsvergoeding in het kader van arbeidsongeschiktheid

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 2 juni 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen [Naam Verzoeker] en Johnson’s Supermarket N.V. [Naam Verzoeker] verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met Johnson’s, met toekenning van een ontbindingsvergoeding. Hij stelde dat hij als gevolg van een bedrijfsongeval permanent arbeidsongeschikt was geraakt. Johnson’s verweerde zich tegen de ontbinding en de vergoedingen die door [Naam Verzoeker] werden gevorderd. Tijdens de mondelinge behandeling op 2 maart 2020 zijn beide partijen verschenen, waarbij [Naam Verzoeker] werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. M.M. Malmberg, en Johnson’s door haar advocaat, mr. G. de Hoogd.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat [Naam Verzoeker] sinds 6 mei 2017 arbeidsongeschikt was en dat hij in de twee jaren daarvoor ziektegeld had ontvangen van de SVB. De SVB had de uitkering stopgezet na afloop van de termijn. [Naam Verzoeker] had Johnson’s benaderd om de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen, maar dit aanbod was niet aanvaard. Het Gerecht oordeelde dat de permanente arbeidsongeschiktheid van [Naam Verzoeker] niet in de risicosfeer van Johnson’s lag, aangezien er geen bewijs was dat deze arbeidsongeschiktheid het gevolg was van een bedrijfsongeval of toedoen van Johnson’s.

De beslissing van het Gerecht was dat de arbeidsovereenkomst met ingang van 3 juni 2020 werd ontbonden, zonder toekenning van een ontbindingsvergoeding aan [Naam Verzoeker]. Tevens werd [Naam Verzoeker] niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoeken tot betaling van cessantia en schadevergoeding. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij ieder partij haar eigen kosten droeg. [Naam Verzoeker] kreeg verlof tot kosteloos procederen, gezien zijn financiële situatie.

Uitspraak

Behorend bij E.J. no. AUA202000379
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende in Aruba,
verzoeker in conventie, verweerster in reconventie,
hierna ook te noemen: [Naam Verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg,
tegen:
de naamloze vennootschap
JOHNSON’S SUPERMARKET N.V.,
gevestigd in Aruba,
verweerster in conventie, verzoekster in reconventie,
hierna ook te noemen: Johnson’s,
gemachtigde: de advocaat mr. G. de Hoogd.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift, met producties;
-het verweerschrift tevens houdende een zelfstandig tegenverzoek;
-nadere door [Naam Verzoeker] ingediende producties;
-de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van maandag 2 maart 2020 om 10:00 uur.
1.2 [
Naam Verzoeker] is ter zitting verschenen samen met haar gemachtigde. Johnson’s is verschenen bij haar gemachtigde, die werd vergezeld door de heer [Naam manager] (manager bij Johnson’s). Partijen hebben over en weer het woord gevoerd, [Naam Verzoeker] mede aan de hand van een voorgedragen en overgelegde pleitnota, en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaar stellingen.
1.3
Beschikking is nader bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

in conventie

2.1
Naast verlof tot kosteloos procederen verzoekt [Naam Verzoeker] dat het Gerecht bij beschikking de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang, danwel tegen een door het Gerecht te bepalen tijdstip, ontbindt op grond van de in het verzoekschrift omschreven gewichtige redenen, met toekenning “
van cessantia en schadevergoeding aan verzoeker zoals door hem verzocht” dan wel een door het Gerecht te bepalen vergoeding, kosten rechtens.
2.2
Johnson’s voert verweer en concludeert toewijzing van de door [Naam Verzoeker] verzochte ontbinding doch met afwijzing van de door hem verzochte vergoedingen, kosten rechtens.
in reconventie
2.3
Johnson’s verzoekt dat het Gerecht bij beschikking uitvoer bij voorraad de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst ontbindt op grond van de in het tegenverzoekschrift omschreven gewichtige redenen, zonder toekenning van enige vergoeding aan [Naam Verzoeker] althans met toekenning aan hem van een sterk gematigd bedrag, kosten rechtens.
2.4 [
Naam Verzoeker] voert verweer en concludeert toewijzing van de door Johnson’s verzochte ontbinding doch met toewijzing van de door hem in conventie verzochte vergoedingen, kosten rechtens.
in conventie en in reconventie
2.5
Voorzover van belang voor de uitspraak worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING

