ECLI:NL:OGEAA:2020:252

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
2 juni 2020
Publicatiedatum
17 juni 2020
Zaaknummer
AUA202000295
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens structureel ongewenst gedrag van werknemer

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 2 juni 2020 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen ABC Adventures N.V. en [verweerder]. ABC verzocht de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang, onder verwijzing naar gewichtige redenen die voortvloeien uit het structureel ongewenste gedrag van [verweerder]. Het Gerecht heeft vastgesteld dat [verweerder] gedurende zijn dienstverband meerdere schriftelijke waarschuwingen heeft ontvangen voor het negeren van het verbod op het gebruik van zijn mobiele telefoon tijdens werktijd, het niet tijdig indienen van de inventaris en het te laat verschijnen op het werk. Ondanks deze waarschuwingen heeft [verweerder] zijn verplichtingen als werknemer niet nageleefd, wat heeft geleid tot een verstoring van de verhoudingen tussen partijen.

Het Gerecht oordeelde dat de omstandigheden zodanig waren veranderd dat de dienstbetrekking van [verweerder] op korte termijn diende te eindigen. Het Gerecht wees het verzoek van ABC toe en ontbond de arbeidsovereenkomst met ingang van 3 juni 2020, zonder toekenning van een ontbindingsvergoeding aan [verweerder]. Tevens werd [verweerder] veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 642,15 aan verschotten en Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De uitspraak benadrukt het belang van een goede werkrelatie en de verantwoordelijkheden van werknemers om zich aan de afspraken en regels binnen een organisatie te houden. Het Gerecht heeft in deze zaak de belangen van de werkgever zwaarder laten wegen, gezien de herhaalde overtredingen door [verweerder].

Uitspraak

Beschikking van 2 juni 2020
Behorend bij E.J. no. AUA202000295
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ABC ADVENTURES N.V.,
h.o.d.n.
ABC Tours & Attractions,
gevestigd in Aruba,
verzoekster,
hierna ook te noemen: ABC,
gemachtigde: de advocaat mr. M.A. Ellis-Schipper,
tegen:
[Naam verweerder],
wonende in Aruba,
verweerder,
hierna ook te noemen: [verweerder],
gemachtigde: de advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift, met producties;
-de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van donderdag 27 februari 2020 om 14:30 uur.
1.2
ABC is ter zitting verschenen bij haar gemachtigde, die vergezeld werd door [naam manager] (manager personeelszaken bij ABC). [Verweerder] is samen met zijn gemachtigde ter zitting verschenen. [Verweerder] heeft gebruik gemaakt van de aan hem geboden gelegenheid om te antwoorden op het verzoekschrift, en dat onder overlegging van een pleitnota voorzien van toegelaten producties. ABC heeft vervolgens gerepliceerd, eveneens mede aan de hand van een voorgedragen en overgelegde pleitnota, voorzien van toegelaten nader producties. [Verweerder] heeft tot slot gedupliceerd.
1.3
Beschikking is nader bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
ABC verzoekt dat het Gerecht bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang, danwel op korte termijn, ontbindt op grond van de in het verzoekschrift omschreven gewichtige redenen indien en voorzover bij rechterlijk gewijsde komt vast te staan dat die overeenkomst nog steeds bestaat, zonder toekenning aan [verweerder] van een door ABC te betalen billijkheidsvergoeding, kosten rechtens.
2.2 [
Verweerder] voert verweer dat strekt tot afwijzing van het door ABC verzochte.

