Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
in conventie
van cessantia en schadevergoeding aan verzoeker zoals door hem verzocht” dan wel een door het Gerecht te bepalen vergoeding, kosten rechtens.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 2 juni 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen [Naam Verzoeker] en Johnson’s Supermarket N.V. [Naam Verzoeker] verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met Johnson’s, met toekenning van een ontbindingsvergoeding. Hij stelde dat hij als gevolg van een bedrijfsongeval permanent arbeidsongeschikt was geraakt. Johnson’s verweerde zich tegen de ontbinding en de vergoedingen die door [Naam Verzoeker] werden gevorderd. Tijdens de mondelinge behandeling op 2 maart 2020 zijn beide partijen verschenen, waarbij [Naam Verzoeker] werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. M.M. Malmberg, en Johnson’s door haar advocaat, mr. G. de Hoogd.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat [Naam Verzoeker] sinds 6 mei 2017 arbeidsongeschikt was en dat hij in de twee jaren daarvoor ziektegeld had ontvangen van de SVB. De SVB had de uitkering stopgezet na afloop van de termijn. [Naam Verzoeker] had Johnson’s benaderd om de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen, maar dit aanbod was niet aanvaard. Het Gerecht oordeelde dat de permanente arbeidsongeschiktheid van [Naam Verzoeker] niet in de risicosfeer van Johnson’s lag, aangezien er geen bewijs was dat deze arbeidsongeschiktheid het gevolg was van een bedrijfsongeval of toedoen van Johnson’s.
De beslissing van het Gerecht was dat de arbeidsovereenkomst met ingang van 3 juni 2020 werd ontbonden, zonder toekenning van een ontbindingsvergoeding aan [Naam Verzoeker]. Tevens werd [Naam Verzoeker] niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoeken tot betaling van cessantia en schadevergoeding. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij ieder partij haar eigen kosten droeg. [Naam Verzoeker] kreeg verlof tot kosteloos procederen, gezien zijn financiële situatie.