in conventie en in reconventie

3.1
Het conventionele en reconventionele verzoek van partijen lenen zich naar hun aard voor gezamenlijk bespreking.
3.2.1
Vast staat tussen partijen in elk geval het volgende.
3.2.2
Krachtens een daartoe tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst (hierna: de arbeidsovereenkomst) is [Naam Verzoeker] op 8 mei 2001 in loondienst getreden van Johnson’s.
3.2.3 [
Naam Verzoeker] was wegens ziekte arbeidsongeschikt vanaf 6 mei 2017. In verband daarmee heeft [Naam Verzoeker] voor de duur van 2 jaren ziektegeld ontvangen van de SVB. De SVB heeft die uitkering na ommekomst van die 2 jaren gestopt op grond van de wet. Sindsdien heeft [Naam Verzoeker] geen inkomsten meer uit hoofde van zijn arbeidsovereenkomst op grond van de door Johnson’s toegepaste regel geen arbeid geen loon.
3.2.4 [
Naam Verzoeker] is wegens zijn gezondheidstoestand niet langer in staat om zijn werkzaamheden voor Johnson’s uit te voeren.
3.2.5 [
Naam Verzoeker] heeft Johnson’s benaderd om de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen. Johnson’s heeft het aanbod daartoe van [Naam Verzoeker] niet aanvaard.
3.3
Wat betreft de conventionele vorderingen van [Naam Verzoeker] tot betaling van cessantia en een schadevergoeding gelijk aan 4 maanden opzegtermijn en een schadevergoeding ad Afl. 16.587,-- ter zake van beweerdelijke niet door Johnson’s afgedragen pensioenpremies wordt het volgende overwogen. [Naam Verzoeker] zal ter zake van die vorderingen niet-ontvankelijk worden verklaard, nu voor dergelijke vorderingen in de onderhavige op snelheid gerichte van rechtsmiddelen gespeende ontbindingsprocedure geen ruimte bestaat. Bedoelde vorderingen zal [Naam Verzoeker] - zo hij dat wenst - in een gewone arbeidsbodemzaak ter beoordeling aan het Gerecht moeten voorleggen.
3.4
Nu beide partijen ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzoeken, zal het Gerecht hen daarin volgen.
3.5
De thans te beantwoorden vraag is of [Naam Verzoeker] al dan niet in aanmerking komt voor een door Johnson’s te betalen ontbindingsvergoeding naar billijkheid. Voor de beantwoording van die vraag is bepalend of de permanente arbeidsongeschiktheid van [Naam Verzoeker] in zijn risicosfeer ligt of in die van Johnson’s.
3.6
Gesteld noch is gebleken dat [Naam Verzoeker] als gevolg van een bedrijfsongeval permanent arbeidsongeschikt is geraakt, en evenmin is gesteld of gebleken dat die arbeidsongeschiktheid door enig toedoen of enig nalaten van Johnson’s is ontstaan. Bij die stand van zaken moet worden geoordeeld dat de permanente arbeidsongeschiktheid niet in de risicosfeer van Johnson’s maar in die van [Naam Verzoeker] zelf is gelegen.
3.7
Vorenstaande brengt met zich dat het tegenverzoek van Johnson’s zal worden toegewezen als na te melden.
3.8
Toewijzing daarvan brengt met zich dat de conventionele vordering van [Naam Verzoeker] tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst onder toekenning aan hem van een door Johnson’s te betalen ontbindingsvergoeding moet worden afgewezen.
3.9
In de aard van de procedures en het lange dienstverband van [Naam Verzoeker] bij Johnson’s dat nu buiten zijn schuld in de zin van verwijtbaar handelen wordt beëindigd ziet het Gerecht aanleiding om de proceskosten in beide procedures te compenseren tussen partijen als na te melden.
3.1
Uit het door [Naam Verzoeker] overgelegde door de daartoe bevoegde instantie verstrekte bewijs van onvermogen blijkt dat hij de kosten van deze procedure niet kan dragen. Aan [Naam Verzoeker] zal daarom verlof tot kosteloos procederen worden verleend.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht:
in reconventie
-ontbindt met ingang van 3 juni 2020 de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst, zonder toekenning aan [Naam Verzoeker] van een ontbindingsvergoeding naar billijkheid;
-wijst af het meer of anders door Johnson’s verzochte;
-verklaart deze beschikking tot zover waar rechtens mogelijk uitvoerbaar bij voorraad;
in conventie
-verklaart [Naam Verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn verzoek ter zake van (1) betaling van cessantia, (2) een schadevergoeding gelijk aan 4 maanden opzegtermijn en (3) beweerdelijke niet door Johnson’s afgedragen pensioenpremies;
-wijst af het meer of anders door [Naam Verzoeker] verzochte;
in conventie en in reconventie
-compenseert de proceskosten telkens tussen partijen, aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt;
-verleent aan [Naam Verzoeker] verlof tot kosteloos procederen.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 2 juni 2020.