3.DE BEOORDELING

3.1.1
Vast staat tussen partijen in elk geval het volgende.
3.1.2
Krachtens een daartoe tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst (hierna: de arbeidsovereenkomst) is [verweerder] op 13 februari 2018 in loondienst getreden van ABC in de functie van Waiter en All Around Helper. In die functie is [verweerder] verantwoordelijk voor het bijhouden van de inventaris van de bar en de keuken, en verder helpt [verweerder] mee in het restaurant van ABC.
3.1.3
Uit de arbeidsovereenkomst, het handboek van ABC en de memo van 26 september 2018 volgt dat het verboden is voor werknemers van ABC, en dus ook voor [verweerder], om gedurende werktijd gebruik te maken van hun persoonlijke mobiele telefoon.
3.1.4
Gedurende zijn dienstverband bij ABC heeft [verweerder] 11 schriftelijke waarschuwingen gehad in verband met het structureel negeren van het verbod om zijn persoonlijke mobiele telefoon te gebruiken tijdens werktijd, het niet tijdig indienen van de inventaris en te laat op het werk verschijnen.
3.1.5
De laatste door [verweerder] ontvangen schriftelijke waarschuwing van ABC ter zake van wederom gebruik door [verweerder] van zijn mobiele telefoon gedurende werktijd dateert van 2 december 2019. In die waarschuwing staat onder meer het volgende vermeld: “
Through this warning we would like to inform you that you are hereby suspended pending investigation for a period of 7 days (without pay) starting on December the 3rd of 2019 until December the 9th of 2019 (…).”.
3.1.6
Op 9 december 2019 heeft ABC via Whatsapp om 06:43 uur een bericht verzonden aan [verweerder] inhoudende de opdracht/instructie om zich die dag om 10:00 uur te melden op het werk voor een gesprek. Eerst om 10:43 uur heeft [verweerder] aan ABC te kennen gegeven dat hij niet kon komen.
3.2
ABC stelt dat [verweerder] haar op 9 december 2019 een dringende reden heeft gegeven voor ontslag omdat hij in het licht van alle aan hem gegeven schriftelijke waarschuwingen wederom zijn plichten als werknemer grovelijk heeft veronachtzaamd door die dag de hiervoor onder 3.1.6 vermelde redelijke instructie van ABC niet op te volgen. Het Gerecht volgt ABC niet in die door [verweerder] bestreden stelling. [verweerder] was met ingang van 3 december 2019 door ABC geschorst voor de duur van 7 dagen. Dat komt dus neer op een schorsing tot en met 9 december 2019, en naar het oordeel van het Gerecht mocht [verweerder] dat in de context van het hiervoor onder 3.1.5 vermelde citaat ook zo begrijpen.
3.3
Tegen voormelde achtergrond hoefde [verweerder] naar het verdere oordeel van het Gerecht niet te verwachten dat ABC hem nog voor ommekomst van zijn schorsing op 9 december 2019 vroeg in de ochtend zou oproepen om een paar uur later voor een gesprek op het werk te verschijnen. [Verweerder] hoefde op 9 december 2019 geen rekening te houden met mogelijke instructies/opdrachten van ABC, en mocht die dag zijn eigen agenda bepalen zoals hij kennelijk heeft gedaan. Bedoelde opdracht/instructie van ABC is daarom niet redelijk, waarbij komt dat is gesteld noch gebleken dat die opdracht/instructie [verweerder] tijdig heeft bereikt.
3.4
Vorenstaande brengt mee [verweerder] op 9 december 2019 geen dringende reden heeft geven aan ABC voor ontslag, zoals door haar gesteld.
3.5
Wel is sprake van een groot aantal schriftelijke waarschuwingen gedurende het betrekkelijk korte dienstverband van [verweerder] bij ABC. In het licht daarvan oordeelt het Gerecht het voldoende aannemelijk dat [verweerder] structureel niet beschikt over een attitude die van hem als werknemer mag worden verwacht, waardoor de verhoudingen tussen partijen door toedoen van [verweerder] onhoudbaar zijn verstoord. Die gewichtige omstandigheid in de zin van veranderde omstandigheden is van dien aard dat de dienstbetrekking van [verweerder] bij ABC op korte termijn behoort te eindigen. Voormeld toedoen van [verweerder] staat aan toekenning van een door ABC te betalen ontbindingsvergoeding in de weg.
3.6
De slotsom luidt dat het door ABC verzochte zal worden toegewezen als na te melden.
3.7 [
Verweerder] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van ABC, tot aan deze uitspraak begroot op (450,-- + 192,15 =) Afl. 642,15 aan verschotten (griffierecht en oproepkosten) en Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten van liquidatietarief 5, ad Afl. 1.250,-- per punt).

4.DE BESLISSING

Het Gerecht:
-ontbindt met ingang van 3 juni 2020 de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst indien en voorzover bij rechterlijk gewijsde komt vast te staan dat die overeenkomst nog steeds bestaat, zonder toekenning aan [verweerder] van een ontbindingsvergoeding naar billijkheid;
-veroordeelt [verweerder] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van ABC, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 642,15 aan verschotten en Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde;
-verklaart deze beschikking waar rechtens mogelijk uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 2 juni 2020.