Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
1. De publiekrechtelijke rechtspersoon Land Aruba, ten deze vertegenwoordigd door de minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Milieu;
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.J. Kock, een verzoek ingediend om machtiging en vervangende toestemming te verkrijgen om namens de gedaagden op te treden in een overeenkomst tot prijsgeving en vestiging van erfpacht. De gedaagden, erfgenamen van wijlen [overledene], zijn niet verschenen in de procedure, waardoor verstek is verleend. De feiten van de zaak zijn als volgt: wijlen [overledene] heeft in 2000 het recht van erfpacht verkregen op een perceel domeingrond in Aruba. De gedaagden zijn de ex-echtgenote en de zoon van wijlen [overledene]. Eiser vordert dat het gerecht hem machtigt om namens de gedaagden de erfpachtprijs te geven en om alle noodzakelijke handelingen te verrichten voor de vestiging van het recht van erfpacht.
Het gerecht heeft de vordering van eiser ongegrond en onrechtmatig verklaard. De rechter oordeelt dat de gevorderde machtiging en toestemming betrekking heeft op een overeenkomst die reeds door de gedaagden is ondertekend, maar dat eiser niet bevoegd was om deze overeenkomst namens de gedaagden te ondertekenen. Eiser heeft niet aangetoond dat er een verplichting bestaat voor de gedaagden om mee te werken aan de levering van het recht van erfpacht. De overeenkomst is opgesteld acht jaar na het overlijden van wijlen [overledene], en eiser heeft geen feiten gepresenteerd die de verplichting van de gedaagden onderbouwen.
De rechter heeft besloten dat eiser als de in het ongelijk gestelde partij wordt veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van gedaagden worden begroot op nihil, aangezien zij niet in de procedure zijn verschenen. Het vonnis is uitgesproken op 10 juni 2020 door mr. J.J. Verhoeven in aanwezigheid van de griffier.