Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
in de hoofdzaak
3.DE BEOORDELING
in het incident
4.DE UITSPRAAK
woensdag 8 juli 2020;
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Op 17 juni 2020 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een vonnis uitgesproken in een civiele zaak tussen [eiseres] en de stichting STICHTING ZIEKENVERPLEGING ARUBA (SZA), alsook [gedaagde]. De zaak betreft een vordering van [eiseres] tot schadevergoeding van Afl. 100.000,-- wegens een medische beroepsfout, met wettelijke rente vanaf 21 april 2015. In het incident heeft SZA een verzoek ingediend om medische gegevens van [eiseres] op te vragen bij dr. [naam arts], die geen partij is in deze procedure. Het Gerecht heeft geoordeeld dat SZA niet-ontvankelijk is in haar incidentele vorderingen, omdat de medisch specialist geen partij is in de procedure. De beslissing over de proceskosten van het incident is aangehouden tot het eindvonnis in de hoofdzaak. Het Gerecht heeft SZA in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de mogelijkheid om een kort geding aan te spannen tegen dr. [naam arts] voor de verkrijging van de gevraagde gegevens. De zaak is verwezen naar de rolzitting van 8 juli 2020 voor verdere behandeling.